Groen stelt zich vragen bij de nieuwe overeenkomst tussen de stad Zottegem en de tennis- en padelclub in Zottegem en vindt dat er een te grote rekening wordt doorgeschoven naar de belastingbetaler.
“Op de gemeenteraad van 24 januari 2021 stond het punt geagendeerd dat de rechten van opstal regelt tussen de stad Zottegem, het Autonoom Gemeentebedrijf, de Tennisclub VZW en de gebruiker VOF Juma Sport”, schetst Groen-raadslid Heidi Schuddinck. “Het dossier bevat tal van aspecten waar je meerdere vraagtekens bij kan plaatsen. Groen is van mening dat het bestuur zich laat leiden door de drang om te scoren en niet door goed bestuur. Gedurende 50 jaar mogen de gronden en de daaraan verbonden tennishal geëxploiteerd worden voor een symbolische 1 euro (niet te indexeren) per jaar. De sloop van de tennishal wordt ten laste genomen van het AGB, de verkoopwaarde van de tennishal wordt zeer laag ingeschat terwijl de jaarlijkse inkomsten het dubbele bedragen.”
“Ter vergoeding van de padelterreinen wordt jaarlijks 600 euro per terrein aangerekend. Iedereen kent de hoge bezetting en het succes van de terreinen. 600 euro zou een marktconforme prijs zijn volgens het bestuur, maar de beschikbaarheid van de gronden is niet openbaar gemaakt voor andere partijen en deze gronden worden zonder concurrentie aan de T.C. club en JUMA Sport toegekend. Is 600 euro dan marktconform? Zonder openbaarheid en andere partijen te laten meedingen is dit een aanname van het bestuur. Ons lijkt 600 euro per jaar te weinig. Samen met de zeer lage erfpacht van 1 euro per jaar, is het duidelijk dat de tennisclub en padelclub gesponsord worden door de belastingbetaler. Deze beslissing is in strijd met het recht op mededinging, het algemeen belang en het gelijkheidsbeginsel. Bovendien is het toekennen van openbare, financiële middelen ten bate van één persoon echt niet oké.”
“Als men een heldere en transparante situatie wil bekomen dient men de exploitatie open te stellen zoals men ook doet voor andere uitbatingen,” vult Peter Billiet verder aan, voorzitter van Groen Zottegem. “Sport en sportbeleid zijn belangrijk en dragen wij een warm hart toe. TC Zottegem bestaat al vele jaren en wensen we een mooie toekomst toe.”
Gevraagd om een reactie reageert bevoegd schepen Brecht Cassiman (N-VA) als volgt.
“De zienswijze van Groen raakt kant noch wal: ze lijken te vergeten dat de Groen-fractie in 2018 een recht van opstal aan TC Zottegem mee goed keurde voor een duurtijd van 50 jaar, voor een symbolische euro. Uitbreiding van tennis en opstart van padel was toen het uitgangspunt. Met de nieuwe overeenkomst herschikken we het lappendeken aan oude opstalrechten in één nieuwe overeenkomst, nog steeds over 50 jaar en retroactief startend in 2018. Het uitgangspunt blijft dus ongewijzigd. In de herziening staan we toe dat er nog één bijkomend tennisveld en nog twee bijkomende padelcourts, kunnen aangelegd worden door de club. Het recht op mededinging is hier dus helemaal niet van toepassing, want het is enkel een herschikking en uitbreiding van het bestaande opstalrecht.”
“Nu padel vier jaar later een winstgevend model blijkt te zijn, wil dit niet zeggen dat je de spelregels tijdens de match zomaar kan veranderen. Groen beweert onze sportclubs een warm hart toe te dragen, maar tegelijkertijd beschuldigen ze hen van diefstal van belastinggeld. Dat is de wereld op zijn kop: de meeste sporten zijn per definitie gesubsidieerd door de overheid. Het stadsbestuur staat voor een modern sportbeleid: sportclubs die zélf willen investeren, moeten we faciliteren waar mogelijk. Het is een grove leugen dat wij financiële middelen toekennen aan de tennis- en padelclub. Wij stellen enkel grond ter beschikking, en dat is van alle tijden: elke sportclub met dergelijke ondernemingszin, verdient ons respect: op die manier tillen we als stad, samen met sportclubs en ondernemers, de sportinfrastructuur van onze stad naar een hoger niveau.”
Wat de goedkeuring in 2018 betreft, geeft Schuddinck nog mee dat er op dat moment geen sprake was van Juma Sport en dus ook niet van een commerciële uitbating zoals ondertussen wel het geval is. “Nu gaat het om 50 jaar commerciële uitbating en dat is een ander verhaal”, klinkt het.