De mogelijke invoering van een algemene snelheidsbeperking tot 50km/u op de Brakelse gemeentewegen blijft de gemoederen beroeren. De gemeenteraadsvoorzitter weigerde op de voorbij gemeenteraad aan de oppositie om vragen te stellen over de enquête die hierover gelanceerd werd. Daarmee wordt de democratie geen dienst bewezen, stelt N-VA-raadslid Jan Haegeman en hij dient dan ook klacht in bij de gouverneur over de aanpak van het gemeentebestuur.
Het idee om op de Brakelse gemeentewegen een algemeen regime van 50km/u in te voeren, circuleert al wat langer. Een paar maanden geleden opperde schepen Sabine Hoeckman – in antwoord op een vraag van Jan Haegeman – het principe niet ongenegen te zijn en het systeem graag nog voor het einde van de legislatuur in te voeren. Binnen de meerderheid stuitte het idee echter op heel wat interne weerstand. Dat was dan ook de aanleiding voor de meerderheidspartij om een bevraging te organiseren over het onderwerp. Toen de oppositie op de voorbije gemeenteraad vragen wou stellen over deze enquête, werden deze tussenkomsten verboden door de gemeenteraadsvoorzitter. Daarmee verhindert de meerderheid een ernstig debat, zo stelt Jan Haegeman, en hij diende daarom klacht in bij de gouverneur.
Gemeenteraadslid Jan Haegeman (N-VA): “De stelling van de gemeenteraadsvoorzitter luidde dat er geen vragen kunnen gesteld worden over initiatieven van individuele partijen. Ik kan hem daar deels in volgen maar hier zit je toch echt wel met een rare vermenging. Enerzijds is de enquête over de zone 50 inderdaad een puur partij-initiatief, maar anderzijds is die partij wel degelijk de enige partij die de meerderheid uitmaakt. Bovendien hebben zowel de burgemeester als de schepen van Mobiliteit aangegeven wel degelijk rekening te willen houden met de resultaten van de bevraging. Op dat moment is zo’n bevraging natuurlijk echt wel relevant voor het beleid dat de meerderheid wil voeren, en moeten er ook vragen kunnen worden over gesteld. Beslissingen van het schepencollege moeten transparant zijn: dat wil ook zeggen dat je als oppositie maar evenzeer als burger een duidelijk zicht moet krijgen op de grondslag van die beslissing. Stel dat de meerderheid morgen op basis van één of ander onderzoek beslist dat we allemaal links moeten gaan rijden, dan zou toch ook niemand aanvaarden dat je dat onderzoek niet eens mag bekijken? Wel, hier geldt hetzelfde principe. Ik heb daarom effectief gevraagd aan de gouverneur om de houding van de gemeenteraadsvoorzitter rond die enquête eens kritisch voor het licht te houden zodat we alsnog een debat op de gemeenteraad kunnen organiseren.”
Hoewel Jan Haegeman kritisch is tegenover de aanpak van het gemeentebestuur, is hij een bevraging over de maatregel in principe niet ongenegen.
Jan Haegeman: “Natuurlijk ben ik er niet tegen dat men het oor te luisteren legt bij de bevolking. Maar dat moet wel op een ernstige manier gebeuren. Een dergelijk belangrijk debat vraagt een grondige aanpak: niet één of ander snel formuliertje dat uiteindelijk enkel de bedoeling heeft om een interne crisis bij de meerderheidspartij te bezweren. Emotioneel is bij de meerderheid van de mensen de eerste reflex tegenover zo’n algemene zone 50 ongetwijfeld ‘nee’. Maar wanneer je er wat langer over nadenkt, valt er wel wat voor te zeggen. Brakel telt nu eenmaal een heel groot aantal kilometers aan smalle gemeentewegen, waar je elkaar amper kan kruisen en met een grote vermenging van verkeer met wandelaars, fietsers en ruiters. Als je elke individuele burger bovendien vraagt of er voor zijn of haar deur 50 dan wel 70 mag gereden worden, dan durf ik er mijn hand voor in het vuur steken dat een meerderheid eerder bij 50 zal uitkomen. Het zou daarom bijvoorbeeld veel efficiënter kunnen zijn om bij het binnenrijden van Brakel één keer de zone 50 op te leggen en voor die paar bredere wegen waar het wel kan vervolgens een uitzondering aan 70km/u te voorzien, in plaats van de omgekeerde situatie waarbij je uiteindelijk veel meer verkeersborden nodig hebt. Maar die nuance wordt totaal niet gebracht in het schijnreferendum van de meerderheidspartij, laat staan dat men bijvoorbeeld de moeite neemt om het verschil uit te leggen tussen gewest- en gemeentewegen. Een gemiste kans dus om een écht debat te hebben.”
Behalve over de enquête, diende Jan Haegeman ook klacht in over een aantal andere zaken die volgens hem niet goed lopen in de gemeenteraad.
Jan Haegeman: “Ik vind het eigenlijk niet kunnen dat één man – de gemeenteraadsvoorzitter – in zijn eentje kan beslissen waarover wel of niet kan gedebatteerd worden in de gemeenteraad. Dat lijkt mij verre van democratisch. Bovendien zijn de verslagen van de gemeenteraad dermate summier, dat niemand achteraf kan zeggen waarover er nu eigenlijk ten gronde gesproken werd. Men moet in Brakel eens weten wat men wil: ofwel gaat men mee met de tijd en voorziet men moderne communicatiemiddelen met streaming en/of geluidsopname of wel blijft men bij de spreekwoordelijke pen en papier maar dan moeten de verslagen van de gemeenteraad ook echt de weergave vormen van de debatten, zodat de bevolking er kennis kan van nemen. Ook daarover vraag ik dat de gouverneur zich eens buigt.