Wout Coene uit Aalst hoopt een rol van betekenis te kunnen spelen in grotere koersen

Streekrenners in de praatstoel

Voetballers die renner worden, blijkbaar stappen heeft wat jonge voetballers over naar het wielerpeloton om één of andere (medische) reden. Of zou onze Belgische Kampioen en Wereldkampioen tijdrijden, Remco Evenepoel hiervoor de aanmoediging gegeven hebben? Ook hij was één van de voetballers die de voetbalschoenen aan de haak hing en de overstap maakte om op wereldniveau één van de smaakmakers te worden. Daarom trokken we deze week voor onze rubriek ‘Streekrenners in de praatstoel’ richting Aalst. Net op de grens van Haaltert en Aalst woont de zeer sympathieke Wout Coene (16) die om medische redenen ook het voetbal vaarwel moest zeggen. Wout – nog maar bezig aan zijn tweede seizoen als renner – is daadwerkelijk een vechter in het peloton en laat zich graag zien. Al moet hij juist nog wat meer in zichzelf geloven en niet twijfelen, hij kan meer dan hijzelf wel denkt. Om al deze redenen plaatsen we hem graag in onze praatstoel en stellen we hem graag aan u voor. Wout, bedankt dat u tijd wil maken met en voor ons.

Nuus: Waarom en hoe ben je begonnen met koersen en waarom de voorkeur voor het wielrennen? Deed je voor het wielrennen een andere sport?

Wout Coene: Ik kom eigenlijk uit een voetbalfamilie. Mijn papa, beide opa’s en mijn overgrootvaders hebben heel wat voetbalschoenen versleten. Het spelen met een bal werd me dan ook bijna met de paplepelmeegegeven. Vanaf mijn zes jaar was ik actief bij voetbalclub KSC Eendracht Aalst, tot ik een tweetal jaar geleden op een match met een geblesseerde knie richting spoed moest. Het verdict was vrij stevig: kraakbeenletsel en een stukje bot dat los zat. Na een operatie en een revalidatie van zes maanden kreeg ik de raad om contactsporten te vermijden. Deels als therapie, maar ook omdat ik nogal sportief ben aangelegd, ben ik op zoek gegaan naar een andere uitlaatklep en dat is het wielrennen geworden.

Nuus: Je bent vorig seizoen pas begonnen met wielrennen als eerstejaars nieuweling. Hoe was dat en wat heb je bereikt van bij de start bij de nieuwelingen?

W.C.: De start was moeilijk. Ik kwam terecht tussen heel wat ervaren jongens die heel veel kilometers op de teller hadden. Mijn basisconditie zat nog niet goed en voor de rest wist ik weinig van hetwielrennen. In een peloton rijden is enorm overdonderend als je dat niet gewend bent. Ik heb vorig jaar vooral heel hard gewerkt om mijn conditie op een aanvaardbaar niveau te krijgen. Via via ben ik terechtgekomen bij coach Stef Rogier die me nu nog altijd persoonlijk begeleidt. Hij heeft zonder druk te leggen mijn trainingsintensiteit verhoogd en zo de basis goed gekregen. Mijn eerste koers heb ik kunnen uitrijden begin mei. Dit heeft me ook een boost gegeven om het alsmaar beter te doen. Grootse prestaties zaten er vorig jaar niet in; ik was al blij als ik mijn koersen kon uitrijden, wat me vanaf de zomer ook aardig lukte.

Nuus: Hoe verliep je tweede jaar bij de nieuwelingen en wat waren je belangrijkste wedstrijden en uitslagen dit seizoen?

W.C.: De voorbereiding op mijn tweede seizoen was alvast veelbelovend. Ik had de winter goed doorgetraind en gecombineerd met een aantal trainingssessies op de wielerpiste in Gent kon ik met een goede conditie aan mijn seizoen beginnen. Samen met de ploeg had ik een top stage in Calpe achter de rug toen mijn andere knie net voor mijn eerste wedstrijd begon op te spelen. Ik voelde onmiddellijk dat er meer aan de hand was en inderdaad, een operatie was ook voor deze knie onvermijdelijk. Ik voelde de grond weer onder mijn voeten wegzakken. Gelukkig viel het letsel bij deze knie mee en zorgden zowel mijn coach Stef als mijn kinesist Steven Van Den Bogaert ervoor dat mijn fiets niet te lang aan de kant bleef staan en ik snel terug aan de opbouw van mijn conditie kon werken. Met vier maanden vertraging reed ik mijn eerste wedstrijd van dit seizoen begin juli. De mooie vijfde plaats werd onmiddellijk een beloning voor mijn harde werk. Verder hebben we met de ploeg tijdens de driedaagse West Vlaanderen Cycling Tour een mooi hoogtepunt bereikt. We eindigden als eerste in het ploegenklassement en dankzij onder andere goed afstop werk van mezelf kon ploegmaat Jasper Christiaens de overwinning pakken in de laatste rit. Ook mijn vijfde plaats in Kieldrecht heeft me heel veel deugd gedaan. Mijn sprintersbenen hebben daar mooi werk geleverd en me de massasprint van het peloton op een overtuigende manier laten winnen. Het laatste koersweekend van het seizoen heb ik in Wolvertem kunnen afsluiten met een mooie zesde plaats.

Nuus: Volgend jaar, eerstejaars junior, een trapje hoger, wat denk je voor volgend seizoen? Of wat zijn de verwachtingen en plannen voor 2024?

W.C.: Volgend jaar hoop ik op het elan van de laatste maand te kunnen verder gaan en heel wat top tien plaatsen te kunnen bemachtigen. Daarnaast zou het mooi zijn om ook in de grotere koersen een rol van betekenis te kunnen spelen. Ik zou heel graag de Ronde van Vlaanderen rijden, een koers die bij vele renners tot de verbeelding spreekt. Ik denk trouwens dat langere koersen me beter zullen liggen. Nu voel ik in koers dat ik pas na een ronde of twee – drie de juiste benen vind. Langere koersen betekent ook langere trainingen dus ik hoop dat de combinatie met school haalbaar blijft. Tot hiertoe was dit geen probleem, maar het vijfde middelbaar is een stevig jaar. Goed plannen wordt de boodschap.

 

Nuus: Momenteel ben je aangesloten bij Alfasun Cycling Team te Denderhoutem. Blijft dit ook volgend jaar?

W.C.: Ja, ik blijf ook volgend jaar lid van deze familiale club. Ik voel me er goed en ben dankbaar dat zij me de kans hebben gegeven om te starten in het wielercircuit. Iedereen heeft het er bij de Labiekes goed voor met elkaar, we hadden dit jaar een hechte rennersgroep en toffe begeleiders. De gunfactor binnen onze ploeg was bovendien groot en dat maakte deze groep net zo mooi. Net als afgelopen seizoen beginnen we ook in 2024 met een stage in Spanje. Dit zal ervoor zorgen dat de teamspirit ook bij de junioren direct goed zal zitten.

Nuus: Zijn er bepaalde mensen die je even wil bedanken of vernoemen?

W.C.: Ik wil eigenlijk heel veel mensen bedanken, maar ik beperk me tot de ‘speciallekes’. Allereerst wens ik mijn coach Stef Rogier enorm te bedanken. Hij is veel meer dan alleen maar een coach die me de juiste trainingsschema’s bezorgt. Hij staat me bij met raad en daad, zowel op fysiek als emotioneel vlak en zoveel meer. Zonder hem zou ik bijlange nog niet zover hebben gestaan in mijn wielerparcours. Daarnaast een grote dank je wel aan Steven, mijn kiné. Hij heeft ervoor gezorgd dat mijn knie snel weer koers klaar was en heeft bovendien mee geholpen aan de sprintersbenen die ik vandaag heb. Dikke dank je wel ook aan mijn ouders en zus. Zij offeren hun weekenden op om me overal in het land te vergezellen op de koersen als trouwste supporters. Tot slot wil ik mijn ploeg Alfasun Cycling Team bedanken. Zoals ik hierboven al vermeldde, ben ik heel dankbaar dat ze mij de kans gegeven hebben om te starten in het wielercircuit.

Nuus: Wout, in naam van mezelf en onze redactie bedank ik u voor dit mooi en leuk interview. Wij wensen u van harte nog veel succes toe en wij kijken nu al uit naar uw prestaties op de weg in 2024! Good Luck!