Vandaag had de viering plaats van 50- jaar CULTURELE RAAD in Brakel. Op het programma stond:
50-jarig bestaan van de Culturele Raad Brakel
De samenkomst had plaats in de Sint-Sebastiaanskerk te Michelbeke.
PROGRAMMA
• Verwelkoming door Stefaan Devleeschouwer, burgemeester
• Historiek van 50 jaar Culturele Raad Brakel door Ludwig De Temmerman, voorzitter
• Gelegenheidstoespraak over “burgerparticipatie”
door Prof. Dr. Eric Lancksweerdt, UHasselt
• Slotwoord door Marijn Devalck, schepen van cultuur
• Receptie in het iconische café Sint-Sebastiaan
Muzikale omlijsting door Grupetto Biesemans – Heyse
Presentatie door Paul Gossye
Toespraak van de voorzitter van de CULTURELE RAAD – Ludwig De Temmerman.
Een gouden Culturele Raad in Brakel – Ludwig De Temmerman
“Op 16 februari 1973 werd in Brakel een Culturele Raad opgericht. Dat was de eerste gemeentelijke adviesraad in de jonge fusiegemeente. Brakel was bij de koplopers in Vlaanderen en evident was dat niet want heel wat gemeenten stonden er niet voor open en zagen een adviesraad eerder als een lastpost.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 moest het eerste gemeentebestuur verkozen worden voor de fusie Brakel, een samenvoeging van Nederbrakel, Opbrakel, Michelbeke, Elst en Zegelsem. De kiesstrijd was ongemeen hevig en ging tussen de burgemeesters, Charles Vanheuverzwijn van Nederbrakel en Herman De Croo van Michelbeke. De CVP behaalde een absolute meerderheid en na een klacht tegen de verkiezingsuitslag, die verworpen werd, kon de fusiegemeente Brakel op 15 april 1971 van start gaan.
Het ontstaan van de adviesraden voor cultuur moet worden gezocht in het bewustmakingswerk van “De wakkere burger”. De wortels daarvan lagen in het volkshogeschoolwerk van de Stichting Lodewijk de Raet. Vanaf 1965 begon de Stichting, met een project om het gemeentelijk cultuurbeleid te moderniseren.
Men moet weten dat op het einde van de zestiger jaren de roep om inspraak en pluralisme zeer luid klonk. We kenden dan ook de roep om Vlaams zelfbestuur en de eis voor Leuven Vlaams. Dat alles resulteerde in de studentenrevolte van mei ’68. Al in 1968 werden enkele culturele raden opgericht. Pas in 1970 kreeg Vlaanderen een zekere culturele autonomie en werd de Nederlandse Cultuurraad opgericht. Het was toen een heel voorzichtige eerste stap in de staatshervorming. Met de culturele autonomie kwam ook de definitieve doorbraak van de participatieraden en bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 stond dat in het programma van vrijwel elke partij ingeschreven.
Het initiatief voor de oprichting van een culturele raad in Brakel werd al in december 1971 genomen door Gaston Cosyns, Willemsfonds, Frans Van de Mergel, Vermeylenfonds en mezelf, Davidsfonds. Het initiatief kwam uit de basis, bestuursleden van de drie fondsen, en het was dan ook pluralistisch getint. Niet toevallig waren twee van de drie initiatiefnemers student in mei ’68. We waren doordrongen van het ideeëngoed dat pluralisme en inspraak predikte en hielden er ook een stevige Vlaamse reflex aan over. Ik was door een samenloop van omstandigheden in het bestuur van het Davidsfonds terechtgekomen. Einde 1967 werd een nationale “Week van de Jeugd” georganiseerd waaraan Nederbrakel deelnam. Voor het eerst zouden alle jeugdbewegingen samenwerken. Als gevolg daarvan werden er activiteiten op het getouw gezet in het Gildenhuis, dat gratis ter beschikking was. Ik heb dan “Alpha Kern” opgericht om alles te coördineren maar die nieuwe vereniging zou onder het Davidsfonds moeten ressorteren, wat onaanvaardbaar was. Uiteindelijk werd een compromis bereikt en moest ik enkel bestuurslid worden van het Davidsfonds. Midden 1970 werd Alpha Kern getransformeerd in Jeugdhuis Alfa en er werd een locatie gevonden in een leegstaand café in de Serpentestraat. De voorwaarden die aan Alpha Kern gesteld werden vervielen, maar ik bleef toch in het Davidsfondsbestuur.
Tijdens de Vlaamse Ontvoogdingsstrijd speelden de drie Vlaamse fondsen een belangrijke rol. Ze werkten samen en wogen op de politieke besluitvorming. Het was dan ook logisch om met die drie verenigingen samen te spannen om iets te bereiken op het lokale niveau. De vrees dat het schepencollege een bestuur van vertrouwelingen zou samenstellen, zonder rekening te houden met verenigingen met diverse ideologische en filosofische gezindheden, was terecht. Het toenmalige College van Burgemeester en Schepenen maakte ook weinig aanstalten om de adviesraad op te richten en we wilden absoluut op een pluralistische basis starten. We stuurden een brief aan alle Brakelse culturele verenigingen om de adviesraad op te richten. Het college schoot wakker en trachtte greep te krijgen op het initiatief. Ze zagen zich in snelheid genomen. In het Davidsfonds werd een hartig woordje gesproken want men was verbijsterd dat het initiatief achter hun rug gebeurde door iemand die amper een drietal jaar bestuurslid was. Het kon ook moeilijk anders want voorzitter Nazaire De Graeve en ondervoorzitter Marcel Van Den Dooren waren allebei schepen.
Op 16 februari 1973 werd uiteindelijk de Brakelse culturele raad opgericht met Marnix De Groote als voorzitter. De toenmalige schepen van cultuur was Roger De Wolf, tot aan zijn overlijden in 1975, nadien werd hij opgevolgd door Michel Minnaert. Het eerste bestuur werd door het college samengesteld maar men liet wel drie plaatsen open voor de initiatiefnemers. Die bedankten ervoor als protest tegen de gang van zaken. In de beginperiode was het wat zoeken naar de rol van een culturele raad maar er waren subsidies te verdelen voor de culturele organisaties en de raad hield zich dan ook bezig met het opstellen van een puntensysteem, in een poging om de verdeling van de subsidies zo objectief mogelijk te laten verlopen. Voordien was dat het voorrecht van het schepencollege. In juni 1976 kwam er een eerste gemeentebediende voor cultuur: Luc Coppens.
Op 10 oktober 1976 waren er gemeenteraadsverkiezingen en toen stond de tweede fusie voor de deur. Everbeek, Parike en een deel van Sint-Maria-Oudenhove zouden vanaf 1 januari 1977 deel uitmaken van Brakel. Na een klacht werden de verkiezingen vernietigd en er kwamen herverkiezingen op 8 mei 1977. Nadat deze geldig werden verklaard, werd een nieuwe coalitie gevormd met lijst De Croo en de BSP. Het nieuwe gemeentebestuur werd geïnstalleerd op 17 november 1977. Voorzitter Marnix De Groote zetelde in de gemeenteraad en kon bijgevolg niet op post blijven. Het duurde tot 22 juni 1978 eer de nieuwe culturele raad werd geïnstalleerd met Georges Otte als voorzitter. De nieuwe schepen van cultuur werd Frans Vandemenschbrugge tot hij, na zijn overlijden in 1982, opgevolgd werd door Johan Thomas.
Het nieuwe gemeentebestuur schrapte alle subsidies. Het vorige bestuur had het rusthuis Najaarszon gebouwd en het zwembad was nog steeds in aanbouw maar had dan al een put gemaakt in de gemeentekas. Er bleef enkel een kleine dotatie over voor de culturele raad. Einde 1978 werd Luc Coppens opgevolgd door José De Prez.
Onder impuls van voorzitter Otte kwamen er nieuwe initiatieven en er waren geregeld opendeurdagen. Georges Otte was voorzitter in de moeilijkste periode van de geschiedenis. Dat hij toch nog een en ander realiseerde met een karig budget, pleit voor hem, maar het ongenoegen bij de verenigingen die op droog zaad werden gezet, was groot. Een belangrijke verwezenlijking uit die tijd was ook de inrichting van dictielessen. Daar waren jaren van onderhandelingen aan voorafgegaan eer de culturele raad het gemeentebestuur zover kreeg om zelf die lessen in te richten. De Muziekacademie van Ronse was daar niet toe bereid. Het zou tot 1985 duren wanneer de v.z.w. Kunstonderwijs werd opgericht met Linda Lepomme als eerste dictielerares.
In 1985 nam Georges Otte ontslag en Jacques Van Nieuwenhove werd dienstdoende voorzitter en samen met penningmeester Georges Van Wijmeersch werd de culturele raad bestuurd. Het bestuur hield verder de vinger op de geldkraan, wat tot ongenoegen leidde bij de aangesloten verenigingen.
Na de verkiezingen van 1988 werd de culturele raad opnieuw samengesteld en werd Jan Paeleman verkozen tot voorzitter. Er werden enkele nieuwe initiatieven genomen, zoals o.a. het waarborgfonds, waarbij de verenigingen een beroep konden doen op een risicodekking bij het organiseren van grote manifestaties. Na het afschaffen van de subsidies werd voor het eerst opnieuw steun mogelijk gemaakt, al was deze enkel bedoeld om een eventuele put te vullen.
Na het ontslag van Jan Paeleman in 1991 bleef de culturele raad opnieuw twee jaar zonder voorzitter. Een realisatie uit die periode was, onder druk van de verenigingen, de oprichting van het fonds voor vormingswerk en later zou er ook een fonds voor podiumkunsten komen.
In 1993 werd een de culturele raad heropgericht, conform het nieuwe decreet van de Vlaamse Gemeenschap. De verschillende ideologische en filosofische strekkingen hadden dan minstens één zetel in het bestuur. Er kwam een geheel vernieuwd bestuur, waarbij Jan Paeleman opnieuw voorzitter werd en er kwam ook een nieuwe gemeentebediende voor cultuur, Gary Denooze. Dat betekent dat Gary dit jaar dus al 30 jaar actief is in de culturele raad, ook een jubileum. Hij doet daarnaast ook het secretariaatswerk voor de werkgroep die de Erfgoeddag en de Open Monumentendag organiseert en dit naast zijn andere taken als gemeenteambtenaar. Gary is de ambtenaar met het hart van de vrijwilliger. Ik wil hem hier dan ook uitdrukkelijk danken voor zijn jarenlange inzet voor de culturele raad.
In 1993 werd de werkgroep Open Monumenten opgericht en in 1994 werd aan de Beiaarddag deelgenomen. De culturele raad liet cassettes inspelen door Aimé Lombaert, die dan via de automatische installatie konden worden afgespeeld. Meteen werd de aandacht gevestigd op het niet bespeelbaar zijn van het stokkenklavier. De nieuwe schepen van cultuur, Marcel Van Snick, had oren naar de smeekbede van de culturele raad om het stokkenklavier van de beiaard te restaureren, hetgeen uiteindelijk ook gebeurde.
Begin 1998 was er een intermediaire bestuursverkiezing, waarbij voorzitter Jan Paeleman geen kandidaat meer was. De bestuursfuncties geraakten moeilijk ingevuld. Uiteindelijk werden respectievelijk ikzelf, Marc Desmyter en Myriam Cosyns, elk voor een periode van één jaar voorzitter. Het 25-jarig bestaan werd gevierd met de uitgave van een kunstboek: “Levende Kunst in Brakel”.
In 2001 begon een nieuwe legislatuur en Myriam Cosyns werd herverkozen tot voorzitter. Ze slaagde erin de budgetten te verzamelen om meer zuurstof te geven aan de verschillende werkgroepen en zeker aan het Triveriusjaar in 2004, op aansturen van burgemeester Herman De Croo. Daarvoor werd een ad hoc werkgroep opgericht die een jaar lang activiteiten organiseerde, waaronder concerten, een renaissancebanket, een historische stoet, een tentoonstelling en ook de uitgave van een boek en een CD.
Bij de heroprichting van de Culturele Raad in 2007 was Myriam Cosyns geen kandidaat meer en werd ikzelf voorzitter. Einde 2007 jaar gaf schepen Marcel Van Snick, gedurende 13 jaar een verdienstelijke schepen cultuur, de fakkel door aan Stefaan Devleeschouwer. Er werd opnieuw een ad hoc werkgroep opgericht voor de organisatie van een tweede Triveriusstoet op zondag 13 september 2009. De stoet werd geopend met het College van Burgemeester en Schepenen in 16de eeuwse kledij.
Na de verkiezingen van 2012 werd Stefaan Devleeschouwer waarnemend burgemeester en werd de pas verkozen Marijn Devalck schepen van cultuur. Bij het 40-jarig bestaan van de Culturele Raad in 2013 werd een poëziewedstrijd ingericht voor de leerlingen van de tweede en derde graad van de secundaire scholen in Brakel.
In 2014 was het opnieuw een Triveriusjaar maar om verschillende redenen was een derde historische stoet niet mogelijk. In dat jaar was Dr. Wilfried Cornette op zoek was naar een geschikte ruimte om zijn immense medische collectie permanent tentoon te stellen. Die ruimte werd gevonden in de kapel van de Zusters van Maria. In september 2014 werd de tijdelijke Medisch- Historische Tentoonstelling geopend en in februari 2015 ontstond het Gemeentelijk Medisch- Historisch Museum Hieremias Triverius Brachelius.
Ter gelegenheid van het 45-jarig bestaan van de Culturele Raad werd in 2018 een tentoonstelling voor Brakelse kunstenaars ingericht in de kerk van Michelbeke en in het café Sint-Sebastiaan, onder het thema “Kunstproject Brakel”. Aan de tentoonstelling namen dertig Brakelse kunstenaars deel.
Het bestuur van de Culturele Raad richt niet zoveel activiteiten in omdat het de bedoeling is de verenigingen te ondersteunen om activiteiten in te richten. Sedert vele jaren wordt veel werk verzet in de werkgroepen. Deze zijn de motor van de culturele werking en daar zijn veel meer mensen bij betrokken dan enkel de bestuursleden of leden van de algemene vergadering. Het is dan ook gepast, bij ons 50-jarig bestaan, deze werkgroepen eens extra in het daglicht te zetten.
De Werkgroep 11 juliviering bestond in feite al in 1973, maar toen was het nog niet officieel een werkgroep. In 1975 startte de werkgroep definitief, onder impuls van de drie stichters van de culturele raad, aangevuld met Paul Baguet van VTB-VAB. Sedert 2021 wordt het jaarlijkse Feest van de Vlaamse Gemeenschap georganiseerd door de gemeente. De werkgroep werkt nog mee bij de organisatie.
De Werkgroep Festival van Vlaanderen, zorgt voor een jaarlijks concert sedert 1987. Het was in 2022 dus voor de 35ste keer dat dit evenement in Brakel plaatsvond. Al die jaren kwamen topmuzikanten naar Brakel om te concerteren. Coördinator van de werkgroep is bibliothecaris Carmen Vanden Broucke. Hoogtepunten waren de uitvoering van het Requiem van Wolfgang Amadeus Mozart voor solisten koor en orkest in de dekenale kerk van Nederbrakel op 4 oktober 2003.
De Werkgroep Open Monumenten, opgericht in 1993, zorgt voor de Open Monumentendag (OMD) en de Erfgoeddag. William Van De Mergel nam in 1993 het initiatief voor de OMD en de reactie in de algemene vergadering van de culturele raad was eerder afwijzend. Men vond dat er geen monumenten waren in Brakel! Sedertdien nam Brakel al 25 keer deel aan de Open Monumentendag. De coördinatie werd na een tijdje overgenomen door Jan Paeleman en sedert 2006 ben ikzelf coördinator.
De werkgroep nam in 2006 voor het eerst deel aan de Erfgoeddag in Brakel. In totaal nam de werkgroep veertien maal deel. De tentoonstelling “Mijnwerkers, de mannen van de nacht”, werd georganiseerd in volle coronaperiode ze was zelfs zes dagen beperkt open wegens de geldende maatregelen. Toch waren er 352 bezoekers.
Het Fonds voor de Bescherming van het Brakels Cultureel Erfgoed werd binnen de werkgroep Open Monumenten opgericht in 1994. Het fonds zorgt voor onze kleine monumenten, waaronder kapelletjes, door steunverlening of door restauraties in eigen beheer. In de periode 1995-2022 werden twintig bouwwerken gerestaureerd in eigen beheer. Twintig restauraties van vooral kapellen werden betoelaagd. In eigen beheer werden twee monumenten opgericht in verband met de soldaten van Napoleon aan de Pijkskapel en een Manitobamonument in verband met de emigratiegolf uit Everbeek-Boven naar Canada. Ook de restauratie van een reuzenpaar werd betoelaagd. Het past hier om vooral de vrijwilligers te danken voor hun inzet bij het bewaren van ons erfgoed.
De Werkgroep Wasteelsbeiaard (1999), zorgt ervoor dat de beiaard in de toren van Nederbrakel regelmatig bespeeld wordt door gereputeerde beiaardiers. Greet Heyse is coördinator van deze werkgroep.”