In deze reeks neemt historicus Danny Lamarcq voor NUUS de Zottegemse straatnamen onder de loep. Deze maand is het de beurt aan de De Heldenlaan, de laatste aflevering in deze prachtige reeks.
Voor wie de vorige stukken in de rubriek heeft gemist, klik op link: Intro rubriek, De Colfmaekerstraat, Duivelsvoetstap, Pijperzele, De Munkbosstraat Wurmendries, Steenakkerweg, Brouwerijstraat en Alsbroeken (De Beukelaar), De Munkbosstraat, Schoofland, Stopweide, Het Politieke Gevangenenplein, Het Kruiswaterplein, de Nieuwpoortmolen, de August De Rouckstraat, de Klemhoutsraat, de Astridstraat.
De Heldenlaan
Zowel op oude kaarten als op een recent stadsplan valt de envergure van de Heldenlaan op. Geen enkele straat in het centrum heeft de breedte van deze laan. Dat is zo al achthonderd jaar. Maar de naam van de straat is veel recenter. We vlooien het voor u uit en voeren u terug tot het ontstaan van Zottegem.
Vredelievende greep
Zet u schrap, want we beginnen met een forse uitspraak: Zottegem was ooit samen met Strijpen één entiteit. Pas later werd er als het ware een hap uit dat grote geheel genomen: Zottegem! Michel Van Den Bossche en Marcel Hoebeke formuleerden het zo: “Strijpen omknelt Zottegem in een vredelievende greep”. En dat zie je goed op een kaart.
Oorspronkelijk denken we dat Vollander – een prehistorische naam die niets anders betekent dan “nederzetting bij de vaalkleurige beek” – de naam was van het grotere geheel. Later verloor het gebied een hap: Zottegem. De grotere brok kennen we als Strijpen.
De nederzetting “Zottegem” lag trouwens niet waar nu de stadskern ligt. Het oorspronkelijke dorp lag aan de huidige Bruggenhoek, waar later de heer van Zottegem de Dijkvijver zal uitgraven, het spaarbekken dat de wallen van zijn burcht, het latere kasteel, op peil moet houden. De plaatsnaam ‘Ten Dorpe’ verwijst naar die oorspronkelijke kern.
Dorfballung
Diezelfde heer speelt een hoofdrol in het verhaal van de Neerstraat. In de 13de eeuw gaat hij het oorspronkelijke dorp verplaatsen en een aantal functies (de markt, de kerk, het schepenhuis en de lakenhalle) bijeenbrengen op één centrale plaats. Die liggen nu allemaal samen rond het huidige marktplein.
Zo’n verplaatsing van een dorpskern én een groepering van de functies was in die periode vrij algemeen in West-Europa en is bekend als ‘Dorfballung’.
De Zottegemse heer verlegde de nieuwe dorpskern naar de hoofdweg voor doorgaand verkeer van Gent naar Ronse. Die verkeersader werd vergroot tot een bijna rechthoekig plein tussen de burcht van de heer en de dorpskern: De Neerstraat.
De verkeersader werd de Kasseie, de Heerweg en ook wel de Rechte Weg genoemd. Later, en minstens vanaf de jaren 1600, kennen we de brede verbinding tussen kasteel en Markt als de Neerstraat.
Hoe die weg er uitzag weten we maar mondjesmaat. Naast Sanderus (1641-1644) kennen we afbeeldingen op de Villaretkaart (1745-1748) en op de kaart van Ferraris (1771-1778). Waar Sanderus slechts twee bomen langs de straat tekent, zien we bij Villaret en Ferraris duidelijk een brede straat met bomen: een laan. Bij Villaret ligt de dubbele bomenrij in het midden van de straat; bij Ferraris staan de bomen aan weerskanten van de weg.
Weldoende lommer
Ook omstreeks 1830 was de Neerstraat een laan. De schepenen beschrijven de straat in 1831. De Neerstraat is dan nog altijd de ruime verbindingslaan tussen het kasteel en het marktplein met de kerk. De eigenlijke weg ligt in het midden en is gekasseid. Aan weerskanten staat een rij lindebomen “te beginnen naast de merckt neerwaerts af”, dus vanaf het marktplein tot aan het kasteel. Tussen de bomenrijen en de huizen liggen onverharde grondstroken. Voor de voetgangers zijn ‘plankieren’, oorspronkelijk houten gaanpaden, langs de huizen gelegd. “De Neerstraat is een aangenaam aandoende en voorname woonstraat met drukke beweging, vooral op de dagen waarop de marktgangers en bezoekers er bezit van nemen”, lezen we. En verder: “De kinderen vinden er plaats voor hun wisselende spelen en de kermiskramen een aantrekkelijke opstelling”.
“Aan beide kanten staan zowel statige als bescheiden woningen, winkels, werkhuizen en boerendoeningen, met stallingen en bijgebouwen, lochtingen en boomgaarden die zich achteraan uitstrekken tot aan de Vestenwegel en aan de overzijde tot aan de achtergronden van de Kasteelstraat”. Neem een luchtfoto bij de hand en je ziet die configuratie van de percelen tot op vandaag.
Nieuwe bomen
In de verslagen van de gemeenteraad duikt de Neerstraat opnieuw op in 1850. Dat jaar wordt er 75 frank voorzien “voor de vernieuwing der bomen in de Nederstraete. De boomen op deze schoone straete staende zijn ten grootsten deele verdroogt en moeten noodzakelijk vervangen worden”.
Of ze wel degelijk in 1850 werden gerooid en vervangen, is niet zeker want ook in de begrotingen van 1852 tot 1857 vinden we dezelfde post terug, soms genotuleerd als “voor de vernieuwing en het kuisen der bomen”.
Ondergrondse afwatering
Eind de jaren 1870-begin de jaren 1880 worden ingrijpende werken in de Neerstraat uitgevoerd.
In de zomer van 1878 stelt de gemeenteraad een dossier samen voor saneringswerken van zowel de Hoogstraat als van de Neerstraat. “De vuile waters kunnen gedurig vloeien en uit bijna alle huizen komen vuilgoten” stipt de raad aan. “De greppels en voetpaden zijn in gebrekkige staat” en “de waters blijven er staan”. “Daar heeft de gezondheidstoestand van Sottegem onder te lijden”, lezen we.
De Neerstraat heeft dan “een groote breedte van zes- tot zevenentwintig meters. De steenweg aldaar heeft een breedte van zes meters, geboord door eenen gekassijden gracht. De zijkanten zijn zeer onnuttig en liggen oneffen en ongemakkelijk zelfs voor de voetgangers”.
Er dringen zich dus werken op. Zottegem vraagt een stevige subsidie om “een onderaardse gote te maken van aan het hoogste punt van de Hoogstraat tot aan de gracht van het kasteel in de Neerstraat”. Verder vragen de raadsleden aan de minister van openbare werken om de kasseiweg in de Neerstraat te vergroten tot een breedte van 8 meter, boorstenen te plaatsen op 4 meter van de buitenlijn van de verbrede kassei en “door brede pleinen de ongelijke delen van de voetpaden gemakkelijker te kunnen verbinden met de bestaande huizen”.
In een meer herschapen
Het dossier sleep aan en in 1880 richt de gemeente een nieuw verzoek aan de minister. De Neerstraat is immers eens ‘Staatsbaan’ en dus moet de hogere overheid toch wel stevig in de buidel tasten, vinden de Zottegemse bestuurders. En het mag het best wat vlug gaan, want de toestand is dramatisch. Bevoegde ambtenaren konden “gedurende de lesten winter de nuttigheid en de dringendheid’ van de werken vaststellen: de bestaande wateraflopen waren nagenoeg onbruikbaar. Ze waren “in een meer herschapen, overdekt met ijs, bij zo ver werklieden van den staat verscheidene dagen bezig zijn geweest het ijs open te kappen, daar het onmogelijk was zonder zich alle ogenblikken bloot te stellen aan ongelukken op dezelfde te rijden of te gaan”.
Om de zaak te bespoedigen is een raadslid zelfs bereid uit eigen zak een lening te voorzien van 5.000 frank, … maar wel aan 4,5%.
In juli 1881 schiet men in gang. De middelen zullen worden aangewend voor: “het aankopen en plaatsen van boordstenen” in de Neer- en Hoogstraat, “het opkappen, laden, wegvoeren en lossen der aarde tussen de Markt en de Kerkhofstraat”, het verbreden van de Neerstraat tot 8 meter “met oude stenen en nieuwe zavel”, ‘het leggen der greppels en voldoende raccordement van aan de Markt tot aan den draai van het kasteel”, “het laten leggen van kalseidenmeel tussen de boordstenen en de kasseien van aan het stadhuis tot aan de Kerkhofstraat” en “het wegnemen der aarde daarvan voortkomende en de kosten van toezicht der werken”. Maar al
vlug zijn er bijkomende kosten, onder meer voor het plaatsen van boordstenen en het verbreden van de Neerstraat en voor het aansluiten van de nieuwe kassei op de kasseien van de aanpalen straten, werken die samen met de aanleg van de riolering (waterafleiding) moeten gebeuren.
De tram
Omstreeks 1900 komen er verschillende dossier voor het aanleggen van buurtspoorwegen op tafel. De eerste is die van Wetteren naar Zottegem.
In 1896 breekt de gemeenteraad een lans om dit moderne transportmiddel langs de Neerstraat te laten lopen. De raadsleden voeren aan dat “de Neerstraat een brede straat is, gans geschikt om de nieuwe tramlijn aldaar aan te leggen en dat dit bijgevolg niet het minste gevaar oplevert voor de openbare veiligheid”. Bovendien is het van groot belang voor de gemeente dat de tramlijn “langs deze straat opkome”. Het zal trouwens goedkoper zijn in deze dan in andere straten. Verder kunnen “de koopmans, landbouwers en neringdoende lieden” die zich wekelijk naar de markt begeven “op die wijze met hun koopwaren rechtstreeks ter marktplaats worden gebracht”. En, als het via Neerstraat gebeurt, wil gemeente 50.000 fr. inbrengen en daar bovenop 1.750 fr/jaar gedurende 90 jaar.
Maar de provincie heeft een ander gedacht en twee jaar later keert het bestuur zijn kar. Zottegem gaat akkoord ondanks een petitie van de inwoners: “Gezien het smeekschrift toegestuurd aan het college door verscheidene inwoners der gemeente strekkende om deze tam langs de Neerstraat te leggen. Verwerpt de beweegreden van het smeekschrift en brengt gunstig advies over het ontwerp uit”.
Monument
Na de Grote Oorlog worden overal in België en Frankrijk standbeelden en monumenten geplaatst om de gesneuvelden en gevallen te gedenken. Dat zal in Zottegem het uitzicht van de Neerstraat voor de volgende generaties bepalen.
Al in het voorjaar van 1919 worden de eerste ideeën voor een heldenmonument gelanceerd en de mogelijke inplantingsplaatsen worden onder de loep genomen. Op de Markt staat Egmont en die verdient er zijn vaste stek. “Aan Hoogstraat en Statiestraat valt niet te denken, die hebben geen ruimte af te staan. De Neerstraat is breed en als twee rijen bomen die straat in een ‘laan’ konden herscheppen, mij dunkt dat het aan de esthetiek onzer gemeente niet schaden kan”, maar eigenlijk komt het Stationsplein meer in aanmerking, stelt men in De Beiaard.
‘t Nieuw Zottegem
In hetzelfde weekblad geeft een lezen zijn visionaire idee over de uitbreiding van Zottegem. Hierin wordt een lans gebroken voor de uitbreiding van Zottegem naar Bevegem toe en precies daar zou het huldemonument tot zijn volle recht komen. De lezer schetst een waar urbanisatieplan. Hij stelt voor Bevegem voor een groot stuk te onteigenen om daar ” t nieuw Sottegem” te bouwen. Het bestaande station zou worden afgebroken en in het verlengde van de Stationsstraat zou een laan komen : “eene dreef, de Koninginnedreef genaamd, 25 meters breedte beplant met 2 rijen stamboomen, ik zeg, zinnebeeldige eiken, dit waren onze gesneuvelde helden, afgewisseld met lorkebomen. Deze dreef leidt ons naar de tramhalte Hautem en Essche. Verders loopt de dreef naar de hoogte en tot haar doeleinde, het mausolée of triomfboog, waar wij Sottegem’s dappere zonen willen herdenken en vereeren (…). Waarin zoude dit best bestaan : een schrale zuil zoude weinig beduiden in de verte en in eene opene vlakte. (…) eene rouwkapel, het H. Hart toegewijd, ware den besten vorm om onze dankbare gevoelens weer te geven. Rond dat Hart (…) zouden de namen prijken. (…) Trok men 32 straten, men gaf aan ieder den naam van een onzer helden (…) in plaats van de officieele nummering zal men lezen : Villa Leman, Huis Kardinaal Mercier, Paleis Albert, (…). Men vinde er ook eene plaats Notaris Roels, eene fontein Désiré Van den Bossche, (…)”.
De schoonste en rustigste straat van Zottegem
Pas in juni 1921 beslist het gemeentebestuur om het heldenmonument op te richten “boven aan de Neerstraat”. Blijkbaar was daar eerder al over gepraat, want de inwoners reageren al midden mei dat jaar op die keuze langs een lezersbrief in De Beiaard : “Het komiteit gelast met de inrichting van het standbeeld ter herdenking van onze gesneuvelden, terechtgestelden en opgeëischten, zoekt op de Neerstraat de geschikte plaats om het monument te zetten. Volgens ons geen beter standpunt, dan rechtover Van Cauwenberghe en dit om de volgende redenen. Komt men op de markt, onwillekeurig richt mij zijne blikken naar de Neerstraat. Wij bemerken het standbeeld in de verte met in den rug het groen en weelderig gebladerte der boomen van het kasteel van Egmont, de boomen van onzen nieuwen boulevard zullen om zoo te zeggen de bezoekers en wandelaars aanzetten, het standbeeld van nabij te beschouwen en zijne schoonheid te bewonderen. Dit zal eene nieuwe beweging brengen op de Neerstraat welke zonder twijfel de schoonste en rustigste van Sottegem is. De handel kan er niet meer aan verbeteren. Zoo men het op de markt plaatste, dan verliest de Neerstraat gansch hare schoonheid, en den boulevard hadde geen rede meer van bestaan.”
Begin augustus 1921 wordt een “Comiteit tot onthullingsfeesten” boven de doopvont gehouden. Intussen heeft ook Bruggen en Wegen zijn fiat gegeven en kort daarop volgt de ministeriële goedkeuring tot de bouw van het heldenmonument en voor het aanplanten van 26 platanen en een vrijheidsboom.
Heldenlaan
In het geheel van de hulde werd door de liberale raadsleden ook een lans gebroken om Roels en Van den Bossche met een straatnaam te vereremerken. In een brief aan het schepencollege, gedateerd 17 juni 1921, stellen ze voor “het einde van de Neerstraat de benaming te geven van Désiré Van den Bosschestraat” en “de Brugstraat te wijzigen in Léonce Roelsstraat”. De bestuursmeerderheid gaat daar echter niet op in, waarbij de burgemeester laat optekenen dat “om verscheidene redens het niet wenselijk is namen van straten te veranderen”. Voor alle duidelijkheid, van een naamsverandering voor de Neerstraat is hier nog geen sprake.
Die naamsverandering komt pas in 1933 op tafel wanneer onder andere de “Neerstraat” wordt omgesmeed tot Heldenlaan, “het einde Neerstraat” wordt omgedoopt tot Désiré Van den Bosschestraat en de “Brugstraat” noemt voortaan de Léonce Roelsstraat. De raadszitting van 4 april 1933 leert ons dat lang niet iedereen akkoord ging met de naamswijziging van de nieuwe laan. Terwijl er over 14 straten wordt gedelibereerd en 13 ervan met algemene stemmen een nieuwe benaming krijgen, loopt het bij de Neerstraat minder vlot. De straatnaam Heldenlaan wordt wel goedgekeurd met 7 ja-stemmen, maar er zijn één neen-stem en twee onthoudingen.
De straatnaam Heldenlaan mag dan al bijna honderd jaar zijn ingevoerd, nog heel wat oudere Zottegemnaars spreken steevast van ‘de Neerstraat’. Het is samen met ‘de Zwarte Gracht’ – al jaren officieel ‘Arthur Scheirisstraat’ – een van de weinige straten van wie de aloude benaming nog wordt gebruikt.
Vlaamse Ardennen
In 1993 kreeg de Heldenlaan een tweede monument. Op 3 oktober van dat jaar werd de Poort van de Vlaamse Ardennen ingehuldigd. De sculptuur werd onder aan de laan ingeplant en is een blikvanger bij het binnenrijden van Zottegem.
De lokale VTB-VAB schreef een wedstrijd uit en Paul Baele, toenmalig directeur van de stedelijke academie voor beeldende kunst tekende voor het winnende ontwerp.
Het monument in cortenstaal en zandsteen is opgebouwd uit een molensteen en uit een stalen poort bekroond met een stalen sculptuur. De molensteen verwijst naar de vele kleine waterlopen en de talrijke watermolens in de streek; de poort symboliseert uiteraard de ‘toegang’ tot de Vlaamse Ardennen en de al in de jaren 1930 gelanceerde toeristische promoslagzin: ‘Zottegem. Poort der Vlaamse Ardennen’. Het cortenstaal refereert aan de vele metaalverwerkende bedrijven in Zottegem en de bekronende sculptuur is een reminiscentie aan de felle natuurlijke reliëfs, typisch voor de Vlaamse Ardennen.
Masterplan
Goed honderd jaar na de facelift van de Neerstraat, met de dubbele bomenrij en het Heldenmonument, zal de de Heldenlaan opnieuw grondig worden aangepakt.
De straat was een onderdeel van het prestigieuze ‘Masterplan’ dat de stad in 2019 lanceerde: de “Open Oproep 001616. Stad. ZOTTEGEM – Volledige studieopdracht voor de opmaak van een masterplan voor de publieke ruimte in het stadscentrum en de stationsomgeving te Zottegem” van de Vlaamse Bouwmeester. De Parijse firma Uaps sleept de opdracht binnen en kreeg in december 2010 het fiat van de gemeenteraad, maar de start van de werken sleepte aan. De firma trok zich terug en pas eind 2014 werden de aangepaste plannen voor een deel van het centrum opgestart en een jaar later grotendeels afgerond. De Heldenlaan werd voorzien voor een latere fase.
In het oorspronkelijke plan zou het uitzicht van de laan ingrijpend veranderen. We lezen: “Voor de Heldenlaan opteren wij voor het verleggen van de rijbaan tussen de bomen. Het oorlogsmonument dat bovenaan de Heldenlaan staat zal worden verplaatst naar de onderste strook van de Heldenlaan”.
De denkpiste van een rijbaan tussen de bomen bleek ak gauw niet realiseerbaar. De platanen – er staan er vandaag nog 18 – maken deel uit van het beschermd stadsgezicht en moeten behouden blijven. Ze allemaal rooien en vervangen door nieuwe exemplaren werd door het Agentschap Onroerend Erfgoed al meerdere keren van tafel geveegd en na een tweede grondige boomstudie werd beslist vier echt slechte bomen te rooien en te vervangen en de andere te behouden. Vooral hetwortelgestel dient vanaf nu erg goed in de gaten te worden gehouden en met een rijbaan in het middel is dat onmogelijk. Alavst voor het redden van de platanen werden de nodige middelen ingeschreven.
Maar, hoe het nu verder moet is tot op vandaag niet duidelijk. De aanpak van Heldenlaan blijft aanslepen. Al een paar keer werd de start van de werken in het vooruitzicht gesteld, maar telkens weer bijgestuurd. Zo lezen we in januari 2017 dat de heraanleg in 2018 zeker start; in oktober datzelfde jaar wordt dat “ten vroegste in 2019” en eind 2020 comminiceerde het stadsbestuur “Er worden momenteel al volop plannen gemaakte voor de definitieve heraanleg van de Heldenlaan als laatste fase van de stadskernrenovatie al zal dat nog niet voor meteen zijn. Er wordt niet gestart met die werken vooraleer de ondergrondse parking van het nieuwbouwproject ‘Collegium’ op vlakbij gelegen site van het oud-college is opgeleverd”.
Bronnen
Danny Lamarcq, Oorlogsmonumenten te Zottegem. Stille getuigen van twee wereldbranden. Een inventaris van de tastbare getuigenissen en een poging tot biografie van alle gesneuvelden en slachtoffers, in: Zottegems Genootschap voor Geschiedenis, Handelingen, VII, 1995, p. 13-136.
Danny Lamarcq, Het Heldenmonument aan de Heldenlaan, in: Stad Zottegem, Stedelijk informatieblad, 2013, nr. 4
Danny Lamarcq, Het “Heldenmonument” aan de Heldenlaan, in: Stad Zottegem, Stedelijk informatieblad, 1994, nr. 3
Danny Lamarcq, Van Neerstraat tot Heldenlaan, in: Stad Zottegem, Stedelijk informatieblad, 2017, nr. 2, p. 9
Danny Lamarcq, De tramstatie, in: Zottegems Genootschap voor Geschiedenis, Handelingen, XIII, 2007, p. 149-152
Renaat van der Linden, Eigentijdse straatbeelden, Gent, 1994.
Luc Van Durme, Plaatsnamen te Zottegem en Strijpen, Zottegems Genootschap voor Geschiedenis en Oudheidkunde. Handelingen IX-2, 1999.
Luc Van Durme, Op toponymische speurtocht door het oude Zottegem, in: Zottegems Genootschap voor Geschiedenis en Oudheidkunde. Handelingen X-1, 2001, p. 13-26..
Frans Watté, Zottegem. 17e-18e eeuw, 29e Jaarboek van de Zottegemse Culturele Kring, 1986.
FEL, Heraanleg Heldenlaan start in 2018, in: Het Laatste Nieuws, 3 januari 2017.
FEL, Heraanleg Heldenlaan ten vroegste in 2019, in: Het Laatste Nieuws, 16 oktober 2017.
Frank Eeckhout, 200.00 euro om platanen te redden. Heraanleg brengt voorbestaan van bomen niet in gevaar, in: Het Laatste Nieuws, 22 december 2018.
Uaps: Zottegem een choreografie van open ruimte. https://www.vlaamsbouwmeester.be/sites/default/files/open_call_project_submission_presentation_bundles/uaps_0.pdf. Geopunt: www.geopunt.be.
Stad Zottegem, notulen Gemeenteraad, 1800-2021.