We vonden in ‘De Brugsche Gazette’ een bericht over pastoor Eduardus Joannes Bracke van Oosterzele. Het artikel verscheen op 18 juni 1852. Hij was pastoor van Oosterzele van 19 december 1833 tot zijn overlijden in Oosterzele op 29 december 1858. Hij werd geboren in Gent op 13 november 1797. De Brugsche Gazette meldt dat de Oosterzeelse pastoor Bracke verwikkeld is geraakt in een vechtpartij met een openbaar ambtenaar. Op de Gentse verkiezingen zou pastoor Bracke het stembriefje van een liberaal ontnomen en verscheurd hebben. Een ambtenaar kwam tussen en zei dat de pastoor dat recht niet had. Pastoor Bracke nam dit niet en er ontstond een vechtpartij. ‘De priester greep – in plaats van zijn onrecht te bekennen – de ambtenaar bij de kraag en begon met hem een ‘worsteling’. ‘Zo staat het in de ‘Indépendance’, schrijft ‘De Brugsche gazette’.
Het incident zorgde voor veel ophef én controverse. ‘We citeren uit het bericht: ‘Het gedrag van den pastoor van Oosterzele werd hevig beknibbeld, men betreurde dat de politieke drift in zoo ver eenen geestelyken kon wegvoeren, dat hij het geheiligd karakter vergat, waermee hy bekleed is’. Het Nederlands medio 19 de eeuw is dus best heel goed leesbaar.
Pastoor Eduardus Bracke ging in het verweer en schrijft een brief naar de ‘Indépendance’. ‘Den eenigen priester, die kiezer is, in deze gemeente zynde is het tot my dat deze hatelyke beschuldiging gerigt is, tegen welke ik protesteer, en haer valsch en lasterlyk verklaar, in alle punten’, fulmineert pastoor Bracke. De ‘Indépendence’ rept geen woord over de brief van de Oosterzeelse pastoor. De Brugsche Gazette: ‘Houdt de ‘Indépendence’ de beschuldiging staende? Waarom logenstraft zy dan den brief van den pastoor Bracke niet? Is de daedzaek valsch? Waerom dan zooveel edelmoedigheid niet bezitten, zulke eerlooze vertelsels, die binnen- en buitenlands schande zyn, te herroepen? Een van beide, of de Indépendence of den pastoor van Oosterzele verdienen eenen hevigen blaem: tot heden toe blyft men hem, met rede, op het ministeriele blad werpen’, einde artikel in ‘De Brugsche gazette’.
Een stuk achtergrondinformatie. Op dinsdag 8 juni 1852 vonden gedeeltelijke verkiezingen plaats voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers. De 54 zetels in de provincies Oost – Vlaanderen, Henegouwen, Luik en Limburg werden opnieuw verkozen. Global genomen leden de liberalen een nederlaag, ze verloren 12 zetels aan de katholieken, maar in Gent won de liberale lijst de 7 zetels. De macht van de liberale partij was nog niet overtuigend genoeg om Leopold I tot een tweede homogeen kabinet te kunnen dwingen. De ‘Brugsche Gazette’, later ‘De Gazette van Brugge en van West – Vlaanderen’ was een weekblad in Brugge van 1795 tot 1919 (vergelijkbaar met het jammer genoeg ter ziel gegane De Beiaard) van. De stichter was Joseph Emmanuel Robert Bogaert (° Brugge, °1752, + 1820), drukker, uitgever, rederijker en taalijveraar. Hij publiceerde een manifest ter verdediging van de Vlaamse taal, heel gedurfd en moedig in volle verfransingsperiode. Joseph Bogaert was een van de belangrijkste taalijveraars van zijn tijd en voor West – Vlaanderen en Brugge dé onbetwistbare koploper. Voor zijn vele verdiensten kreeg hij van de stad Brugge pas in 2015 een postuum eerbetoon, de stad zette de ‘Joseph Bogaertstraat’ op de kaart. (mvdv , foto ddl)