Hij was wat men noemt “een slecht etertje”. Vlees met het smalste reepje vet, één enkel verdwaald visgraatje van de kleinste vis, “de pos” uit kruiswoordraadsels, spruitjes in ongemuteerde uitgave, niet in stoemp, ontpitte druiven maar wel nog met het blauwe jasje aan : hij schoof het bord opzij maar trakteerde eerst het gezin op een onvervalste wurgpartij, soms zelfs op een ongefotoshopt beeld van een hapje op terugweg uit de maag.
En telkens rondde vader af met dezelfde woorden : voor zulke gasten zou ’t nog eens oorlog moeten worden…
Opa reageert ook zo als hij hoort en ziet hoé selectief zijn kleinkinderen oordelen bij de aankoop van merkkleding, sneakers, smartphone, fiets of step of auto, de keuze van een kot, een reisbestemming, een woning.
Veel eerder keek opa met zijn nageslacht naar films, oorlogsfilms of science fiction uit de videotheek. Voor 80 fr huurden ze een video en hij zat comfortabel in zijn zetel naast het vuur in het vuur. Dat was een beetje verder stappen dan de videotheek : Korea, Vietnam, Cambodja, Algerije, de Falklandeilanden hoewel de jongste van de stam bij een volle klantenkaart ook eens een extraatje meebracht over Wereldoorlog II. Daarbij had opa een beetje gemengde gevoelens : hij had als 10-, 11-jarige de oorlog bewust meegemaakt, wist er toch nog zo veel over te vertellen, had nog regelmatig een déjà vu bij de klanken van Lili Marleen en de geur van een Jeep Willy en tegelijk werd hij ook niet meer zo graag herinnerd aan het zure brood, de haring op maandag maar ook op dinsdag en woensdag en donderdag en de levertraan op school.
Opa zou, net als zijn vader, willen hardop denken : voor zulke gasten zou ’t nog eens oorlog moeten worden.
Maar opa is sterk in het denken zonder woorden. Hij zegt daarom ook niet tegen dat onbezorgde nageslacht van hem dat hij er geen goed oog in heeft, in die moderne “oorlog van de leugens”. Hij wil hun jeugdig optimisme niet vergallen met doemdenken en ze zouden hem toch nog maar eens een zwartkijker noemen. Hij zwijgt over later dat nù aan het worden is. Het strijdtoneel van de video’s lag in Azië, Afrika, Zuid-Amerika, dat van de dagelijkse horrorbeelden ligt in Europa, dicht bij onze achtertuin en die is ocharme afgesloten met dun latwerk. Het was slechts één keer uitslapen in Dresden toen hij in ’85 met oma en samen met tante Lieve en nonkel Werner naar Polen ging. Met de auto hé kinderen, niet met een Russische SU-27 !
Opa is jong geweest, is pa en opa geworden in het ja/nee-systeem. Hij heeft het nu moeilijk met dat “ja maar” van jongeren.
Hij schetst hun dus nu maar geen beeld van wat op hen afkomt. Beperken ? Nooit van gehoord ! Zuinigheid. Wat is dat ?
Opa is oud in de wieg gelegd, zeggen zijn kleinkinderen. De wiegen waren toen inderdaad anders dan tegenwoordig. Met de domoticarevolutie kan je nu een nieuwe telg op afstand in slaap schommelen. Misschien hebben dergelijke wiegen zelfs een afweergeschut aan boord voor het moment dat later dichterbij sluipt en Polen plots tussen Musselystraat en Meerlaan ligt.