Komt je vrouw naar huis en jij loopt er te schaterlachen. En maar op de dijen kletsen, op de jouwe, niet op de hare want dan wordt dat onder huiselijk geweld geklasseerd. Ze vraagt een woordje uitleg bij al dat buldergelach en met horten en stoten komt het eruit : je baas heeft gebeld dat je ontslagen bent. En maar lachen en maar kletsen, nog steeds op je eigen dijen.
Later op de week krijgt een moeder een mail van de school : haar 16-jarige dochter is met ingang van morgen niet meer welkom. Ook een telefoontje volgt nog waarin de directrice lichtvoetig uitleg geeft en er vooral wil op drukken niet te zwaar te tillen aan het voorvalletje : er zijn nog scholen naast de twee vorige. Ze sluit haar betoog af met “Hou er vooral de moed in en blijf lachen. Dat helpt altijd bij de opvoeding van een kind…”
Zelfs bij de paters in Averbode passen ze de gouden regel van het lachen toe, direct nadat ze de hakbijl van het stikstofdossier in hun gewijde nek voelden. Via diezelfde lijn waarlangs Joke Schauvliege veel eerder de paters had verwittigd, telefoneerde vader abt naar pater Kaas en naar pater Zwijn en oreerde, beval zelfs te blijven hopen en zeker te blijven lachen.
Mooi toch, niet ? Of zie je het gans anders ? Ik ook.
Nog vorige week hoorde ik over de radio dat we de Dag van de Lach vierden. De radiomaker van dienst had zelfs een gediplomeerde lachdeskundige in de studio uitgenodigd om ons, de wakkere burgers, voor dag en dauw het lachen aan te leren.
Ik had al de Dag van de Spiritualiteit tot een goed einde gebracht door me 24u onzichtbaar en gewichtloos te maken.
Ik had al genoten van de Dag van het Naakttuinieren vooral omdat mijn buurman van 122 kg deelnam en zijn rozenstruiken en cactussen een beurt gaf, onder luid gejodel natuurlijk.
Ik beantwoordde de oproep voor meer zorg voor het park op de Dag van het Park en ik ging daarom uitgebreid tafelen in het Kasteel van Breivelde.
De Dag van het Kind vond ik een enig initiatief en van zonsopgang tot deemstering dacht ik aan het oneindig aantal geluksmomenten die men met kinderen beleeft, ook met grote kinderen, zelfs van 1.97m .
Bij de Dag van het Bos voelde ik me zo blij, zo happy heet dat nu, dat ik niet een bos haar erfde zoals comedienne Sue Nsuki en dan was er de Dag van de Lach, wat zeg ik : nu was er ook de dag dat men de saaie, verstarde, afgestompte Vlaming zou leren lachen want daar leek het toch op.
Hij, want het was natuurlijk een hij, een vrouw verdient haar brood niet met een hoge hihihi en een lage hahaha om 6u in de morgen, die radiolacher dus begon al met me uit te lachen door te beweren dat ik er een levenlang al niets van bakte. Ik ademde verkeerd, zo smeerde hij daar cru op mijn ochtendlijke boterham. Ik haalde mijn adem waar ik hem juist niét mocht halen !!!
Hoe kon hij, de onnozelaar, begot weten waar ik mijn adem vandaan haalde alsof het over een mueslibroodje of een pot Tierenteynmosterd ging. Ik moest het maar zelf eens proberen, zei de radiolacher, door mijn hand op het middenrif te leggen. Nee ! Daar niet ! zei de alweter nog. Alsof hij kon weten waar MIJN middenrif op MIJN badkamer daar om 6u in de morgen wel lag. Hij wist toch ook niet waar mijn beha en T-shirt ergens lagen. De gluurder…
Ik leek wel vroeg opgestaan voor de Dag van de Gehoorzaamheid want ik legde werkelijk de hand daar ergens halfweg en hijgde als een oude traktor. Plots kwam ik mezelf tegen in de spiegel en ik bekeek die vrouw daar voor mij die slaafs opvolgde wat een stem uit een bakje Philips, nu eens geen pils, haar dikteerde. Lachen wilde hij me leren, technisch en medisch verantwoord. Vergeet het ! Kwaad maakte hij me en dat allemaal nog zo vroeg in de morgen
Tot een mug, in dienst van het Rode Kruis, op zoek ging naar bloed en het nijpend tekort wat wilde aanzuiveren. Op mijn arm dan nog wel.
En ik lachte luid, niet met mijn middenrif, maar met mijn nat washandje. Pats zei het washandje en maakte een kleine portie muggenmoes maar tegelijk een grote portie zeepspatten op de spiegel. De vrouw was weg. Uit de spiegel. Wat later uit de badkamer. En ze lachte de ganse dag door, wanneer het hààr paste en hoe ze het wilde doen. Die adem haalde ze uit haar keel en uit haar onderbuik en één enkele keer zelfs uit haar beide oren. Maar dat bleef bij één enkele keer want de volgende morgen wachtte al een nieuwe dag en kon ik de Dag van de Anonieme Buitenlandse Beller vieren. Of zou het nog maar eens de Dag van de Duracellpakjesbezorger worden, een vervolg op de Dag van de Goeie Buur ?