Dinsdag 12 maart bracht Pano een schokkende reportage over de Dender. Nuus bracht in november 2023 reeds een aantal schokkende feiten aan het licht die in Pano worden aangehaald. Hieronder vindt u het artikel.
Geraardsbergen/Idegem. Uit documenten die Nuus kon inkijken blijkt dat de stuwen en de sluizen in Geraardsbergen en Idegem in bijzonder slechte staat verkeren. Volgens interne documenten gaat het om ‘slecht onderhouden materiaal van sluizen en stuwen.’ De sluizen en stuwen zijn tot op de draad versleten en lekken als een zeef. De bediening van de stuwen gebeurt handmatig en is ronduit gevaarlijk. Ze zijn niet voorzien op hoogwater bij heel veel regen, laat staan op een waterbom.
De bouw van het stuwencomplex van Geraardsbergen dateert van 1860. Een paar jaar later werd het sluizencomplex gebouwd. De bediening van de stuwen moet het waterdebiet op de Dender regelen en gebeurt nog steeds handmatig. In de loop der jaren is er niet veel veranderd. Uit documenten blijkt dat de bediening van de sluis en de stuw ‘belastend en gevaarlijk’ is ‘wegens handbediening en de slechte staat van het materiaal’. ‘Hulpmiddelen om de veiligheid te garanderen zijn minimaal aanwezig.’
Levensgevaarlijk werk
De bediening van de stuw gebeurt door balken die door middel van kettingen en scharen worden opgehaald of naar beneden gelaten. Het is een ‘levensgevaarlijk’ werk, staat te lezen. Werknemers moeten in alle omstandigheden met slecht en gedateerd materiaal werken boven open water.
Er zijn veiligheidsmaatregelen genomen, maar die zouden ruim onvoldoende zijn. ‘Een reddingsvest biedt weinig zekerheid als je bij vriestemperaturen in een kolkende stroom valt’, laat een betrokkene weten. ‘Er is valbeveiliging, maar in de praktijk kan die niet worden gebruikt omdat daardoor net gevaarlijke situaties ontstaan.’ Deze situatie leidt tot heel veel stress bij het personeel. Absenteïsme, uitval en heel veel overuren zijn daar het gevolg van.
Uit interne documenten blijkt dat de stuw in slechte staat verkeerd. Heel wat materiaal is versleten en ronduit gevaarlijk om nog te gebruiken. De kettingen hebben minder dan de helft van hun oorspronkelijke dikte. Sommige balken zijn stuk of versleten waardoor er permanente lekken zijn. Door de primitieve handmatige bediening bestaat het gevaar dat de balken uit profiel springen en de regulering van het water niet meer mogelijk is.
Ook de sluis in Geraardsbergen laat heel veel te wensen over. ‘Er wordt geen onderhoud meer uitgevoerd op de sluis’, staat in een intern document te lezen. De sluisdeuren sluiten niet meer goed af. Er zijn enorm veel lekken. Het water gaat door gaten in de muur waardoor de sluismuur zwakker wordt. Door de slijtage van het mechanisme wordt de handmatige bediening ervan heel zwaar.
Aan de stuw van Idegem heeft de balk waarop de stuw steunt, af te rekenen met betonrot. De bewapening valt uit het beton. De situatie in Idegem is vergelijkbaar met die in Geraardsbergen.
De dienstgebouwen zijn niet uitgerust voor de noden van het personeel. Er is geen douche aanwezig. In de zomer kunnen de temperaturen in het gebouw oplopen tot boven de dertig graden. Er is geen koeling of zonnewering voorzien. Ook een keuken of eetruimte is er niet, terwijl het personeel toch lange shiften moet draaien.
Op de lange baan
De stuwen werden onlangs geïnspecteerd. Wat de uitkomst van deze inspectie is, valt nog af te wachten. Een nieuw sluizencomplex in Geraardsbergen en Idegem moest soelaas brengen maar de uitvoering ervan dreigt opnieuw vertraging op te lopen. In oktober 2017 werden de werken stilgelegd. Er werd intussen opnieuw een omgevingsvergunning aangevraagd, maar de nodige bezwaren volgden. Volgens Het Milieufront Omer Wattez (MOW) vormt de vernieuwing van de stuwen geen duurzaam alternatief. Daarenboven is ze heel duur en lopen de kosten flink op. Voor het MOW is het herstel van de meanders van de Dender een veel goedkoper en duurzamer alternatief.
We vroegen een reactie op dit artikel aan de algemeen directeur van de Vlaamse Waterweg nv, maar die gaf niet thuis. Van zodra die binnenkomt, geven we die mee.
Julien Borremans