Op woensdag 12 april werd de ‘albasten’ verjaardag van Markt Scheldewindeke in een feestelijk jasje gestopt. Met geschal van bellenman Marc Van Gaver (voor het eerst in zijn gloednieuw kostuum, in geel en zwart, de kleuren van de gemeente), ludiek optreden van volkszanger Erik Wille, geflankeerd door accordeonist Geert Van Snick, speeches van burgemeester Johan Van Durme en schepen lokale economie Orville Cottenie, uitreiking brochure ‘75 jaar Markt Scheldewindeke’, paaseieren en receptie voor de bezoekers werd de 75 ste verjaardag van markt Scheldewindeke extra opgefleurd. Na WO II, driekwart eeuw markt in Scheldewindeke in de kijker. Het werd een ‘specialleke, de rode loper uitgerold voor alle marktbezoekers en marktkramers. En een mooi eerbetoon van het gemeentebestuur, alle marktkramers werden in de bloemen gezet. Na de markt werd in zaal De Rots een lunch aangeboden aan de marktkramers. Veel waardering voor de marktkramers.
Burgemeester Johan Van Durme wees op het economisch en sociaal belang van de markt. ‘Een bellenman in de gemeente is een meerwaarde. De markten hebben het niet altijd gemakkelijk, maar onze wekelijkse markt in Scheldewindeke met 17 marktkramers, heeft een vast publiek van kopers in plaats van kijkers, het is niet alleen een commercieel gebeuren maar ook een ontmoetingsplaats, we zijn de marktkramers dankbaar’, speechte burgemeester Johan Van Durme. Hij deed een oproep, breng bij uw volgend marktbezoek telkens iemand mee’. Schepen lokale economie Orville Cottenie: ‘We vieren vandaag 75 jaar markt Scheldewindeke, maar eigenlijk bestaat de markt 77 jaar, door corona konden we in 2021 de 75 ste verjaardag niet vieren. De wekelijkse woensdagmarkt werd na WO II, om precies te zijn op 10 juli 1946, opnieuw opgestart onder impuls van toenmalig burgemeester dr. De Ganck. De marktkramers moesten een leurkaart hebben en betaalden toen twee Belgische frank (per lopende meter voor zijn plaats). Particulieren die kippen, konijnen, eenden…kwamen verkopen betaalden twintig frank. En er werden ook indertijd varkens verkocht. In vroegere tijden werd de markt gehouden in de Sint – Kristoffelstraat (vroeger Marktstraat). In de zomervakantie stond er ook een ijsventer, in de volksmond Wuut genaamd. Hij had een daarvoor een speciaal ingerichte bestelwagen. Enkele marktkramers zijn al generaties aanwezig op de markt. Al ruim 75 jaar wordt het marktplein in Scheldewindeke omgetoverd tot een plek van ‘merchandise’, intussen zijn er heel wat gevestigde marktkramers, zoals bijvoorbeeld Philip Vande Cauter, Vishandel Pascal Janssens uit Oostende (al decennia lang trouw op post), die je niet meer kan wegdenken. Elke woensdag in het hartje van Windeke, een komen en gaan van vertrouwde gezichten. De markt zorgt voor ontmoeting en gezelligheid.
Ook al markt in 18 de eeuw
Uit een archiefstuk van 1735 blijkt dat er ook al een markt was in de Marktstraat (nu Sint – Kristoffelstraat). De markten raakten vroeger in verval en werden sinds 1686 verboden. Kort na WO II besloot men op de gemeenteraad van 15 juni 1946 opnieuw een markt in te richten in Windeke. De eerste markt vond plaats op 10 juli 1946. In de 19 de eeuw bevonden er zich rondom het marktplein fraaie burgerhuizen waarvan verscheidene nog bestaan, zij het min of meer aangepast. Ter hoogte van nummer 2 (zogenaamd ‘café Terminus’ uit de tweede helft van de 19 de eeuw, aangepast in de 20 ste eeuw en thans in verwaarloosde staat) stond vroeger het schepenhuis dat circa 1860 werd gesloopt. Het maakte deel uit van de herberg ‘In Sint – Hubrecht’. Ook de gevangenis en de schandpaal waren daar vlakbij aan de markt ingeplant. Aan de kerk bij de kerkhofmuur was een rij kleine woningen gelegen waarvan één na 1860 een tijdlang dienst deed als gemeentehuis (alle gesloopt in 1960). In de zuidoostelijke hoek van het plein, naast het kerkhof, stond vroeger ook de gemeenteschool. Verder zijn nog vermeldingswaardig de nummers 3 en 10: twee hoekhuizen met villa – allure en eclectische inslag uit begin 20 ste eeuw, gebouwd in decoratief uitgewerkte bakstenen gevels en met leien bedaking. (marcel van de vijver, foto’s danny de lobelle).