Verdwenen molens in fusiegemeente Oosterzele

‘Zonder molen eeuwenlang geen brood’

Ook in de fusiegemeente Oosterzele werden molens eeuwenlang ingezet om graan te malen, zaden te pletten,…Molens waren een belangrijke schakel in de voedselvoorziening. ‘Zonder molen eeuwenlang geen brood’. Zo’n eeuw geleden telt Vlaanderen nog duizenden molens. Ook in de fusiegemeente stonden destijds tal van molens. Na WO II, door de opkomst van diesel- en elektromotoren, vielen veel molens stil. Ook in de fusiegemeente Oosterzele verdwenen tal van molens uit het landschap. Veel windmolens raakten in verval. Ze werden niet meer gebruikt, onderhouden, gesloopt of geteisterd door stormen. Hier en daar vindt men nog een onderste deel. Opdracht is nu om het bestaande molenpatrimonium in stand en levend te houden. Gelukkig heeft Oosterzele een aantal heel gemotiveerde molenaars om onze molens als werkende monumenten in stand te houden. Ons kostbaar erfgoed wordt gekoesterd. Het zal belangrijk blijven om vakkennis over te dragen. De verdwenen molens in de fusiegemeente:
Vinkemolen
Eeuwenlang was de Vinkemolen (gebouwd in 1566 door Philippe de Rodoan) het pronkstuk van Oosterzele. Stond aanvankelijk tussen het Erenvelt en de Hoeymeersch. Werd in 1790 verplaatst naar de Geraardsbergsesteenweg. In de nacht van 27 november 1983 werd de molen verwoest door een hevige herfststorm. Hij was een herkenningspunt, een baken in het landschap en de Oosterzelenaars voelden zich als het ware verbonden met deze getuige van vakmanschap en menselijke inventiviteit. Jaren verstreken, er kwamen tussen de eigenaar en de gemeente maar geen concrete plannen voor de heropbouw van de Vinkemolen. Jarenlang bleef men maar dralen. Jammer, een waardevol stuk erfgoed verdween in Oosterzele. Een vzw in Sint-Denijs-Boekel had wel de ambitie om de Oosterzeelse Vinkemolen zijn eer en glorie terug te geven. Op de Franskouter werd de Vinkemolen heropgebouwd, exact op de plaats waar na Oorlog II in 1946 de Franskoutermolen uit de 16 de eeuw werd gesloopt. Op zaterdag 13 september 2003 kreeg de Vinkemolen in Sint-Denijs-Boekel een nieuw leven. De Vinkemolen, ooit de trots van Oosterzele, is nu te bekijken in de Wijlegemstraat in Sint-Denijs-Boekel.
Gijzelmolen
De Gijzelmolen was een houten korenwindmolen die zich in de Molenstraat (nu Gijzenzelestraat) bevond, dicht bij de Wettersesteenweg. De molen was in het bezit van de Gentse Sint – Baafsabdij. Best aannemelijk dat hij voor 1367 gebouwd is. Er wordt in een pachtcontract al melding gemaakt van de Gijzelmolen. Voor 1821 zijn er documenten dat onder andere Jan Fyllet en J.F. De Letter pachters zijn van de Gijzelmolen. Na 1821 was de familie Janssens tot 1923 (ruim 100 jaar) de eigenaar van de molen. In 1924 komt de molen in het bezit van molenaar en landbouwer Emmanuel Jules Van den Berghe. In 1931 (2 de Pinksterdag) brandt – na een hevig onweer – de molen af.
Moleke te veel
Het Moleke te veel was een houtenkorenwindmolen aan de Geraardsbergsesteenweg/Leeg Bracht. Kreeg smalend de naam van het ‘Moleke te veel’. Een aantal Balegemnaars vonden dat er al meer dan genoeg molens waren in de gemeente. Men vermoed dat de molen voor 1822 werd gebouwd. De bouw stuitte op verzet, maar toch werden de nodige vergunningen afgeleverd. Na 1822 duiken de volgende eigenaars op: Jean Waegemacker, Simon Deman, Pierre Schepens, Lievin De Corte, Seraphin Schollaert, Coppens – Goethals François, Vervust – Coppens Hector, Meiresonne – Vandenbulcke Richard, gravin de Marchant et d’ Alsembourg de Bousies. Na jaren van verwaarlozing en stormschade in 1949 (het wiekenhuis werd weggeslagen) besloot men in 1959 de molen te slopen. ‘Het Moleke te veel was weliswaar beschermd, maar de bescherming  werd in 1965 opgeheven.
Krakeelmolen
De Krakeelmolen in de Kloosterstraat was een olie- en korenmolen (type grondzeiler). Op 21 augustus 1822 wordt de molen al vermeld in een proces – verbaal van afpaling van de gemeente Moortsele. Men neemt aan dat de Krakeelmolen voor 1822 moet gebouwd zijn. De stenen molen was gelegen op de Loodkouter. Eerst opgericht als oliemolen, nadien ook als graanmolen. Respectievelijke eigenaars: De Wilde – Vande Velde Charles Joseph (burgemeester Moortsele) en landbouwer Ange Vande Velde, Charles Louis De Wilde en erfgenamen, Gustaaf Joseph Coppens – Limpens, Emile Joseph Delaruelle. De laatste eigenaars Joseph Lateur – Remue, lieten de molen slopen in 1950.
Molen De Witte (molen van Hauw)
De molen De Witte (ook molen van Hauw) genoemd was een houten korenwindmolen aan de Hauwsestraat. Lieven Constant De Witte – Van Iper liet de staakmolen in 1890 optrekken. Men vermoed dat de molen naar de wijk Hauw in Scheldewindeke werd gebracht. Dat vermoeden is wellicht juist, want in 1897 wordt de molen al vervangen door een andere molen afkomstig uit Gosselies. De eerste molen op de Hauw was wellicht te krakkemikkig. De molen was generaties lang in de handen van de familie De Witte. De molen liep in 1925 schade op door een storm. Net zoals zo vele molens na WO II kwam ook molen De Witte in verval. Uiteindelijk werd in 1959 molen De Witte gesloopt.
Molen De Coene
De molen De Coene, gelegen aan de Uilhoek in Moortsele. De stenen molen – met een sterk conische romp – werd door molenaar August De Coene – De Sutter in 1878 gebouwd. Hij deed dienst als korenmolen. De eerste eigenaar was molenaar August De Coene. In 1950 wordt het wiekenkruis afgenomen en de romp ter hoogte van de kapzolder wordt verlaagd. In de romp bleef een mechanische maalderij in werking, maar verdween rond 1962. De overgebleven romp is met klimop bedekt. De respectievelijke eigenaars: August De Coene – De Sutter, Victor De Coene – De Wilde en erfgenamen en Etienne De Block – Verspeeten.
Molen Heistraat
Ook in Heistraat in Oosterzele stond een molen die in 1906 werd opgericht door de Oosterzeelse landbouwer Theofiel De Bruycker. Er is weinig bekend over deze molen. De molen was een kort leven beschoren, na amper 34 jaar, in 1940, werd hij afgebroken. De eigenaar was Charles De Coene, de molen werd ook molen De Coene genoemd. Wie meer weet over deze molen neemt contact op met Nuus – reporters  Marcel Van de Vijver, marcel.van.de.vijver@telenet.be, Danny De Lobelle, rooi.61@skynet.be.
Schyvinckmolen (molen Roegiers)
De Schyvinckmolen, ook molen Rogiers genoemd, was een houten korenwindmolen op de Schyvinckkouter, Broek. De staakmolen werd voor 1340 opgericht. In het Ancien Regime behoorde de molen toe aan de Heren van Balegem. In 1791 diende baron Charles Ignace Juste de la Tour Tassis een klacht in tegen Jan de Waeghemaeker die een graan- en oliewindmolen wou bouwen. De baron kreeg geen gelijk, Jan de Waeghemaeker kreeg op 31 oktober 1792 de toelating om de nu nog bestaande Klepmolen te bouwen. Binnenkort wordt hij gerestaureerd. Vanaf 1892 behoorde de Schyvinckmolen toe aan de landbouwers- en molenfamilie Rogiers. In 1903 had een dodelijk ongeval plaats, Alfons Vande Weghe uit Melle (35 j.) smeerde de molenas terwijl de molen draaide. Hij is tussen de kamwielen gevat en letterlijk in stukken gemalen. Eigenaar Frans Rogiers vond Alfons Vande Weghe vermorzeld tussen de wielen zitten. In 1929 werd de molen gesloopt.
Rosmolen van het Goed te Essegem
Op het goed Essegem (Issegem) stond in 1571 – 1577 een rosmolen, een brouwerij en een schuurtje. De eerste eigenaar was Simoen van den Hecke. In 1577 kwam de molen in het bezit van Jonkheer Jaak Berts. Uit de penningkohieren van 1571: ‘Sirmoen (typfout) van den Hecke heeft staende op tgoet theesegem een rosmuelne, een brauwerie ende schuerken hem toebehoorende gheeft weert tsrs 21 schell.gr. Uit de penningkohieren van 1577: ‘een perdemuelene, een camme en schuerken’.
Molen De Winne
De molen De Winne, Lange Munte, was een houten korenwindmolen die tussen 1796 en 1822 werd gebouwd. In 1823 werd de molen verkocht. We citeren: ‘Eenen schoonen houten koorn-wind-molen, gereguleerd om daer in te plaetsen eenen olie-molen, actuëlyk in gebruyk by sieur Versmissen, verkooper van diere. Indien niet verkocht, zou de molen op 8 mei 1823 worden verhuurd. Molen De Winne is aangeduid op de topografische kaart van Ph. Vandemaelen (1850). Eigenaars na 1820: Versmissen, Haesebeyt, Sonneville en erfgenamen, familie De Winne, De Witte. In 1925 wordt de staakmolen gesloopt.
Oliemolen Van der Smessen
De oliemolen Van der Smessen werd voor 1570 gebouwd. Het was een houten oliewindmolen op de Molenkouter. In de penningkohieren van Scheldewindeke van 1571 staat: ‘Pieter Van der Smessen fs Jooris heeft een olimeulene staende daerment heefdt de meulecauter gheextiment 4 p 16 schell. gr.tsiaers’. Het is best mogelijk dat de woelige periode rond 1850 de ondergang heeft betekend van de Oliemolen Vander Smessen.
Rosmolen Jan de Boede
De Rosmolen werd gebouwd voor 1570. Eigenaar Jan de Boede mocht enkel voor eigen gebruik malen. Het was hem ten strengste verboden om voor anderen te malen. We citeren uit een penningkohier Scheldewindeke: ‘Jan de Boede heeft een rosmuelene alleenl. staende tzijnen huerbuuere want staet hem verboden gheen ander persoonen te moghen malen ofte in das cas te ghelievene gheexteimeert 20 schelling gr. ts(iae)rs’. Verder zijn er over de Rosmolen Jan de Boede weinig gegevens bekend.
Papiermolen
De papiermolen op de Molenbeek in Scheldewindeke werd omstreeks 1525 gebouwd als een korenwatermolen. De bekende Gentse boekdrukker en –binder Pieter De Keysere had er cijns op en maakte er een papiermolen van. ‘Van Pieter de Keysere, boekbindere, van cheinse gaende uut zekeren waetermuelene by hem gestelt te Windeke, die hy uut nam jeghen Gheeraert de Pape int jaer 1525’. Uit de kohierpenningen van Scheldewindeke in 1571 blijkt: ‘Daneel de Keysere heeft een pampier muelene staende up de beke ande Vluerick meersch, daer onder ende omtrent ghelegen mits den damme tzamen gheextimeert 21 schell. gr. tsiaers. In 1572 was de watermolen in het bezit van Jonkheer Franchoys van Provijns. De molen moet verdwenen zijn voor 1745. Hij wordt niet meer aangeduid op de Villaretkaart (1745 – 1748) en ook niet meer vermeld op de Ferrariskaart (ca. 1775).
Molen De Coene, Heistraat
Molen De Coene in de Heistraat was een stenen korenwindmolen. De molen kreeg de naam De Coene, vernoemd naar de laatste eigenaar – uitbater. De molen werd gebouwd in 1906. De eerste eigenaar was Theophile Van der Heyden, landbouwer in Oosterzele. Nadien volgen: Eugene Van der Heyden, Alphonse Van der Heyden, Eugene De Coene en erfgenamen. In de jaren 1930 werkte de molen niet meer. In 1960 werd molen De Coene afgebroken. (mvdv, foto’s ddl)