Groen Oost-Vlaanderen trapte haar verkiezingscampagne af in Horebeke, de thuisbasis van Petra De Sutter. Dit gebeurde onder grote persbelangstelling. ‘Het is nodig dat we zoveel mogelijk Oost-Vlaamse Groenen naar het parlement sturen want Oost-Vlamingen lopen in Vlaanderen na de Antwerpenaren het grootste risico op armoede of sociale uitsluiting . Daarnaast is Oost-Vlaanderen één van de provincies met het minst aantal toegankelijk groene plekken zijn ,’ klinkt het bij lijstrekkers Petra De Sutter en Mieke Schauvliege.
Lijsttrekster Sara Matthieu voor Europa was eveneens op de afspraak.
‘De Oost-Vlaamse groenen zullen op één dag bij elke inwoner van Horebeke op huisbezoek gaan. Dat zijn om en bij de 800 deuren. Met een 40-tal vrijwilligers en Oost-Vlaamse kandidaten zal er een groene golf door de kleinste gemeente van Oost-Vlaanderen trekken. In totaal gaan we de komende weken 10.000 deuren doen in Oost-Vlaanderen,’ zeggen De Sutter en Schauvliege die met onder meer Fourat Ben Chikha, Isaura Calsyn, Stefaan Van Hecke en Sara Matthieu campagne voeren.
Deze legislatuur stuurden de Oost-Vlaamse kiezers vijf Groen-politici naar Brussel. ‘Vandaag zitten er drie Oost-Vlaamse Groen politici in het Vlaamse parlement en twee in de kamer. Dat moeten er meer worden. Met de klasbakken die in onze provincie wonen, is dat een ambitie waar we voor willen gaan,’ klinkt het bij De Sutter en Schauvliege.
De Groen politici wijzen erop dat de tweede grootste provincie van Vlaanderen nood heeft aan stemmen die complexloos progressief zijn. ‘177.000 Oost-Vlamingen of 11,5 procent van de Oost-Vlamingen riskeert armoede of sociale uitsluiting. Alleen Antwerpen doet het slechter met bijna 15 procent. Groen vindt dat alle uitkeringen boven de armoedegrens moeten liggen en sociale rechten daarnaast automatisch toegekend worden,’ klinkt het.
‘De armoedecijfers moeten en kúnnen vooral naar beneden. Dat kan simpelweg door de juiste politieke keuzes te maken. Eerlijke kansen en een klimaatbeleid dat iedereen meeneemt, daar kiezen wij voor’ voegen ze eraan toe.
‘Hetzelfde voor bijvoorbeeld het aantal parken, bossen enzovoort. Plekken in de buurt waar iedereen kan genieten van groen. In Oost-Vlaanderen is het percentage aan dat plekken bijzonder laag. Amper 17 procent van onze oppervlakte wordt ingenomen door zogenaamd buurtgroen. In Vlaams-Brabant gaat het over 29 procent en in Antwerpen zelfs bijna 32 procent. Groen-politici willen dat elke Oost-Vlaming onmiddellijk naar minstens één bos kan wandelen of fietsen.’