Geraardsbergen. De recente lancering van het Hoppy deelfietssysteem wordt voorgesteld als een significante stap naar duurzame mobiliteit. ‘Met slechts 27% van de inwoners die tevreden zijn over de fietsinfrastructuur en 28% die meent dat er voldoende fietspaden zijn, roept de timing van dit project ernstige vragen op’, menen Jeremy Snoeck en Karel De Moyer (N-VA). ‘We zijn bezig met de uitrol van het fietsbeleidsplan’, reageert Fernand Van Trimpont (Team Geraardsbergen), schepen van Mobiliteit.
Met het nieuwe schooljaar in aantocht zijn de cijfers over de verkeersveiligheid van kinderen onthutsend. ‘55% van de inwoners acht het onveilig voor kinderen om naar school te fietsen. Voor de bredere Denderregio is dat 47%.’ Op die manier worden we volgens de N-VA opnieuw aan de dringende noodzaak voor verbeterde veiligheidsmaatregelen en infrastructuur voor onze jonge fietsers herinnerd.
Ongeloofwaardigheid
‘Ondanks de verontrustende cijfers betreffende de staat van de fietsinfrastructuur, heeft Geraardsbergen een deelfietsenproject opgestart. Veel (fiets)paden zijn in slechte staat of ontbreken volledig. Dit ondergraaft de geloofwaardigheid van zo’n modern mobiliteitsinitiatief. Het project lijkt gebouwd op een onbestaand fundament.’
Jeremy Snoeck en Karel De Moyer dringen aan op een fundamentele herziening van deze aanpak. ‘De focus moet eerst liggen op het creëren van een solide basis van veilige en betrouwbare fietsinfrastructuur, vooral in de buurt van scholen en in woonwijken.’
De N-VA’ers stellen het concept van een ‘kindlint’ voor, zoals gepromoot door de Gezinsbond. ‘Dit is een veilige, gemarkeerde route speciaal ontworpen voor jonge verkeersdeelnemers. Deze route bestaat uit conflictvrije paden tussen woonwijken, vrijetijdslocaties en scholen. Gezien de huidige omstandigheden in Geraardsbergen, waar zelfs veilige schoolomgevingen schaars zijn, lijkt dit concept nog ver buiten bereik. Er is werk aan de winkel!’
Eerst de Basis, Dan Pas Innovatie
‘Hoewel Lokaal Bestuur de bedoeling heeft deelmobiliteit te bevorderen, tonen de feiten een duidelijke discrepantie aan: de stad Geraardsbergen promoot wel deelfietsen, maar slechts 32% van de inwoners voelt zich veilig op de fiets, terwijl 74% van de inwoners wel toegang tot een fiets heeft. Dit vervoersmiddel blijft weinig dominant bij verplaatsingen (vrije tijd, woon/werk), wat aantoont dat de basisvoorwaarden voor een succesvol deelfietssysteem niet aanwezig zijn.’
‘Deze cijfers benadrukken de noodzaak voor een dringende verbetering van de fietsinfrastructuur, voordat verdere uitbreiding van deelmobiliteitsprojecten plaatsvindt. Een ware toewijding aan duurzame mobiliteit vereist meer dan alleen het aanbieden van alternatieven; het vereist het creëren van een veilige en betrouwbare omgeving waarin deze alternatieven daadwerkelijk bruikbaar zijn. Eerst de basis, dan de innovatie’, besluiten Jeremy Snoeck en Karel De Moyer.
Fernand Van Trimpont reageert:
‘De elektrische deelfietsen zijn nog maar één week beschikbaar in het centrum van de stad en de deelgemeenten, maar nu al overtreffen ze de stoutste verwachtingen! Het is duidelijk dat dit initiatief sterk gewaardeerd wordt door de inwoners van Geraardsbergen. In onze regio vonden al 1.552 ritten plaats’, laat Fernand Van Trimpont – schepen van Mobiliteit – aan de redactie weten.
Om van Geraardsbergen een echte fietsstad te maken is er ook volgens de schepen nog heel wat werk aan de winkel. ‘Geraardsbergen heeft intussen een fietsplan dat dankzij overleg en heel wat input tot stand kwam. Het plan omvat maar liefst 73 acties, verdeeld over vijf ambitieuze doelstellingen: gezondheid, toegankelijkheid, veiligheid, combimobiliteit en fietsnetwerken.’
‘De uitvoering van het fietsbeleidsplan gaat hand in hand met initiatieven zoals de deelfietsen, fietsenstallingen, fietslessen, veilige routes en verbeterde schoolomgevingen. Zo hebben we van het stadscentrum en Overboelare een fietszone gemaakt en zijn we bezig met de uitrol van fietsenstallingen in de deelgemeenten. Enkele realisaties zijn al behaald, zoals de verbinding naar het jaagpad in Grimminge en Molen-te-Veel in Zarlardinge’, vult de schepen Van Trimpont aan.
Procedures
‘De prioriteiten van dit plan liggen bij de verbindingen naar scholen, attractiepolen en verbindingen tussen de deelgemeenten en het stadscentrum. Dit diagram vormt het kader voor de aanleg van fietsinfrastructuur, zoals fietsstraten, fietsinfrastructuur… Nooit eerder zijn er zoveel middelen vrijgemaakt voor fietsinfrastructuur in onze stad’, besluit Fernand Van Trimpont.
‘Ik moet toegeven dat ik graag zou zien dat bepaalde projecten sneller worden gerealiseerd. Helaas kunnen de procedures en de overeenkomsten met diverse overheden en partners soms zo complex zijn dat de uitvoering langer duurt dan gewenst.’
Julien Borremans
