Het moet uniek zijn. Vier vaders, vier zonen, op de scène in het Gemeenschapscentrum GC De Kluize in Scheldewindeke. Dat hadden we in onze lange reporterscarrière nog nooit gezien. Vier vaders, vier zonen die liefdevol samen optrekken, in elkaar het grootste vertrouwen hebben, dat is hartverwarmend. Lenig zijn ze alleszins, ze gaan de uitdaging aan. Ze zijn gebonden aan hun rol, strikt getimed, uiteraard een vereiste voor het uitvoeren van hun kunsten. Halsbrekende toeren, gewaagde stunts gaan we niet zien.
De voorstelling start met stemmen. Op het scherm lees je wat ze over elkaar zeggen, je ziet vage silhouetten, die 2 aan 2 over het toneel lopen, stilstaan, dicht bij elkaar staan, dan weer afstand nemen, weer weggaan. De teksten stoppen. De scène wordt verlicht. De vier duo’s ontmoeten elkaar, begroeten elkaar, wat onwennig en gereserveerd, gaan op een rij zitten, spelen een spel van plaats wisselen, zonder stoel, daarna met stoel over podium. Wat volgt zijn acrobatische oefeningen. De vaders volgen de zonen, per duo, in groep. Zoon draagt vader, vader draagt zoon. Er klinken pianoklanken, onderbroken door mechanische klikgeluiden. We zien een berg van lijven, klimmen op elkaar, tillen elkaar op. Vertrouwen straalt af van de duo’s , van de groep. T – shirts en broeken gaan uit. Alle acht in een wit lijveke, witte onderbroek. Ze staan op elkaar. Jong en oud. Ze blijven voor elkaar zorgen, Het heeft iets, ze zo samen zien spelen. ‘Carrying my father’, gaat over dragen en gedragen worden. Over vasthouden en loslaten. Fysiek en mentaal lukt het nog. Hopelijk nog lang.
Centraal staat het besef: zoals de vader de zoon droeg, zo zal de zoon ooit de vader dragen. Finaal een krachtig applaus voor Toon & Eugeen Van Gramberen, Jonas & Danny Juchtmans, Josse & Koen De Broeck, Joren en Jan De Cooman. Nog even meegeven, drie zonen zijn circusartiesten, één zoon is leerkracht. De vaders zijn leraar, kleuterleider, grafisch vormgever en coördinator in de sociale sector. Zo te zien, de innige band die ze met elkaar hebben. (marcel van de vijver, foto’s Danny De Lobelle).