Foto: Diederik de Mezel

Dominique Willaert: ‘In de volkse buurten stemmen mensen voor het Vlaams Belang en komen in opstand.’

Geraardsbergen. ‘De mensen in de volkse buurten voelen zich in de steek gelaten. Ze stemmen voor het Vlaams Belang en komen in opstand’, laat Dominique Willaert zich in een overvolle zaal in het Koetshuis ontvallen. Ook in de Denderstreek neemt de armoede fors toe. Andere genodigden lieten eveneens hun licht op de Oudenbergstad en de Denderstreek schijnen. Het leidde tot een spetterende avond waar mensen met de meest uiteenlopende mening op een assertieve maar vriendelijke wijze de degens kruisten.

Op vrijdag 20 oktober was het verzamelen geblazen in het Koetshuis in het Abdijpark voor de boekvoorstelling van Dominique Willaert ‘Niet alles, maar veel begint bij luisteren’. Willaert wandelde vier maanden door de Denderstreek en verzamelde een schat aan informatie. De Denderstreek leed heel erg onder de teloorgang van de fabrieken, de afbraak van sociale huisvesting en het verdwijnen van de volkshuizen en de buurtcafés. Het opzet was een panel van volkse inwoners aan het woord te laten en met elkaar te laten discussiëren. Het initiatief was zeker geslaagd. Er moest op voorhand een plaats worden gereserveerd. De zaal zat bomvol.

Achteruitgang in de volkse buurten
Breng politiek naar de mensen in plaats van omgekeerd. Deze succesformule leidde tot spetterende discussies en gedurfde standpunten. Henri Vander Heyden beet de spits af. Hij klaagt massamigratie aan. ‘De taal is gans het volk. Wie naar hier komt, moet Nederlands leren. Wie de moeite niet doet om Nederlands te leren, geeft duidelijk het signaal zich niet te willen aanpassen’, wierp Henri Vander Heyden de zaal voor de voeten. ‘Iedereen die onze waarden, normen en onze culturele verworvenheden aanvaardt, is welkom.’ Voor de geboren en getogen Geraardsbergenaar vormt de islam de grootste uitdaging: ‘Deze godsdienst weigert zich aan te passen.’

Dominique Willaert kwam scherp uit de hoek en klaagde de grote sociaaleconomische ontreddering in de volkse buurten aan. ‘Uit de vele gesprekken die ik gevoerd heb, blijkt dat 30 tot 40% van de mensen zeer hard werkt, maar toch stilstand of achteruitgang in hun buurt ervaren. Ook in de Denderstreek is dit het geval. De armoede neemt fors toe. Ik heb fabrieksarbeiders ontmoet die in hun wagen op de parking van de fabriek sliepen op het moment dat de energieprijzen door het dak gingen. Op die manier moesten ze benzine besparen. Sommigen moesten hun vakantiegeld gebruiken om de energiefactuur te betalen. Ik heb bijna niemand ontmoet die op vakantie ging.’

Ook de afbouw van de publieke dienstverlening vormt een groot probleem voor deze mensen: ‘De NMBS wordt kapot bespaard. Heel wat haltes van de Lijn worden afgeschaft. Bussen rijden niet meer of komen te laat. In de Denderstreek heb ik mensen geïnterviewd die een taxi moeten bestellen om in een verder gelegen gemeente naar een bankkantoor te gaan. Ook gaan steeds meer dorpscafés dicht. Het is een plaats waar verschillende generaties samenkomen en tussen pot en pint van mening kunnen verschillen.’

Opstand
‘In de volkse buurten stemmen mensen voor het Vlaams Belang en komen in opstand’, meent Willaert. ‘Ze zijn niet racistisch, maar ze voelen zich in de steek gelaten door de traditionele partijen en de media omdat er niet naar hen wordt geluisterd. Daarom is het belangrijk dat we deze mensen samenbrengen om met hen in gesprek te gaan. We moeten meningen laten botsen.’

‘We moeten onze morele superioriteit aan de kant zetten. Het is ongepast om vanuit die positie naar de wereld te kijken en te oordelen. Het grootste deel van het succes van het Vlaams Belang heeft te maken met onze zelfgenoegzaamheid.’ Volgens Dominique Willaert is het essentieel om de welvaartskoek op een rechtvaardige en gelijke manier te verdelen. Het racismeprobleem is enkel maar het laagje vernis. De auteur maakt een duidelijk onderscheid tussen de kiezers en de mandatarissen van het Vlaams Belang. De laatsten noemt hij de architecten van de haat.

Ook Wim Schrever – wijkregisseur in Geraardsbergen – hoort steeds meer de klacht dat mensen hun buren niet meer kennen. Hij pleit voor ‘zorgzame en warme buurten’ waar iedereen voor elkaar zorgt. Ook Arne De winde gelooft sterk in het samenbrengen van mensen in kleine projecten die verbindend werken. ‘Ik geloof heel sterk in het samenbrengen van mensen zonder dat wij steeds onze identiteit moeten articuleren of problematiseren.’

Julien Borremans