‘Het is niet moeilijk om de bevolking angst aan te jagen door te stellen dat je schrik moet hebben van al die zwarten die hier in de stad rondlopen.’

Gesprek met Kristin Vangeyte, schepen van Integratie en Gelijke Kansen

Geraardsbergen. De Oudenbergstad wordt meer divers. De instroom van nieuwkomers neemt gestaag toe. Het aantal personen van buitenlandse herkomst in de Oudenbergstad loopt op tot ruim 17%. Hoezeer de stad en de Vlaamse overheid blijven inzetten op integratie, toch vallen de cijfers in verband met de tewerkstelling tegen. Ondanks grote inspanningen van de overheid bedraagt de herkomstkloof – het verschil tussen de werkzaamheidsgraad van personen van Belgische herkomst en de werkzaamheidsgraad van personen van niet-EU-herkomst – nog steeds 19,2%. Met de verkiezingen van volgend jaar staan migratie en integratie hoog op de politieke agenda. Nuus zocht Kristin Vangeyte (Open Vld) – schepen van Integratie en Gelijke Kansen – op voor een prikkelend gesprek.

Schepen Vangeyte valt onmiddellijk met de deur in huis: ‘Het is belangrijk om van meet af aan een onderscheid te maken tussen verplichte en niet verplichte inburgeraars. Grosso modo zijn de verplichte inburgeraars de niet-Eu-onderdanen. EU-onderdanen zijn niet verplicht om een inburgeringstraject te volgen. Nieuwkomers zijn verplicht om veertig uur vrijwilligerswerk te doen. De integratiedienst is niet verantwoordelijk voor de inburgering. Wij zorgen voor een integratiebeleid. We moeten de mensen zoveel mogelijk stimuleren om talenkennis op te doen. We doen dit door nieuwkomers in contact te brengen met inwoners om hun Nederlands in verschillende situaties te oefenen.’

Wat is de hoofdopdracht van het integratiebeleid?

‘De klemtoon van het integratiebeleid ligt op de talenkennis. Het succes van integratie is de taal te spreken van jouw buren of van de andere mensen in de stad. Voor de bevolking van deze stad trachten we de drempels te verlagen door hen in contact te brengen met nieuwkomers en omgekeerd. Op die manier werken we drempelverlagend en bevorderen we de sociale cohesie.’

Ruim aanbod integratie
Nieuwkomers krijgen toch heel veel kansen aangeboden om zich te integreren. Het aanbod is toch wel heel divers en ruim?

‘In het volwassenenonderwijs krijgen nieuwkomers genoeg aanbod om Nederlands te leren. Er zijn ook de OKAN-klassen (onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers) in het reguliere onderwijs. Kinderen en jongeren worden er in een taalbad ondergedompeld. Ook het Agentschap Integratie is een belangrijke partner. Maar ook de bibliotheek, de kunstacademie, samenlevingsopbouw en de vele vrijwilligers zijn belangrijke aanspreekpunten. Daarnaast is er een intergemeentelijke samenwerking met Aalst, Ninove en Denderleeuw. Er is een plan samenleving geschreven, waarbij er werk gemaakt wordt om nieuwkomers toe te leiden naar sport en cultuur. Bij Babbelonië, een organisatie van Avansa, krijgen nieuwkomers de kans om samen met inwoners van Geraardsbergen, Nederlands te oefenen.’

Maar ook de stad is een belangrijke partner. Toch?

‘In de bibliotheek wordt er met Nederlandstalige vrijwilligers samen gelezen. Er is ook een nieuwsbrief voor anderstaligen, die op een erg toegankelijke wijze is opgesteld. Er zijn ook onthaalgesprekken voor nieuwkomers. Op basis van de uitwisseling van informatie, kunnen we ons beleid beter afstellen. Tijdens de onthaalgesprekken kunnen we bijvoorbeeld meegeven hoe ze het afval moeten sorteren en wanneer en hoe de ophaling ervan gebeurt. Het is de opdracht van een lokaal bestuur om de nodige informatie te verstrekken over het reilen en zeilen binnen een stad. Daarnaast zijn er nog tal van andere faciliteiten die de stad aanbiedt en waar nieuwkomers gebruik kunnen van maken. Ook de dienstverlening van de stad verloopt in het Nederlands, waardoor de mensen nog verder worden gestimuleerd om onze taal eigen te maken.’

De tewerkstellingscijfers vallen tegen.
Ondanks het ruime integratieaanbod vallen de tewerkstellingscijfers bij allochtonen en nieuwkomers toch wel heel erg tegen.

‘De tewerkstelling in de streek ligt laag. Voor nieuwkomers is het bijzonder moeilijk om een job te vinden. Zeker laaggeschoolden hebben het moeilijk. Bovendien wordt er veelal geschoold personeel gevraagd. Er zijn ook nog andere drempels. Zo ken ik twee mensen die in Algerije tandarts waren. Willen ze hier een praktijk uitbouwen dan moeten ze opnieuw examens afleggen. Maar dat neemt niet weg dat Nederlands spreken en een job heel belangrijk zijn om succesvol te integreren.’

Wat doet het lokaal bestuur om het tij te keren?

‘Geraardsbergen ligt in een uithoek van Zuid-Oost-Vlaanderen. De tewerkstellingskansen – zeker voor laaggeschoolden die het Nederlands niet of onvoldoende machtig zijn – liggen in deze streek niet erg hoog. Vanuit de dienst Economie worden projecten opgezet – zoals het concordiaproject – om er voor te zorgen dat de zwakkeren in de samenleving en de jongeren – die pas de school verlaten – de kans krijgen om aan de slag te gaan. Op de laatste gemeenteraad hebben we ook het charter van de samenlevingsdienst – een organisatie van het middenveld – ondertekend. De betrachting is om één procent van de jongeren van achttien tot vijfentwintig jaar aan te zetten tot vrijwilligerswerk. Werken is uiteraard een belangrijke stimulans om te integreren en om mensen uit de armoede te halen.’

Onrust
Begrijpt u de onrust bij de autochtone bevolking over de stijgende instroom van nieuwkomers?

‘Ik begrijp de onrust, maar dat is – zoals met vele zaken – subjectief. Mensen zijn vaak ten onrechte ongerust of angstig. In Geraardsbergen hebben we toch geen problemen.’

Er wordt uiteraard veel gedaan om de nieuwkomers zo goed mogelijk te integreren, maar wordt er wel genoeg gedaan voor de autochtone bevolking? Er wonen hier ook wel mensen die het bijzonder moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen.

‘Dit is inderdaad een terechte opmerking. Dit zit nu wel een beetje vervat in het nieuwe inburgeringstraject. De nieuwkomer moet 40 uur vrijwilligerswerk verrichten. Waar we een diversiteit aan mensen bij elkaar brengen, zien we een positief elan ontstaan. In de Maretak werken een aantal vrijwilligers. De bewoners herkennen hun verhalen uit de oorlog in de situatie van de vluchtelingen uit Syrië. Dit is zeer belangrijk omdat je wederzijds begrip creëert. Dat doen we nog te weinig. Iemand met een andere huidskleur is niet persé een slecht mens.’

Kazerne Dossin
Dat neemt niet weg dat er een zekere onrust is bij de mensen. Het thema zal vast en zeker hoog op de agenda staan bij de volgende verkiezingen.

‘Dat wordt vaak ook misbruikt. De angst van de mensen aanwakkeren is niet moeilijk. Ik ben onlangs nog naar de Kazerne Dossin geweest. Je kan daar pamfletten uit het naziregime van voor de Tweede Wereldoorlog lezen waarin staat dat de zorg van iemand met een beperking de gemeenschap 60.000 Reichsmark kostte. ‘Gaat u dat blijven betalen’, stond er toen te lezen. Het is niet moeilijk om de bevolking angst aan te jagen door te stellen dat je schrik moet hebben van al die zwarten die hier in de stad rondlopen, door voor te stellen dat ze niet werken of geen goede intenties hebben. Dat is niet moeilijk.’

U vergelijkt de situatie in Geraardsbergen met die in Nazi-Duitsland?

‘In de Kazerne Dossin gaat het over het gevaar van de massa ten tijde van Nazi-Duitsland. Het gaat over het hedendaags racisme, over de schending van de mensenrechten omdat er verkeerde informatie over die mensen wordt verspreid.’

Als mensen negatief reageren op een flinke instroom van nieuwkomers, dan wordt dit ingegeven door racisme?

‘Ik zeg niet dat de bevolking racistisch is. Integendeel. De meeste inwoners in Geraardsbergen staan open voor mensen van buitenlandse herkomst. Wat is het gevaar? Een beperkt aantal mensen probeert daar politiek munt uit te slaan om de macht te verwerven. Maar in alle acties die we in Geraardsbergen hebben ondernomen, heb ik geen racisme ondervonden. Mensen van buitenlandse herkomst zijn me dat ook nog nooit komen melden. Ik zal nooit zeggen dat de Geraardsbergenaar racistisch is. Dat ze ongerust en bezorgd zijn, is terecht.’

Racisme in Geraardsbergen
Waar ziet u dan wel het racisme in Geraardsbergen opdoemen?

‘Sommige mensen hebben geen open blik meer op de samenleving en verspreiden angst om er voordeel uit te halen. Dat vind ik verwerpelijk. Je treft daarmee de mensen van goede wil die zich willen integreren. Deze mensen doen jobs die wij niet meer willen doen. Fluvius investeert in onze stad in nieuwe leidingen. De werken worden uitgevoerd door mensen van buitenlandse herkomst.’

Een deel van hen spreekt geen of amper Nederlands. In verschillende grootwarenhuizen in onze stad werken nieuwkomers die geen of onvoldoende Nederlands spreken. Vormt dat geen probleem?

‘Daar zou dan meer moeten worden op ingezet. Het zou interessant zijn om Nederlands op de werkvloer aan te bieden. Toch vind ik het belangrijker dat ze onmiddellijk aan de slag kunnen.’

Maar als deze werknemers op de sociale ladder willen opklimmen, dan zullen ze toch Nederlands moeten leren.

‘Het zou inderdaad goed zijn dat werknemers de kans krijgen om Nederlands op de werkvloer te leren. Daardoor krijgen ze meer mogelijkheden op de arbeidsmarkt.’

Hartelijk dank voor het interview

Julien Borremans

De gehanteerde cijfers in de intro van het artikel komen uit de lokale integratiescan Geraardsbergen (Vlaams Gewest).