Er was een herfstweekend voorspeld met veel regen. De regen viel met bakken uit de lucht op zaterdag maar zondag bleef het wonderbaarlijk droog in het kasseidorp Zegelsem. Het lijkt er op dat de weergoden de Kasseifeesten gunstig gezind zijn want na de feesten rond 20u begon het wel te regenen.
Door de voorspelde regen kwamen een aantal marktkramers niet opdagen maar toch was er nog behoorlijk volk op de feesten met de trouwe ingrediënten: de rommelmarkt, optredens, expositie, wandeltocht, kinderanimatie, kasseiwerpen en de kasseiworp.
Tijdens de plechtigheid rond de middag werd er halt gehouden aan de B17 waar de Amerikaanse hymne werd gepeeld door de Koninklijke harmonie uit Mater. Vervolgens werd nog de Marseillaise, het Belgisch volkslied en de Vlaamse leeuw gespeeld.
Er waren verschillende smaakvolle optredens tijdens het namiddagprogramma. De reuzen van Elst en deze van Brakel waren eveneens van de partij.
Het kampioenschap kasseiwerpen werd gewonnen door Bjorn Vanderosieren met 7,75meter voor Nico Maljers ( 6,52m) en D’haene Jonathan ( 6,36m )
Bij de vrouwen was Els Devogeleer de sterkste met een worp van 3 m voor Vandaele Christone met 2,62m en Ann Gitsels uit Brugge met 2,90m.
De gouden kasseiworp met als hoofdprijs 125 euro werd gewonnen door Francis Deboeverie uit Brakel.
Deze keer waren premier Alexander De Croo en Vlaams minister Matthias Diependaele aanwezig . Minister van staat Herman De Croo was eveneens present. De organisatoren van de Kasseifeesten hebben een vriendschapscharter met Les Amis de Paris Roubaix. Deze waren op de afspraak met president François Doucier en vice-president Jean – Guy Sapin.
Een marktkramer omschreef de 23ste Kasseifeesten als volgt: “De kasseifeesten in Zegelsem waren alvast goed te genieten. Geen druppel gespot maar Elvis was in vorm, de dansmariekes wervelden, de fanfare zorgde voor ambiance terwijl de reuzen schreden, de koffie van Hoorens was romig, de broodjes verzorgd en de afwezige verkopers op de rommelmarkt hadden ongelijk. Bedankt voor de organisatie. We verkozen hier te komen in plaats van een autoloze stad te bezoeken.”