Ga je weer kuisen ?
Nee, zeg. Czeslawa is gisteren pas geweest.
Wat ga je dan doen ? Je rolt de mat op…
Oefenen !
Om zelf te kuisen dus ?
Nee, voor de golf.
Je komt gedomme 20 jaar te laat voor de Golfoorlog. ‘k Zie jou al in een duikboot zitten.
Ze vindt het de moeite niet om op zulke flauwe grap te reageren. Dat heeft ze na jaren huwelijk al geleerd : zwijgen is winter en zomer goed. Maar toch vindt ze het in de lente soms wel eens nodig de stilte te verbreken. Dat kan gaan over de jongste kleindochter die wat lispelt of de slechte cijfers van de kleinzoon maar evengoed over haar vriendin die over een jaar haar vriend zal zijn of de vechtscheiding van hun buurmeisje.
Nu zwijgt ze wijselijk omdat het nog een beetje zomer is, vindt ze, maar ook al een ietsje winter.
Als ze al wat voorbereid wil zijn op de komst van een heus golfterrein in hun buurt, moet ze zich nu al beginnen opwarmen en dat zal niet volstaan met thermisch ondergoed en een kersenpittengeval. Gezien haar leeftijd en haar a-sportief genetisch materiaal moet ze zelfs de initiatielessen een stapje voor zijn. Haar vader had nooit goud behaald bij een van de moeilijkste disciplines uit die tijd : whisten op zateragavond in het voetballokaal. Een Oud-Zottegemse van Crombé was dé doping.
Haar moeder was recordhoudster van de 500 m snelstappen rond de wastobbe en ook dat talent gaf geen garantie op een sportief nageslacht. Wil ze binnenkort op de festivalweide verschijnen, niet als leadzangeres van de groep “Papa’s Wasje” maar als zendelinge om de golfboodschap in het Zottegemse uit te dragen, zoals haar tante nonneke ooit in de Kongo, dan wordt oefenen vanaf nu het sleutelwoord.
Hij slaat haar gade vanuit zijn hoek, van bij zijn computer, van over zijn bril. Hij zwijgt. Zij ook.
Een zwarte automat, die nooit het geluk kreeg betreden te worden door vuile voeten, heeft ze uit de reservekast gehaald waar ook nog het WC-papier ligt uit de tijd dat hamsteren al even besmettelijk leek als Covid-19 zelf.
Ze legt de mat waar ze eerst een rand heeft omgeslagen van het tapijt. Hij kijkt. Jawel, denkt ze : zwart hoewel VLD-voorzitter en VLD-raadslid het over een stuk kunstgras hadden uit een doe-het-zelfzaak en zoiets is volgens haar groen. Tenzij, denkt ze nog bij het dieper bukken, Jan Fabre en Arne Quinze en Wim Delvoye en zelfs Boy George houden het ook niet altijd bij de traditionele natuurlijke kleuren.
En dan, nog steeds met diezelfde uitdrukking van vermoorde onschuld, als toen hij haar vroeg of ze niet eens zouden trouwen, vraagt hij dit keer :
Wat ligt die mat hier te doen ?
Die mat gaat hier nog dikwijls liggen, antwoordt ze, dat is “the practice”, en dat preekt ze uit in het puurste Oxford Engels zoals ze Jan Becaus hoorde praten. Hier ga ik oefenen en aan mijn slag werken, voegt ze er nog gauw aan toe vóór hij lacht met haar feilloze Engelse uitspraak.
Je slag van de molen of die van Waterloo ? krijgt hij nog vlug gezegd voor ze verdwijnt en terugkeert met haar “tee”, dat stukje tuinslang waarover de twee blauwe promotoren het in hun artikel hadden. Ook een papieren zakje van de apotheker heeft ze mee, vol met balletjes, echte golfballen.
Hij hoeft het woord niet te vragen of te nemen want hij had het nog steeds.
Van waar kom jij met al die golfballen ?
Van Waterloo !
Ze zal nog dikwijls het tapijt moeten omslaan voor ze eenmaal op de festivalweide achter de Bevegemse Vijvers kan gaan oefenen. Ook Tiger Woods is eenmaal moeten beginnen.