Geraardsbergen. Op maandag 8 april worden twee dames door een zwarte jonge man op het jaagpad langs de Dender aan de Guilleminbrug overvallen. De man eist de buideltas van één van de dames op. Wanneer ze op zijn eis weigert in te gaan, trekt hij met volle kracht de tas van haar lichaam. De vrouw valt achterover op haar hoofd en moet naar de spoed. Een fietser – die toevallig voorbijrijdt – zet de achtervolging in.
Maandagavond 8 april maken twee dames – K.C. (70) en M.C. (70) – hun dagelijkse wandeling via het jaagpad langs de Dender, richting Overboelare. ‘Ik doe deze wandeling al jaren’, vertelt K.C. Aan de Guilleminbrug worden ze door een atletisch gebouwde, zwarte man van ongeveer 20 jaar en 1, 85 meter groot, tegengehouden. Hij was netjes gekleed.
Achtervolging
De man had zijn fiets al klaar staan aan een brugje aan een pad die uitweg biedt naar de Guilleminlaan. De dame had een buideltasje aan. De man gebiedt haar om haar tas aan hem te geven. Hij spreekt haast perfect Nederlands, met een streekgebonden accent. K.C. weigert haar tas te geven en houdt die stevig tegen haar lichaam aangedrukt. Daarop grijpt de zwarte man de tas en rukt die met volle kracht van haar lichaam. Door de schok valt de dame op haar achterhoofd. De man springt op zijn fiets en snelt de helling op naar de Guilleminlaan.
‘Op dat moment passeert er een fietser. Ik roep hem toe dat de man die net vetrokken is, ons heeft beroofd’, vertelt M.C. De fietser zet de achtervolging in, door zowat het ganse centrum van de stad. De fietser onderschept de man onder de burg over de spoorweg aan de Oudenaardsestraat, aan de kant van de Molenbeek. Hij spreekt de zwarte man aan en vraagt hem om de gestolen tas terug te geven, wat hij uiteindelijk doet.
Intussen is K.C. naar de spoed gegaan om haar hoofdwonde te laten verzorgen. Uiteindelijk krijgt de fietser K.C. aan de lijn. Samen gaan ze naar de politie om een aangifte te doen. ‘Ik had mijn tasje terug. Daar zat mijn gsm, mijn huissleutels en vijf euro in. Ik was heel blij dat ik mijn spullen terug had. Want, stel u eens voor dat ik ’s nachts ongewenst bezoek zou hebben gekregen.’
K.C. is er zeker van dat de man van Geraardsbergen is. ‘Toen hij door het centrum met de fiets vluchtte, heeft hij door geen enkele straat gereden waar een camera hangt. Hij moet dus bijzonder goed op de hoogte zijn geweest.’
‘De schrik slaat me om het hart.’
K.C en M.C. hebben de schrik goed te pakken. De man loopt nog steeds vrij rond. ‘Niettegenstaande ik al jaren iedere avond ga wandelen, heb ik dat enkele weken niet meer gedaan. Uiteindelijk heb ik mezelf overtuigd om toch weer het huis uit te komen. Ik wandel terug weer ieder avond, maar ik neem een andere route. De schrik slaat me om het hart bij de gedachte dat ik die man weer eens tegen het lijf loop.’
Een paar weken later staat een man rechtover de woning van K.C. te wachten. ‘Ik was het voetpad aan het vegen en de bloemetjes aan het verzorgen. De man komt naar me toe en vraagt een sigaret. Ik antwoord hem dat ik niet rook, waarop hij vraagt of er niemand in huis is die rookt. Ik kreeg de daver op het lijf en ben mijn huis binnen gevlucht. Ik vond het bijzonder verdacht en heb toen onmiddellijk contact met de politie opgenomen.’
K.C. heeft de laatste jaren Geraardsbergen sterk zien veranderen. ‘Ik wandel al jaren via Den Bleek zo langs het jaagpad. Ik zie al jaren dat er openlijk wordt gedeald. De laatste tijd zie ik een flinke instroom van nieuwkomers en wordt er heel veel Frans gesproken. Op zich vind ik niet erg, maar ik verwacht dat ze zich netjes gedragen. Ik voel me een stuk onveiliger in de stad en ben veel alerter dan vroeger. Heel wat mensen die ik ken, voelen zich onzeker als ze zich op straat begeven.’
K.C. en M.C. voelen zich heel onveilig. Ze vragen om geen foto van hen en om hun namen niet te publiceren.
Wie meer informatie kan verstrekken, kan contact met de politie van Geraardsbergen/Lierde opnemen.
Julien Borremans