In de Jonkersstraat komt een 200 meter hoge windturbine

De komende jaren komen er nog 7 windturbines bij


Schendelbeke. Ten zuiden van het bedrijventerrein Schendelbeke aan de N42 aan de Jonkersstraat komt een windturbine met een hoogte van 200 m. Eens de turbine op volle toeren draait, zal ze 3561 gezinnen van groene stroom kunnen voorzien. Aanvankelijk stuitte het project op de nodige weerstand, maar uiteindelijk werd het licht op groen gezet. De voorgeschiedenis van het project is opmerkelijk.

Aan de Jonkersstraat langs de spoorlijn tussen Nederboelare en Schendelbeke komt een windturbine met een tiphoogte van 200 m en een masthoogte van 125 m. De rotordiameter bedraagt 150 m. Het elektrisch vermogen is goed voor 4,5 megawatt, waarmee 3561 gezinnen van groene stroom kunnen worden voorzien.

Voorbereidende werken
De werken worden door de Antwerpse investeringsmaatschappij Storm uitgevoerd. Op 12 december 2019 leverde de Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen een vergunning af. De werken zijn op 4 oktober dit jaar begonnen. Momenteel worden de kabels en de cabine geplaatst. Er zijn al enkele voorbereidende werken opgestart zoals de aanleg van de toegangswegen en de civiele werken. De start van de eigenlijke bouw is voorzien in februari 2022. In juli volgend jaar wordt de turbine operationeel.

Het transport van de 70 meter lange wieken belooft een spectaculair hoogstandje van transport te worden. Om alles in goede banen te leiden, wordt de Jonkersstraat op bepaalde plaatsen verbreed.

In 2011 had de investeringsmaatschappij Storm plannen om twee windmolens in Schendelbeke te bouwen. Aanvankelijk had men de bedoeling om de windmolens tussen de industriezone Diebeke en de Dender in te planten, op zowat een steenworp van het industriegebied waar Seminck Gas gevestigd is. De inplanting was zeker niet optimaal, waardoor men voor een andere locatie heeft gekozen.

De bocht van de Open Vld
Het buurtcomité windstil organiseerde in 2011 met steun van de Open Vld het verzet tegen de komst van de windmolens. ’De Open VLD is niet gekant tegen groene energie maar als het op deze manier moet, dan hoeft het voor ons niet’, zei schepen Eric Spitaels in het Nieuwsblad. ‘Samen met zijn partijgenoten Guido De Padt, Martine Duwyn, An Panis en Leonce Nachtergaele is hij niet van plan om de aangevraagde vergunning goed te keuren. Volgens Spitaels is de windturbinepromotor overigens niet vies van wat financiële stimulansen… We gaan dat spelletje zeker niet meespelen.’, liet Eric Spitaels in het Nieuwsblad optekenen.

‘Door de plaatsing van windmolens, zal de Muur als topattractie van Geraardsbergen, aan belang verliezen. Het vergezicht wordt verstoord door niet-authentieke elementen en vormen een doorn in het oog van de toerist’, liet toenmalig schepen van Leefmilieu en Toerisme Sarah De Backer in Het Laatste Nieuws optekenen. ‘Door de plaatsing van windmolens, zal de Muur als topattractie van Geraardsbergen, aan belang verliezen. Het vergezicht wordt verstoord door niet-authentieke elementen en vormen een doorn in het oog van de toerist’, merkte Burgemeester Guido De Padt in Knack op, die daaraan toevoegde dat die argumenten als stedenbouwkundige motivatie gebruikt kunnen worden.

Nog zeven windmolens
De inplanting van de windmolen staat los van de plannen van de stad Geraardsbergen om – in samenwerking met de provincie en het Vlaams Energiebedrijf NV – 7 windmolens op ons grondgebied in te planten. ‘Binnen drie jaar moet de aanbesteding achter de rug zijn. Voor het totale traject mag je rekenen op 6 à 7 jaar’, liet schepen van Duurzaamheid en Milieu Martine Duwyn (Open Vld) op de gemeenteraad in mei weten. Tot ongenoegen van Bram De Geeter (Vooruit) en Stéphan Bourlau (Het Alternatief) kon over de locatie van de inplanting niets worden gezegd. De provincie is op de hoogte van de locaties, het stadsbestuur niet.

Stéphan Bourlau is grote voorstander van groene energie, ‘maar we mogen niet blind zijn voor de nadelen.’ ‘Het gebied, waar de windmolen wordt opgebouwd, staat ingekleurd als biologisch waardevol tot zeer waardevol gebied, waar zeldzame vogels wonen. Het is geen geheim dat een flink deel van die vogels door de wieken worden gegrepen. Ook is er een ernstige verstoring van landschap- en stadsgezichten. Deze gevaarten zijn hoger dan de Oudenberg en domineren het landschap. Een windmolen vraagt ook een betonnen sokkel van 400 m² en voor de aanleg ervan zijn brede toegangswegen nodig, die er momenteel niet zijn’, analyseert Stéphan Bourlau.

Julien Borremans