Geraardsbergen. Bij de stad Geraardsbergen is een aanvraag ingediend voor een nieuwbouw van een alleenstaande meergezinswoning in overstromingsgebied langsheen de Molenbeek. Verschillende omwonenden dienden een bezwaarschrift in. De voorziene ‘grondenruil’ tussen de eigenaar van het perceel en de stad Geraardsbergen roept toch vragen en bedenkingen op. De Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening (GECORO) wordt bij elkaar geroepen om zich over het project te buigen
Bij de stad Geraardsbergen is een aanvraag ingediend voor een nieuwbouw van een alleenstaande meergezinswoning voor 17 wooneenheden, een fietsenstalling voor 41 fietsen en 18 parkeerplaatsen voor voertuigen. Het gebouw zou aan de spoorwegbrug aan de Oudenaardsestraat komen, naast het rode appartementsgebouw op de hoek van de Ezelberg. Het heeft vier volle bouwlagen, gezien vanaf de Ezelberg en vijf als je het bekijkt vanaf de openbare parking. Recente gebouwen in de omgeving tellen doorgaans twee bouwlagen en een zadeldak.
Massieve constructie
In de GECORO werd recent het project op de hoek van de Oudenaardsestraat met de Stadsweg als ongunstig geadviseerd. Het is niet in overeenstemming met de omliggende bebouwing. Het project – dat nu voorligt – is om dezelfde reden een verdieping te hoog. Het komt over als een massieve constructie die veel weg heeft van een kantoorgebouw. ‘Waarom geen gescheiden volumes creëren met voldoende groene ruimte er tussen?’ Vragen de bezwaarindieners zich af.
Bovendien staat het gebouw helemaal tegen de eigen perceelsgrens aan, wat niet toegelaten is. Het gebouw wordt het best op ruimere afstand van de eigen perceelsgrens gebouwd, waardoor er meer plaats is voor bijvoorbeeld een tuin. De concentratie van wooneenheden op het perceel ligt trouwens veel te hoog en er is weinig groen voorzien.
Het gebouw ligt aan een nog aan te leggen weg van vier meter breed over de ganse lengte van het perceel. Deze weg zal ook dienen als brandweg. Maar door de hoge keermuren, die op de rand van het perceel staan, zullen de brandweer- of andere wagens wel de weg kunnen oprijden, maar hun deuren niet kunnen opendoen.
Bovendien staat in de beschrijvende nota van de architect dat het gebouw niet tegen een spoorlijn staat, terwijl dit wel het geval is. Ook staat er te lezen dat de constructie niet in overstromingsgebied ligt, terwijl de kaart in de beschrijvende nota juist aangeeft dat dit wel het geval is.
In het dossier staat dat er twintig parkeerplaatsen voorzien zijn, waarvan twee voor andersvaliden, terwijl er slechts 18 parkeerplaatsen zijn en er voor andersvaliden geen voorzien zijn.
Het gebouw zorgt trouwens bij laagstaande zon voor schaduwvlakken aan de woningen in de Reepstraat.
Grondruil
Ook wordt er een grondenruil voorzien tussen de eigenaar van het perceel en de stad Geraadsbergen. Daarvoor is er een goedkeuring van de gemeenteraad nodig. Deze procedure kan maanden in beslag nemen omdat er in principe na een voorlopige goedkeuring, een beroepsperiode en een definitief akkoord volgen.
Als de grond dan als gedesaffecteerd kan worden beschouwd, dan moet dit openbaar worden verkocht en niet onderhands. De aanvrager kan op die manier enorme winsten opstrijken.
Nu wordt in het dossier een ruilhandel van gronden met de stad Geraardsbergen voorzien. Dit is een heel gevaarlijk precedent, want volgens het gelijkheidsbeginsel kan iedere burger zich dan beroepen op dergelijke koehandel.
Tot slot. De openbare parking aan de Vooruitzichtstraat bestaat al meer dan dertig jaar. De grond kan dus niet meer worden gedesaffecteerd en behoort definitief tot het openbaar domein. Een ruil en verkoop zijn zelfs niet meer mogelijk. ‘Als de stad het perceel dat ingesloten is tussen de parking ooit zou willen kopen, dan zal zij daar een schattingsverslag moeten voor laten opmaken en deze prijs bieden’, laten de bezwaarindieners weten.
Bouwen in overstromingsgebied
Hans De Gent (Vlaams Belang) vroeg tijdens de laatste gemeenteraad aan bevoegd schepen Rurik Van Landuyt waarom de stad Geraardsbergen vergunningen blijft afleveren voor gebouwen in overstromingsgebied. ‘Als we naar de panden kijken die op instorten staan in de Gentsestraat, dan moeten we toch onze les geleerd hebben’, merkte hij op.
Schepen Landuyt antwoordde dat de administratie de nodige informatie opvraagt en de watertoets uitvoert. ‘Op basis van allerlei adviezen wordt al dan niet een vergunning afgeleverd’, aldus de schepen. ‘Als er een wijziging van de bestemming van de gronden wordt voorgesteld, dan moet er planschade worden betaald.’ Er mag in overstromingsgevoelig gebied worden gebouwd, zolang er geen schade is aan het watersysteem.
Julien Borremans