Er hangt nog steeds een negatieve connotatie aan de term ‘sociale huurder’. “Het zijn mensen die niet willen werken, sociale gevallen die de boel kort en klein slaan en geen respect hebben voor hun buren of hun woning,” horen we het soms echoën. Jammer, want de overgrote meerderheid van de sociale huurders zijn gewone mensen, gewone gezinnen, met als enige verschil dat ze in een financiële situatie zitten die ervoor zorgt dat ze zelf geen woning kunnen aankopen of kunnen huren via de private huurmarkt. Stefanie is een sociale huurder, ze woont met haar drie zonen in een appartement in Aalst dat ze huurt via een sociaal verhuurkantoor.
Stefanie en haar drie kinderen verhuisden na haar echtscheiding even terug naar haar moeder, maar daar was de situatie om persoonlijke redenen niet houdbaar om te blijven wonen. “Ik heb geprobeerd om op de private huurmarkt een woning te vinden, maar ik stootte daar op verschillende problemen als alleenstaande moeder. Ten eerste was de huurprijs bijna onbetaalbaar. En doordat ik momenteel een invaliditeitsuitkering heb, merkte ik dat verhuurders vaak bang waren dat ik de huur niet zou kunnen betalen.” Via het CAW kwam ze uiteindelijk terecht op de wachtlijst bij het Sociaal Verhuurkantoor Zuid-Oost-Vlaanderen, en ondertussen woont ze meer dan een jaar in een appartement in Aalst via het SVK.
Het stigma dat aan sociale huurders hangt, voelt Stefanie ook af en toe. “Soms word ik op straat scheef bekeken omdat ik merkkleding draag. Hoewel ik vooral slim aankoop: ik zoek soms weken naar een goede deal online om iets aan een derde van de gewone prijs te kunnen kopen. Maar die zoektocht staat natuurlijk niet op mijn kleding geschreven.” Maar schamen doet ze zich niet omdat ze in een sociale woning woont. “Het is niet omdat ik iets minder heb, dat ik daarom ook minder waard ben.”
Het leven als alleenstaande ouder is financieel zwaar, en het is vaak lastig om de eindjes aan elkaar te knopen. Dankzij het appartement dat ze aan een sociaal tarief kan huren via het SVK, slaagt Stefanie er in om niet maand in maand uit in de schulden te zitten en af en toe zelfs een klein beetje te kunnen sparen. “Ik hou al mijn uitgaven bij en reken elke dag hoe ver ik nog kom met mijn inkomsten om de maand te kunnen doorkomen. Ik probeer elke maand iets opzij te houden zodat ik eens een cadeautje voor mijn kinderen kan kopen of in de zomervakantie op uitstap kan gaan met hen. Een vakantie naar het zuiden zit er voor ons nog niet in, maar we proberen er hier het beste van te maken. Zijn mijn kinderen gelukkig, dan ben ik ook gelukkig, voor hen doe ik alles.”
Ook mentaal is het niet eenvoudig om constant je uitgaven in de gaten te moeten houden en je kinderen niet altijd te kunnen geven wat ze vragen, terwijl hun vriendjes dat thuis wel krijgen. Ze kampt ook al twee jaar met een depressie, maar laat zich begeleiden door een psycholoog en probeert zich te omringen met mensen die haar energie geven. Ze wil koste wat het kost een generatiecirkel doorbreken van geweld. Zowel haar vader als haar ex-man sloegen haar, en ze wil niet dat het verleden zich opnieuw herhaalt en dat haar kinderen opgroeien met het beeld dat geweld een oplossing is. “Ze mogen zeker hun emoties uiten, maar in woorden, niet met hun vuisten.”
Maar ondanks alles laat Stefanie haar hoofd niet hangen, en is ze vooral een trotse vrouw. Trots op wat ze heeft bereikt, trots op haar appartement, maar vooral ook trots dat ze haar kinderen een stabiele en gezonde woonomgeving kan bieden. Iets wat ze zelf als kind niet had. “Bij mijn moeder woonde ik in een appartement zonder verwarming en met schimmel aan de muren. Ik ben zeer dankbaar dat mijn kinderen in betere omstandigheden kunnen opgroeien.”
Voor de toekomst hoopt Stefanie voldoende te kunnen sparen om een eigen woning aan te kopen. Iets dat van haar is, en dat ze kan nalaten aan haar kinderen later om ervoor te zorgen dat zij een andere toekomst hebben dan haar ouders en dan zijzelf. Daarnaast hoopt ze ook dat ze andere gezinnen kan helpen door zelf een eigen woning aan te kopen, zodat er in haar appartement ruimte komt voor een ander gezin in woonnood. “De wachtlijst voor een sociale woning is zeer lang, en ik hoop dat de kans die ik gekregen heb, ook is weggelegd voor anderen.”