Mijn naam is Kriti, voluit klinkt dat als Kriti Kaster. Rare naam, zeg je, maar zelfs als je Kitir heet, verdwijn je daarom niet in krochten van onzichtbaarheid.
En omdat iemand met een ongewone naam ook moet eten, trok ik naar Carrefour en verliet de supermarkt langs de achteruitgang, daar waar je twijfelt of de beschaving in een hoek begint met stilvallen.
Ik zag daar het oermodel van de poort naar de hel, een toegang die zelfs Dante Alighieri uit zijn wildste fantasieën schrapte toen hij 700 jaar geleden zijn Divina Comedia schreef. Wat een voddenman aan onverkochte restjes overhoudt als kettingen, verf, pleisterkalk, nadarafsluitingen, felblauw plastic, is daar verweven tot een “kunstwerk” waarmee Jan Fabre ook zonder grensoverschrijdingen direct boekt voor de Nieuwewandeling. Toch is het niet echt storend want het decor past wel uitzonderlijk naast The House of Flemish Horror waarin elementen uit neo-gothiek naast dadaïsme en popart wachten op een erkenning in het Guinnessbook als gruwelijkste ruine. Tenzij Jan Verheyen er 50 jaar geleden enkele kadavers verstopte in afwachting van de film van zijn leven. Voor ik me naar de Markt begeef, op slechts enkele meter daar vandaan, denk ik nog : waarom treft het noodweer van deze zomer daken en gevels en kelders en tuinen en laat het zulke mormels als hier in volle stadscentrum ongemoeid ? Kent de natuur dan echt geen gerechtigheid ?
Ik zie de Markt en de zandbak en ik denk : zouden de kindjes die hier straks komen spelen wel allemaal voldoende waterdicht zijn ?Zou de pop-upspeeltuin dé ideale vakantieoplossing zijn voor de kindjes of eerder een vakantieoplossing zijn voor de ouders ? Zal wegens overdonderend succes, soms letterlijk én met bliksem, dergelijke pop-upspeeltuin volgend jaar opnieuw het marktplein mogen inpalmen ?
Ik zie ook de stationstunnel en ik denk aan China, jawel Freddy De Pauw, want ik las je lezersbrief en de cultuurschok die je kon ervaren na je terugkeer uit China bij het zien van roltrappen die niet meer te zien waren. Wel, Freddy, die roltrappen zijn er nog niet en die zullen er nog niet direct zijn want stiptheid en correctheid staan niet in het NMBS-vaandel. Af en toe schuiven de hekken rond de twee gapende wonden wat verder op, richting restje stenen trap en palmen ook de trapleuning in wat dan weer een tegemoetkoming is voor de eigenaars van een knie-en heupprothese en voor leden van AB, Artroseclub Bevegem. Dan moeten de snerpende geluiden van slijpschijven en de wolken, nimbostratus en altostratus maar ook Tsjernobylwolken, de indruk wekken dat de werken ernstig doorgaan en de hekken over twee jaar misschien wat opgeschoven zijn.
Ik bevind me heelhuids op Bevegems domein en daar wil ik nu een vraag formuleren die in aanmerking kan komen voor De Slimste Mens. Waar verwacht je in een seniorenstad als Zottegem het geringste aantal zitbanken :
1) Tussen school en station
2) Tussen kerk en carwash
3) Tussen zorgcentrum en ziekenhuis
en je antwoord is fout want tussen Woonzorgcentrum Egmont en het EZ Ziekenhuis staat er, correct geteld, één zitbank en wel aan de uitgang van het station bij een bushalte.
Gaat mijn slechtere ik, dat heet nog steeds Kriti, richting dichtgeslibde roosters voor de deur van de orthodontiste in de Broeder Marèslaan, twee roosters op een rijtje waar al mààànden geen druppel regenwater meer kan doordringen, twee roosters die na verschillende meldingen van verschillende omwonenden al màààndenlang wachten op ontstopping ? Of stap ik toch maar de Ooststraat in en ga ik er een kunstwerk bewonderen “Stilleven met fiets” waar een onbekende meester op Nieuwjaar drie jaar geleden aan een verkeersteken een fiets met kettinkje achterliet tegen het toenmalige Café Pion ? Na melding greep de arm der wet in en bracht met diezelfde arm een zwaarder slot aan. Kunst moet rijpen, beweert men. In 2025 is het rijwiel overrijp.Toen Fluvius nog 2 weken geleden aan die kant de stoep openlegde, lieten arbeiders de vijf klinkers, nee, niet a e i o u, met de fiets erop, ongemoeid. Ze ontblootten het hoofd niet als stil eerbetoon want het was warm die dag.
Ik nader mijn eigen stekje en neem afscheid van Kriti. Ik hou het kort om niet emotioneel te worden want eigenlijk is het hier nog zo slecht niet. En met het mondmasker wat hoger getrokken, zie je maar half zoveel.