Uit het antwoord van Vlaams minister van werk Hilde Crevits (CD&V) op een parlementaire vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Ilse Malfroot (Vlaams Belang) blijkt dat het gebruik van de groots aangekondigde Brexit-veerkrachtsubsidie – die bedrijven dient te ondersteunen die getroffen worden door de Brexit – tot op heden geen succes is. Slechts 12 projecten werden tot dusver goedgekeurd. Ingevolge deze onderbenuttig kondigt de minister nu aan dat de voorwaarden om er een beroep op te kunnen doen, zullen worden versoepeld. “Blijkbaar is de aanwending van de subsidie onvoldoende opgevolgd”, stelt Malfroot vast.
De Vlaamse regering lanceerde de Brexit-veerkrachtsubsidie een klein jaar geleden als onderdeel van een pakket steunmaatregelen om de gevolgen van de Brexit in volle coronacrisis op te vangen. Een kmo kan maximaal 50.000 euro steun ontvangen: maximaal 25.000 euro voor de ondersteuning van een of meerdere externe dienstverlener(s) en maximaal 25.000 euro voor de eigen kosten van de onderneming.
Op basis van het antwoord van de minister op haar vraag stelt Malfroot nu vast dat er slechts 27 aanvragen werden ingediend waarvan er dan nog eens amper 12 positief werden beoordeeld. Zes van de twaalf goedgekeurde aanvragen zijn voor ondernemingen uit West-Vlaanderen, drie uit Limburg, twee uit Antwerpen en één uit Vlaams-Brabant. Voor Oost-Vlaanderen was er zelfs geen enkel goedgekeurd dossier. Drie goedgekeurde aanvragen komen uit de textielsector, drie uit de voedingssector, twee uit de handelssector en telkens één uit de metaal-, IT- en vervoerssector. Eén goedgekeurde aanvraag betreft een door de minister niet nader genoemde ‘andere’ sector.
Het Vlaams Belang stelt dan ook vast dat de Brexit-veerkrachtsubsidie met nauwelijks 12 goedgekeurde aanvragen fors onderbenut wordt. “Alhoewel de Vlaamse regering voor deze projectoproep 14 miljoen euro subsidie ter beschikking stelde, bedraagt het totale bedrag aan toegekende subsidies tot op heden amper 442.942 euro”, reageert Malfroot.
De minister besluit uit de cijfers dat “het verplicht inwinnen van extern advies voor veel ondernemingen blijkbaar een drempel is om een aanvraag in te dienen, maar anderzijds niet altijd noodzakelijk om de bedrijfsvoering aan te passen aan de nieuwe Brexitrealiteit”. Ze kondigt daarom aan dat de Brexit veerkrachtsubsidie wordt aangepast in die zin dat externe dienstverlening voortaan niet langer verplicht wordt. Bedrijven kunnen op die manier steun aanvragen voor de eigen kosten in het kader van het Brexit-project, onder andere voor personeelskosten om de logistieke keten van en naar het VK te verbeteren of voor de administratieve rompslomp van de douaneformaliteiten.
Het Vlaams Belang betreurt dat de Vlaamse regering weliswaar groots uitpakte met een initiatief als de veerkrachtsubsidie, maar de aanwending ervan achteraf duidelijk onvoldoende opvolgde. “Wanneer dergelijke instrumenten worden ingezet die beantwoorden aan een reële nood aan ondersteuning, moet erover gewaakt worden dat ondernemingen die er nood aan hebben er ook daadwerkelijk beroep op kunnen doen. Naast de aanpassing van de voorwaarden, is allicht ook een betere promotie op zijn plaats”, besluit Malfroot