Lees ook
De ravage na de eerste fuifnacht in de Zottegemse Bevegemse Vijvers schetst NIET de aanpak van het gemeentebestuur. De vernieling schetst evenmin het tekort aan controle door de politie : een jeugdbeweging heeft meer leiders dan de politiepatrouille die zou worden uitgestuurd. Het vandalisme moet men ook al niet toeschrijven aan onverdraagzame buren : als je voortuin dienst doet als openbaar urinoir en reservoir van braaksel in alle kleuren en geuren, als je keldergat een onderkomen wordt voor lege flessen van goedkope wodka en andere louche brouwsels, dan past het woord verdraagzaamheid hier niet meer. Als je als omwonende bij elk evenement in Bevegemse Vijvers je pillendoos moet aanspreken om een paar uurtjes slaap af te bedelen of jezelf moet lazarus zuipen om je in een korte comadut te wiegen, als je als 90-jarige nù al, begin maart, een kort verblijf in een woonzorgcentrum moet reserveren voor de zomerfestivals, dan ben je een door en door normale sterveling die helaas niet aan een verlaten veldweg woont. Je woont wel plots in het oog van de storm die aangewakkerd wordt door jonge mensen, de jeugd heet dat met een heel neutrale term. “Ze hebben ook oh zoveel moeten missen met al die coronamaatregelen ! Ocharme ! “ Staat herwonnen vrijheid dan echt totaal gelijk aan vernielzucht en geluidshinder ? Een jeugdbeweging leiden is ook lijden maar daaraan moet men wel werken en vooral veel denken voor men een engagement aangaat met jonge mensen. Een leider moet ook een beetje opvoeder zijn. En heeft iemand ooit ouders horen zeggen dat kinderen opvoeden simpel is ?
Een deel van Bevegem is weer ontwaakt en wacht nu op volgende evenementen om wakker te blijven.
Anny Bert