Ik hàd een klever op mijn bus gehangen : Geen reclame a.u.b. !
Ik hàd gekozen voor de absolute onwetendheid rond de kostprijs van de wasmachine bij Eldi.
Ik hàd liever niet gelezen dat Leen Bakker ze bruin bakte met de tapijtenprijzen, al dan niet vliegende tapijten.
Ik hàd gehoopt niet naar de Chinese of Japanse of Koreaanse ambassade te hoeven bellen alvorens ik varkenskimchi of rundsbulgagi kocht bij Lidl of srirachasaus of tom yum.
Helaas. Windstoten en hagel en plensbuien en tsunami’s en tornado’s sleurden mijn klever met “Geen reclame a.u.b.” mee de sloot in en de rioolrooster binnen, als die rooster tenminste niet al maandenlang dichtgebetonneerd ligt na de bouwwerken nu al 3 of is het 4 jaar geleden.
Nu zijn ze er weer en ik kijk ze dan maar eens in nu het toch plenst, die regen dan, en rukt, de rukwinden toch, en huisarrest een vorm van zelfdiscipline is geworden.
Houdt men zich niet verschanst binnen de eigen woning, dan loopt men toch gevaar alle kleddernatte spullen te moeten wassen in die machine van Eldi, de schoenen te laten drogen op dat koopje van een tapijt bij Leen Bakker en aan te sterken met kimchi en bulgagi en tom yun uit Lidl. In juni waren we boos omdat die dagen zó lang waren en toch zó koel, zo on-zomers, zo nat. Juli gaf ons niet de minste reden of goesting tot zingen maar neuriën kon nog net en wel een liedje van Urbanus : De wereld is om zeep, er gebeuren rare dingen rondom mij ; helemaal om zeep en ’t laatste oordeel kan niet ver meer zijn…Met schrikwekkende taferelen over dat einde van de wereld probeerde de zuster of de juf uit de lagere school ons braaf te houden of te krijgen. En ze zijn er zelfs nog in geslaagd ook.
We waren niet langer boos, we waren murw, uitgeteld, alleen nog goed om te incasseren, loslatend, gelaten.
We hebben met beetjes leren leven met die pijnscheuten in al onze scharnieren “door de vochtigheid” zoals de huisarts dat onverbloemd verklaarde. Hij wilde ons voor zijn als we onze vroegere werkgever zouden betichten jarenlang in een vochtig trekgat te hebben moeten werken. Hij zei niet eens op een verwijtende toon : “Je was maar naar Benidorm moeten verhuizen!” Hij keek ook niet moeiteloos in ons decolleté om ons op te zadelen met schuldgevoelens van : En als je je nu eens wat warmer kleedde…een eeuwenoud citaat van de oma’s.
Nee! Hij geeft die vochtigheid de schuld.
We hebben niet eventjes een eksteroog dat steekt, dat snerpt, dat prikt, dat knaagt maar dat ons dag en nacht kwelt, zittend of liggend of zelfs hangend als je een lift niet bij de acrobatietuigen rekent.
We hebben in hartje zomer, wat dat hartje bij die verdomde zomer komt doen is een raadsel, in het hartje van die verdomde zomer dus hebben we vingers als die korte, dik gevulde worstjes op een Provençaals worstenkraam. Reuma natuurlijk, denken we, zéggen we niet.
Tussen het smeren van balsems en zalfjes en het kleven van pleisters en compressen door, kijken we eens de reclamefolders in. Wat ons nog ontbrak als bron van pijn en smart is een uppercut in volle gelaat. Daar komt hij. Pats ! Hij treft ons tussen ogen en neus.
Spuitbussen en tubes en potten crème zetten ons aan om veel te smeren tegen zonnebrand. Een zonnesteek is rap gebeurd, zegt een papieren dermatoloog, en voorkomen is beter dan genezen. En wat gedaan met een gelynchte dermatoloog want we hebben zoveel zin om hem te bespringen en zeker niet door een hormonale opstoot.
Hans Anders gaat zelfs nog wat verder want hij geeft ons 3 zonnebrillen voor de prijs van 1 nutteloos exemplaar, een kastmodel.
Zulke zonnebril is in onze zomer een puur zelfmoordobject. Je hebt met perfecte ogen bij dat soort zomer al moeite om de ijskastdeur van de keukendeur te onderscheiden. Met een zonnebril daar nog bij op onze verregende snoet stappen we dwars door een verandaruit en struikelen op het terras over een bloembak waarin oorspronkelijk begonia’s bloeiden, nu waterlelies.
Via onze brievenbus moedigt Carrefour ons aan toch wat te ondernemen tegen die hitte en een torenventilator in huis te halen van 76 cm hoog. Alsof wij al maanden op zoek waren naar een exemplaar van 76 cm en geen 80 zoals de vele modellen die sinds nieuwjaar onze weg kruisten.
Zelfs Zeeman kwelt ons met een ruim assortiment aan luchtige katoenen pyjama’s met korte mouwen en capribroek. Die korte mouwen en dat streepje Capri zijn ook alles wat ons kippenvel en onze blauwe vrieskouvlekken over gans ons zomers lichaam kan bedekken.
Over die kwelreclame voor BBQ-stellen en BBQ-voedsel willen we niet eens moeilijk doen. We hebben doodsimpel ons XXXL-stel in de garage geïnstalleerd, de auto voor de deur gegareerd en met het allereerste duikerspak aan van pepe anno 1910 lukt het ons droog en intoxicatievrij te grillen. We hebben wel een groot tentzeil gespannen tussen garage en veranda zodat we onze feestmaaltijd ongehavend aan onze vrienden kunnen serveren. Zo vermijden we dat we na een kanjer van een rukwind moeten aanbellen bij onze buurvrouw : Marieke, zou je eens willen gaan kijken ! Er moeten 3 sneden van ons gemarineerd spek in je haag zijn gewaaid.
Maar we laten het hoofd niet hangen, zeker niet nu we hebben gehoord dat het na Kermis Zottegem al flink kan vriezen maar dat Kerstmis temperaturen van 30° kan brengen. We verliezen de moed niet maar die reclamebladen moeten uit onze brievenbus blijven.