©De Lobelle Danny

Veel belangstelling voor evocatie ‘De bange meidagen van 1940’

Waarheidsgetrouw beeld van wat zich werkelijk afspeelde op 19, 20 en 21 mei in Gijzenzele

Het Gijzels Genootschap van de Kerkuil organiseerde op zaterdag 4 november 2023 voor een ruim belangstellend publiek een evocatie over de bange meidagen in het dorp van Gijzenzele tijdens de Tweede Wereldoorlog. Uit het oorlogsevent bleek de afschuwelijke gruwel op 19, 20 en 21 mei 1940 in Gijzenzele. Je kreeg een beeld wat zich werkelijk heeft afgespeeld in Gijzenzele. Het Gijzels Genootschap van de Kerkuil heeft zich afgesloofd om van het oorlogsevent iets heel speciaals te maken. Aan de hand van talrijke getuigenissen van gevluchte Gijzenzelenaars, archiefstukken van het Zesde Linieregiment (wordt bewaard in Gijzenzele) , verhalen en belevenissen van burgers en soldaten, en knap re-enactment van talrijke figuranten (burgers, soldaten, pastoor,…in

klederdracht van toen) kon men een vrij nauwkeurige reconstructie maken van het oorlogsgebeuren in Gijzenzele. Als apotheose werd de oorlogsschade op de Sint – Bavokerk geprojecteerd. Er klonk finaal een warm applaus voor alle figuranten, medewerkers. Een pluim voor Petra Van Bever die met verve en heel vlot het event presenteerde. Een knap staaltje presenteerwerk. Well done, Petra. Veel lof voor Het Gijzels Genootschap van de Kerkuil dat nu met een geslaagde evocatie de ‘Slag om Gijzenzele’ blijft herdenken. Een open boekje voor de nog goed ogende 92  jarige Marcel Scheirlinck, die ons vertelde dat hij als negenjarige knaap zich nog alles herinnert van die ellendige meidagen in 1940. Hij weet precies waar de Duitse kanonnen stonden opgesteld achter zijn ouderlijk huis in de Kwaadbeek, zo’n 1,3 km gelegen van Gijzenzele dorp. Op een smalle strook bos die zich uitstrekte tot aan Moortelbos stonden een aantal Duitse kanonnen opgesteld. Mijn vader laadde achteraf zijn kruiwagen vol met hulzen die hij naar huis bracht. Ik herinner het mij nog alsof het van gisteren was’, getuigt Marcel Scheirlinck.
Door de onzekere weersomstandigheden werden de scenes in de Korte Brielstraat (de eerste gesneuvelde soldaat in Gijzenzele) en in de Schoolstraat (open gebroken bakkerij en de sluipschutter) in de kerk opgevoerd. Gelukkig konden de scenes aan de bunker A36 in de Kerkstraat en de redding van de pastoor en zijn zusters wel in openlucht doorgaan. Het oorlogsverhaal in Gijzenzele. We citeren uit de gevatte en boeiende presentatie van Petra Van Bever. Tijdens de 18 daagse veldtocht trokken de Belgische eenheden zich stelselmatig terug. Eenheden van de 2 de divisie bestaande uit de 6 de linie, 5 de linie en in reserve de 28 ste linie ter verdediging van het Bruggenhoofd Gent belandden zo in Gijzenzele en Kwatrecht. Op 19 mei 1940 omstreeks 7 u na drie nachtmarsen bereiken een 600 – tal soldaten van de 6 de linie behoorlijk uitgeput Gijzenzele. Uit de scene aan de bunker bleek dat de toegangsdeuren van de bunkers gesloten waren. De sleutels werden in allerijl opgehaald in de Leopoldskazerne in Gent. Men kon zich eindelijk installeren en met de voorbereiding van het veldwerk beginnen. Omstreeks 8 u zijn de verkenningen beëindigd. Om materiaal te hebben schuimt men boerderijen af, op zoek naar spaden, schoppen, houwelen, rieken, bijlen, zagen, landbouwgerei,…Het schootsveld wordt opgeruimd en het koren afgemaaid. De manschappen zijn moe en hongerig. Op zondag 19 mei is in de Sint – Bavokerk in de voormiddag de plechtige communie aan de gang. Door de oorlogsdreiging waren er maar twee communicanten: zoals de onlangs overleden Cecile Haesaert, weduwe van de legendarische (pers)fotograaf Lucien Oosterlinck. Ze herinnert zich dat ‘sjampetter’ Bracke rond reed om de nog resterende inwoners aan te manen om het dorp onmiddellijk te verlaten. De familie Haesaert vertrok met paard en kar richting Lemberge. Enkel de pastoor en zijn twee 80 – jarige zusters Emilie en Leonie weigerden te vertrekken.
Op maandag 21 mei 1940 op de middag heeft een hevig drie uur durend artilleriebombardement op de stellingen in Gijzenzele plaats. Getuigenis Reserve Onderluitenant Jaak Bauwens: ‘Soldaat Hendrik Sels bevond zich met een korporaal en vier soldaten in het eerste huis rechts van het toenmalig gemeentehuis. Ik bevond mij in een meer opgeschoven post op zo’n 100 meter daar vandaan. Rond 18 u kon ik mijn post verlaten. Soldaat Sels had zich naar het WC van het huis van de familie Verschooris begeven. Een granaat was ingeslagen op zo’n zeven meter van het woonhuis en op 3 meter rechts van het WC waar Sels zich bevond. Hij was op slag dood. Pas de volgende morgen kon soldaat Sels weggehaald worden.
Er was geen voedselbevoorrading tijdens de Marsdagen, dan maar inbreken in de toenmalige bakkerij van de voorouders van huidige bakkerij Wim Bockstaele. Met de achtergelaten ingrediënten werd er voor het ganse bataljon brood gebakken. Op 21 mei 1940 rond 18 u ligt het dorp zwaar onder vuur. Duitse eenheden zijn doorgebroken en hebben bijna het ganse dorp ingenomen. Bunkers AV10/11/12 langs de Wettersesteenweg en het Halve Maanbos zijn in Duitse handen. Langs Belgische zijde wordt een tegenaanval ingezet. De Duitsers moeten zich overhaast terugtrekken. Er vallen veel gewonde en gesneuvelde soldaten. In het transformatiehuisje zat een sluipschutter verborgen, uit de massa afgeschoten geweerpatronen kon men afleiden dat hij heel wat Duitse soldaten heeft uitgeschakeld.
 
Beschieting pastorij en kerktoren
Uit de getuigenis van korporaal Geuze. ‘Het was ‘la guerre’. Een stuk muur werd achter ons weggeschoten. De Rik was ineens gecamoufleerd in een hoop puin, het gasmasker van lange Jaak was geperforeerd. Na de middag vliegen Duitse vliegtuigen over onze stellingen. Kort na 2 u wordt Gijzenzele heftig beschoten. Al met ne keer sloeg er een granaat vlak in de pastorij. De voorgevel, de trap en wat weet ik nog, was in stukken van elkaar. De 75 – jarige pastoor, die samen met zijn twee oudere zusters niet gevlucht waren, werden lichtjes gekwetst. Hij sloeg met zijn zuster Emilie, op de vlucht naar de infirmerie. Leonie, de oudste, 81 j.,

lag boven ziek te bed, juist voordat de granaat was ingeslagen. Iedereen dacht dat het ‘menske’ dood was. Onze sergeant, nieuwsgierig van aard, ging toch op inspectie en vond het ‘menske’. Haar naar beneden krijgen was een ander paar mouwen. Na veel zoeken vond men een soort ladder die lang genoeg was. Toch bracht de soldaat dat ‘menske’ op zijn schouder naar beneden. Met de kruiwagen voerden wij haar dan weg naar haar broer en zuster. De mannen van de commandopost wilden kost wat kost de wijnkelder van mijnheer pastoor redden. Wat viel er nog te redden?

Zij mochten van geluk spreken dat de pomp achteraf nog water gaf.
Van de geredde zuster hadden zij een lekkere boerenhesp gekregen en ‘s avonds aten wij hesp zonder pistolets. En dat het smaakte’, schreef korporaal Geuze.
De verschillende commandoposten krijgen het bevel tot terugtrekking. De soldaten in Gijzenzele zijn dood op. Twee dagen vechten heeft hen geleerd dat de Duitsers niet onverslaanbaar zijn. Het prijsgeven van een goed verdedigbare stelling heeft het moreel van de soldaten geen deugd gedaan. Bevelhebber Desprets krijgt het bevel zijn eenheid terug te trekken naar Nevele aan het afleidingskanaal van de Leie. De Slag om Gijzenzele/Kwatrecht wordt in de dagorders vermeld als één van de zwaarste veldslagen tegen het Duitse leger tijdens de 18 – daagse veldtocht.
©De Lobelle Danny

De gebeurtenissen op 19, 20 en 21 mei 1940 blijven 83 jaar later nog altijd in het collectieve geheugen hangen. WO II had een grote invloed op de Gijzenzeelse samenleving. De herinnering aan de gruwel blijft in Gijzenzele met de herdenkingen in mei, het oorlogsmuseum, de Halve Maanroute, en nu met de evocatie vers in het geheugen liggen. De Tweede Wereldoorlog was in Gijzenzele een oorlog die drie bangelijke dagen werd uitgevochten maar ook in de geesten van de bewoners. Ook dat toonde de evocatie: Piëteit voor de oorlogsslachtoffers, er heerst ontzag en bewondering voor de soldaten die in WO II vochten voor onze vrijheid. De soldaten hebben er een offer gebracht ter verdediging van de waarden die dierbaar zijn aan ons vaderland. Uit de verslaggeving van majoor en commandant Desprets blijkt de afschuwelijke gruwel. Dat er hevig werd gevochten, blijkt uit het naslagwerk ‘Slechts drie dagen hebben de kanonnen gebulderd’. (marcel van de vijver, foto’s danny de lobelle).