In de jaren vijftig was het beeldbepalend, op de graslanden waren veel hooioppers te zien. Hoe ingrijpend de landbouw in pakweg 75 jaar is veranderd kan men spotten aan de mooie beelden die onze Nuus-fotograaf Danny De Lobelle tijdens een ritje in de omgeving van de Gondebeek kon vastleggen. Het maaien van gras vergde destijds veel arbeid. Na het maaien van het gras, wordt het een tijd gedroogd en geschud en gekeerd met een vork. Een serieuze karwei. Nadat het voldoende gedroogd was werd het in oppers gezet. Na een paar dagen werd het ‘geslegen’, met andere woorden op een andere opper geplaatst, om het ideaal te laten drogen. Het hooi werd nadien in schuren opgestapeld. Het moest stevig aangestampt worden, op veel boerderijen een klusje voor kinderen op boerenhoven. Veel senioren kunnen er nog van meespreken. Toen de (hooi)vork nog geen antiek was, het behoort nu al decennia lang tot het verleden. Hooioppers, leuk spelletje voor de kinderen. Ze speelden verstoppertje in de hooioppers. Ook het oogsten van stro was een helse karwei. In de jaren ‘50 werd nog een sikkel (groot krom mes), of een zeis gebruikt. Nadien gebundeld tot schoven, opgestapeld, gedorst (het scheiden van de korrels van de stengels). Het dorsen gebeurde met een ‘vlegel’. Een serieuze handenarbeid. Veel van onze senioren zullen nog meegeholpen hebben met het ‘schoven’. De boeren hadden voor de oogst veel mankracht nodig. Zo’n vijfenzeventig jaar terug werden de aardappelen nog met de riek gerooid en met de hand geraapt. Er was wat ‘raap-volk’ vereist. Eind de jaren vijftig, begin ’golden sixties’ verschenen allerlei moderne machines. Ze verlichten veel arbeid. In minder dan 100 jaar van de riek, de zeis, de sikkel,…tot immense hypermoderne landbouwmachines. De mens is en blijft vindingrijk. In de jaren ‘50 was een ruim deel van de bevolking (ongeveer 8,6 miljoen Belgen) betrokken bij de landbouw. Er waren zo’n 990.000 landbouwbedrijven, het blijkt uit de landbouwtelling. Van al die bedrijven waren er wel veel die nog geen 1 ha landbouwgrond hadden, bedoeld om in eigen voedsel te voorzien. Momenteel zijn er nog zo’n 35.000 landbouwbedrijven in ons land. Het aantal neemt elk jaar zienderogen af. (mvdv, foto’s ddl)
·1 min read·908 views