Karel De Cock (58) en Bart Meganck (62): ‘Met dit project willen we voor een trendbreuk in de stadsontwikkeling van Geraardsbergen zorgen.’


Geraardsbergen. Op de hoek van de Stadsweg en de Oudenaardsestraat komt mogelijks een nieuw vastgoedproject met 37 woonunits. De bedoeling van de ontwikkelaars is dat het project een meerwaarde betekent voor de stad. ‘Het wordt geen dood project. Er zal beleving zijn.’ Het combineert openheid, meer groen in de stad, hoger bouwen en diversiteit met nieuwe vormen van mobiliteit. ‘Met dit project willen we voor een trendbreuk in de stadsontwikkeling van Geraardsbergen zorgen.’ Bezielers van het project zijn Karel De Cock (58) en Bart Meganck (62). Beide heren zijn op professioneel vlak heel succesvol, baanbrekend en vernieuwend. Op het vlak van stadsontwikkeling en architectuur hopen ze de Oudenbergstad in de eenentwintigste eeuw binnen te loodsen. Het is zeker niet allemaal rozengeur en maneschijn. Een aantal buurtbewoners heeft flink wat kritiek op het project. Tijd voor een gesprek…

Karel De Cock (58) is stichter van Altebra nv en tevens afgevaardigd bestuurder. Altebra nv is al meer dan 30 jaar ervaren specialist in brandbeveiliging en is gevestigd op de Industriezone II te Ophasselt. Daarnaast is Karel ook een familieman, die graag met de fiets rijdt en zich amuseert. ‘Ik ben gelukkig getrouwd met Berlinde en heb twee dochters en een zoontje. Ik hou van fietsen en voetballen en zit in het bestuur van KFC Voorde-Appelterre.’ Karel is een selfmade man en heeft ondernemersbloed in zijn aderen stromen. Met een flinke dosis gezond boerenverstand heeft hij van Altebra nv een succes gemaakt.

Internationale speler
Een tijd geleden had Karel een ernstig fietsongeluk. ‘Ik ben toen door het oog van een naald gekropen en heb beslist om het rustiger aan te doen. Ik wil meer tijd besteden aan zaken die voor mij belangrijk zijn.’ Karel besliste om een deel van zijn aandelen te verkopen. Een private equity speler kocht zich in. ‘Eind december vorig jaar was de transactie rond. Ik ben heel tevreden dat ik de stap heb gezet. De samenwerking verloopt prima. Het bedrijf wordt verder geprofessionaliseerd en voorbereid op the next level.’

Altebra staat voor ‘Alles Tegen Brand’. De firma werd in 1990 gesticht met vier medewerkers. Vandaag heeft het bedrijf een zestigtal mensen in dienst. Het moederbedrijf is in Ophasselt gevestigd. In Nederland is er ook een vestiging operationeel, waar er 25 mensen in loondienst zijn. ‘Recent hebben we in Antwerpen een hub opgericht, waar vijf medewerkers aan de slag zijn. Binnenkort zijn we ook van plan om in Genk een filiaal op te richten. Sinds 1997 zijn er ook constant 80 mensen die in onderaanneming werken’, licht Karel De Cock toe.

‘We vinden heel moeilijk medewerkers.’
‘We zijn verplicht om elders hubs op te richten omdat we in deze streek geen monteurs vinden die dagelijks bereid zijn om de nodige afstanden af te leggen. Op zich is de job niet erg moeilijk maar medewerkers zijn niet meer bereid om dagelijks te files te trotseren. Onze mensen moeten steeds vroeger vertrekken om de files op de Brusselse ring voor te zijn. Om onze klanten in Limburg, Antwerpen en het Zuiden van Nederland professioneel te bedienen, zijn we verplicht om ter plaatse hubs op te richten. Vanuit Ophasselt kan het bedrijf uiteraard onze streek en het noorden van Frankrijk blijven bedienen.’

In Ophasselt gebeurt het prefabricatieproces via volautomatische lasrobot. Daarnaast beschikt het bedrijf over een volautomatische poederlakstraat. ‘Op dat vlak zijn we uniek in de Benelux. Door het feit dat we heel kort op de bal kunnen spelen, is dit een groot concurrentievoordeel.’ Het bedrijf is intussen in heel Europa actief, waaronder Denemarken, Zweden, Frankrijk, Spanje, Griekenland, Rusland…

Grote stedenbouwkundige uitdagingen
Bart Meganck (62) is ingenieur architect en woont in Ninove. Hij is ook docent aan het Sint-Lucas te Brussel. ‘Ik ken Karel al een tijdje. We fietsen regelmatig samen en hebben wederzijdse interesse in wat we professioneel doen.’ Bart heeft in Ninove zijn eigen bureau, waar een tiental mensen werken. Eén van zijn bekendste projecten is het Ninia Shopping Center te Ninove.

‘Intussen coach ik een drietal jonge architectenbureaus, waaronder ODA architecture BVBA uit Geraardsbergen, die zich op architecturale en stedenbouwkundige projecten focust. Naar mijn mening is dit een erg beloftevol, ambitieus architectenbureau die in Geraardsbergen projecten wil realiseren, om zo te stad wat te moderniseren. Om het aanstormend talent de nodige kansen te geven, schuif ik regelmatig opdrachten door.’

Volgens Bart Meganck staat Vlaanderen voor grote stedenbouwkundige uitdagingen. ‘Enerzijds is er de gezinsverdunning, waardoor dat het aantal personen per gezin nog verder zal dalen. Maar daarnaast zal Vlaanderen – en ook Geraardsbergen – nog een antwoord moeten bieden op de toenemende immigratie, de vergrijzing en het dreigend mobiliteitsinfarct.’

Een baken voor de omgeving
‘Jullie zijn van Plan om een vernieuwend vastgoedproject te ontwikkelen op de hoek van de Stadsweg en de Oudenaardsestraat. Waarom kozen jullie juist deze plek?’

Bart Meganck: ‘Op de hoek van de Stadsweg en de Oudenaardsestraat ligt een stuk grond, waar niets mee gebeurde. Het is een interessante plaats om op stedenkundig vlak een eerste stap naar vernieuwing te zetten. De plaats is interessant omdat het een toegangspoort vormt naar het centrum van de stad. Ons project vormt een baken. De opdrachtgever voor het project is een investeringsmaatschappij van Karel De Cock.’


Karel De Cock & Bart Meganck

‘Vanuit welke visie vertrekt het project?’

Bart Meganck: ‘De visie vertrekt van de studie Buur die een lans breekt voor hoger bouwen om zo meer ruimte voor groen te creëren. Door in de hoogte te bouwen, kunnen we ook verdunnen. Dit betekent dat er meer ruimte komt voor openheid en groen. We betrekken ook markante kenmerken uit de buurt – zoals de Molenbeek – in het project. In plaats van de straatwanden met appartementen dicht te plamuren, trachten we de binnenruimte van het project meer tot leven te laten komen. Nieuw is dit niet. Deze visie is in verschillende grotere steden, zoals Mechelen en Antwerpen, reeds op concrete projecten toegepast. De visie krijgt steeds meer navolging over geheel Vlaanderen, en eigenlijk overal ter wereld in verstedelijkte gebieden, omdat heel wat planologen en architecten in deze oplossing geloven.’

‘Op het vlak van mobiliteit staat er een revolutie voor de deur.’
‘Op de voorstelling van het project aan de buurt, leek een aantal aanwezigen de stap nog niet te hebben gezet. Hoe komt dit?’

Bart Meganck: ‘Er is nog steeds een grote weerstand tegen verandering. Maar stilaan evolueren de geesten. In tegenstelling tot het oudere deel van de bevolking, zien we dat de mobiliteits- en woontransitie bij de jeugd volop aan de gang is. De weerstand tegen verandering van wonen en mobiliteit neemt af. Het oudere publiek is daarentegen eerder conservatief en houdt veeleer vast aan appartementsblokken met voor ieder appartement een parkeergarage en een terras. Zo werd er over heel Vlaanderen gebouwd, wat een onderdeel is van het mobiliteitsprobleem.’

Karel De Cock: ‘Zeker op het vlak van mobiliteit is er veel aan het veranderen. Ik ken een aantal bevriende garagisten die deze transitie bevestigt. Jonge mensen gaan minder snel een wagen kopen, maar gaan er veeleer één huren, het deelrijden. Op vlak van mobiliteit staat er een revolutie voor de deur. Steeds meer medewerkers komen met de fiets of de step naar het werk.’

‘Is dat dan het doelpubliek dat jullie voor het woonproject in Geraardsbergen beogen?

Karel De Cock: ‘We beogen een publiek dat jong van geest is. Jongere en oudere mensen kunnen daar samenleven, op zoek naar belevingsmomenten.’

Bart Meganck: ‘Om tot een optimale sociale mix te komen, hadden we de blok aan de Stadsweg voorzien van sociale woningen, maar in Geraardsbergen is het sociaal objectief reeds bereikt, waardoor we dit plan moesten laten varen. We beogen nog steeds een gezonde mix aan bewoners.’

‘Dergelijk project moet de mensen uitnodigen om terug in de stad te komen wonen.’
Zorgen dergelijke projecten aan de rand van het centrum niet voor de leegloop van de stadskern, waardoor de import van armoede nog groter wordt?’

Bart Meganck: ‘Helemaal niet. We rekenen op een publiek dat de stad niet ontvlucht en zijn gading vindt aan de rand van de Molenbeek, in een open omgeving. Dergelijk project moet de mensen uitnodigen om terug in de stad te komen wonen.’

Karel De Cock: ‘We rekenen ook op jonge mensen die onafhankelijk kunnen wonen en gebruik maken van het openbaar vervoer en eventueel deelrijden organiseren.’

Bart Meganck: ‘We zijn vast van plan om een mobipunt te maken, waarbij mensen kunnen overschakelen naar een andere vorm van mobiliteit, waar elektrisch kan getankt worden of waar deelrijden kan worden georganiseerd. De bedoeling is om zoveel mogelijk mobipunten te organiseren en die met elkaar te verbinden.

‘Is dit project wel gesneden op de maat van de buurt?’

Karel De Cock: ‘We organiseren een andere vorm van bouwen en wonen. We bouwen in de hoogte. Het gaat hier niet om appartementsgebouwen die een allesoverheersende impact hebben. Integendeel. We gebruiken de natuurlijke en historische elementen uit de omgeving.’

‘Vraagt dergelijk project niet om meer ruimte? Je kan het vergelijken met het Kenniscentrum, een pracht van een gebouw dat gevangen zit in zijn omgeving. Is dat wel de plaats om dergelijk project neer te poten?’

Bart Meganck: ‘Het project sluit aan bij de studie van Buur. We zitten inderdaad een bouwlaag hoger dan dat de studie van Buur voorstelt, maar dat heeft te maken met het feit dat we het wonen hebben gelift, zodat we het gelijkvloers aan de omgeving kunnen teruggeven. Bovendien laten we voor de bewoners genoeg ruimte om creatief met elkaar om te gaan.’

‘Is er een marktgericht onderzoek geweest naar de haalbaarheid van dergelijk project?’

Bart Meganck: ‘Het idee is afgetoetst bij verschillende immokantoren. Die staan daar zeker niet negatief tegenover. Het is duidelijk dat dergelijke ambitieuze projecten in Geraardsbergen nog niet aanwezig zijn. In andere steden is dat wel het geval.’

Karel De Cock: ‘De meeste reacties die wij ontvangen zijn heel positief.’

‘Jullie rekenen op een trendbreuk in de streek.’

Bart Meganck: ‘Inderdaad. We rekenen op een trendbreuk. Zijn er beter plaatsen voor dit project? Misschien wel, maar het project markeert een toegangspoort tot de stad en ligt aan de Molenbeek die heel markant in de omgeving aanwezig is.’

‘Jullie bouwen wel in overstromingsgebied.’

Bart Meganck: ‘Veel overstromingsgevaar gaat er van de Molenbeek niet uit. Bovendien heeft minister Zuhal Demir (N-VA) niet gezegd dat er niet meer kan gebouwd worden in overstromingsgevoelige gebieden, wel dat er enkel nog omgevingsvergunningen worden afgeleverd aan water robuuste projecten.’

Steeds bereid tot communicatie en overleg
‘Was het niet beter geweest om in het centrum van Geraardsbergen projecten te ontwikkelen die de stadskern in zijn totaliteit zouden opwaarderen?’

Bart Meganck: ‘We spelen natuurlijk in op de kansen die zich aanbieden en de percelen die ter beschikking liggen. Daarnaast zijn we nog met andere projecten in Geraardsbergen bezig, met andere investeerders weliswaar, maar ook met het architectenbureau Oda. We vinden het wel jammer dat het project aan de andere kant van de Oudenaardsestraat (redactie: Bart verwijst naar het bouwproject van Samtex op de Ezelsberg) flopt wat betreft stedenbouwkundige ambitie. We hadden met de ontwerpers graag rond de tafel gezeten om na te gaan hoe we konden samenwerken.’

‘De mobiliteit op de Astridlaan en in de Oudenaardsestraat vormt een groot probleem. Als daar nog eens tientallen wooneenheden bijkomen, dan kunnen we van een verkeersinfarct spreken.’

Bart Meganck: ‘Er is een ondergrondse parking met 37 parkeerplaatsen voorzien. De meeste immokantoren vragen ons waarom we niet meer parkeerplaatsen voorzien. Er is inderdaad veel vraag naar. We kiezen ervoor om het aantal parkeerplaatsen te beperken en mikken op een doelpubliek die de voorkeur aan andere mobiliteitsvormen geeft. Ik begrijp ook dat er heel wat onvrede is, maar het was de mobiliteitsdienst van de stad Geraardsbergen die ons vroeg om de in- en uitrit langs de Stadsweg te organiseren.’

Karel De Cock: ‘We zijn uiteraard bereid om met de buurt en de stad Geraardsbergen te overleggen om tot een betere oplossing te komen. We willen uiteraard een project maken waar iedereen zich goed bij voelt. Dit project kan een wissel op de toekomst betekenen.’

Julien Borremans