Brakelse schepen Vanderstuyf op ramkoers met rusthuis Najaarszon

De lijdensweg van woonzorgcentrum Najaarszon.

Zo noemt voormalig Voorzitter van het OCMW Brakel, André Flamand de saga die momenteel nog steeds wordt verdergezet, ook al duurt het hele verhaal al vele jaren en is de kostprijs voor beide partijen aanzienlijk.

Waarover gaat het juist vroeg ik aan Jan Haegeman, N-VA raadslid in Brakel

Jan Haegeman:

Jan Haegeman

“De discussie rond de financiën van het rusthuis speelt intussen al ettelijke jaren. Ik bond nota bene zelf de kat de bel aan eind 2012 omdat bleek dat er totaal geen controle was op de budgetten die van het OCMW naar het rusthuis vloeiden. De vraag is daarbij altijd geweest om daar een objectief oordeel in te krijgen. Waar dat aanvankelijk werd weggewimpeld door de liberalen, heeft men daar – onder meer onder druk van Audit Vlaanderen – effectief het geweer van schouder veranderd. Uiteindelijk heeft men aan de rechtbank gevraagd om een objectieve doorrekening te maken. Dat oordeel is er finaal ook gekomen, deels in het voordeel van het OCMW, deels in het voordeel van het rusthuis. Het gemeentebestuur neemt echter geen vrede met de uitspraak en gaat verder in beroep (o.m. omdat men vindt dat er nog een stuk terugbetaling dient te gebeuren van een aantal middelen). Persoonlijk vind ik echter dat het tijd is – nu er een objectieve uitspraak is – om zich te schikken naar de uitspraak van de rechter, de bladzijde om te slaan en op constructieve manier verder te werken”.

En of de relatie tussen schepen Vanderstuyf en Bruno Schollaert daarin een rol speelt?

Jan Haegeman en alle anderen die ik contacteerde zijn het er unaniem over eens dat de relatie erg verzuurd is sedert een hele tijd en dat dat wellicht meespeelt in de starre houding van de schepen.

“Het klopt dat de relatie tussen de voorzitter van het rusthuis en de schepen van Financiën erg verzuurd is. Dat maakt het werken in de raad van bestuur niet altijd even eenvoudig. Ik geef grif toe dat de voorzitter van de raad van bestuur ook niet van de gemakkelijkste is, maar er werd de voorbije jaren ook erg stevig op de man gespeeld door de schepen. Dat resulteerde effectief in een klacht wegens laster en eerroof, nadat de OCMW voorzitter  André Flamand er door de schepen werd van beschuldigd ‘zijn zakken te vullen’. Ik werd hiervoor verhoord als getuige. Er werd inmiddels ook een uitspraak gedaan in de rechtszaak hierover, doch voor meer info over de uitkomst daarvan moet ik u doorverwijzen naar de betrokkenen”.

De klacht werd aanvaard en de schepen werd schuldig bevonden, doch kreeg opschorting van straf en moest voor de gerechtskosten opdraaien. Voor de te betalen schade is de procedure nog lopend.

Conclusies Audit Vlaanderen met betrekking tot het verschil in personeelskost.

Audit Vlaanderen heeft heel kort samengevat gezegd dat er overeenkomsten op papier moeten gezet worden en goedgekeurd

Deze conclusies werden door de meeste partijen, de liberalen incluis, aanvaard, behalve door schepen Vanderstuyf.

De overeenkomst tussen Vereniging Najaarszon en het OCMW omtrent het forfaitair bedrag van 340.000,00 euro (+ indexatie) zou volgens Audit Vlaanderen niet voldoen aan de vereisten van goed bestuur, omdat de concrete berekening van het verschil in personeelskosten nooit zou zijn vastgelegd.

Als oplossing stelt Audit Vlaanderen voor de bestaande praktijk tussen partijen te formaliseren conform de vastgelegde statuten zodat de in het meerjarenplan opgenomen uitgaven voor het OCMW Brakel overeenstemmen met de ontvangsten in Vereniging Najaarszon.
Dit was al jaren niet het geval daar het OCMW veel minder in haar begroting inschreef dan de voorziene 340.000 euro.
Tegen voornoemde vaststelling van de meerjarenplanning van het OCMW heeft Najaarszon op 28 februari 2020 een klacht ingediend bij de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen.

Op 21 februari 2020 verklaarde de Gouverneur zich onbevoegd om een standpunt in te nemen, gezien de opgeworpen schending van artikel 9 van de statuten de interpretatie van een burgerrechtelijke overeenkomst zou betekenen – en als zodanig niet tot zijn bevoegdheid, doch wel tot de bevoegdheid van de burgerlijke rechtbank zou behoren.

Teneinde de continuïteit van de zorgdienstverlening te verzekeren, diende Najaarszon verdere actie te ondernemen en maakte zij de procedure aanhangig voor de rechtbank van eerste aanleg te Oudenaarde.

De gemeente wou voor het verschil in loonkost  slechts 100.000 euro per jaar betalen en de rechtbank – dus niet Audit Vlaanderen – heeft een vonnis geveld van 337.000 euro op jaarbasis, dus stellen dat de gemeente gelijk heeft gekregen inzake de tussenkomst in de personeelskost is niet correct.

Wel is het zo dat de gemeente niet langer wenst tussen te komen in de betaling van een kwartier extra betaalde pauze voor alle personeelsleden.
Een maatregel die ze nota bene zelf hadden ingevoerd voor de totstandkoming van de Vereniging. (voor 2007 dus), waar schepen Vanderstuyf niet langer mee akkoord gaat en bijgevolg de betaalde pauze (verworven recht) wenst af te nemen.

De gemeente kreeg gelijk ivm de hoogte van het bedrag inzake de tussenkomst in de personeelskost: waar de uitbater +/- 470.000 vroeg, werd het bedrag door de rechtbank afgeklokt op 337.000 per jaar, wat uiteraard een stuk minder is. De gemeente vorderde ook 300.000 euro terug aan te veel betaalde tussenkomsten in de verliezen, maar kreeg daarover geen gelijk.

Ook Veronique Lenvain heeft een duidelijke mening omtrent het geschil :

Veronique Lenvain

“Als nachtverpleegkundige en sociaal betrokken raadslid van de gemeenteraad van Brakel voor Vlaams Belang, heb ik een speciale interesse in ons gemeentelijk woonzorgcentrum. Aan het begin van de legislatuur werden alle adviezen welke door open VLD schepen Vanderstuyf aan de raad werden voorgelegd om een negatief advies uit te brengen, lange tijd gevolgd door de raadsleden.

Het college startte een procedure om het verschil in loonkosten en de gemeentelijke bijdrage voor te leggen aan de rechtbank. De raadsleden vonden dit aanvaardbaar, omdat op deze manier een onafhankelijke instantie een uitspraak zou doen. Er waren al verschillende discussies geweest tussen schepen Vanderstuyf en gewezen schepen Andre Flamand.

Toen er uiteindelijk een gerechtelijke uitspraak was, dachten de raadsleden dat de zaak hiermee was afgehandeld en dat er nu eindelijk duidelijkheid was. Maar tot ieders verbazing tekende het college onder leiding van schepen Vanderstuyf beroep aan. Dit deed de raadsleden beseffen dat het hier ging om een persoonlijk conflict tussen de schepen en de uitbater van het rusthuis.

De schepen had de uitbater al beschuldigd van het geven van geld aan de toenmalige OCMW-voorzitter Andre Flamand, onderlinge beschuldigingen die viraal gingen tijdens de enige digitale gemeenteraad die Brakel heeft gekend”. 

Deze beschuldigingen werden door de rechtbank ongegrond verklaard.

“Later vernamen we dat er een strafklacht werd ingediend tegen schepen Vanderstuyf wegens laster, en uit de notulen blijkt dat de schepen schuldig werd bevonden. 

De raadsleden van Brakel zijn nu overtuigd dat de schepen met ‘Brakelse centen’ een persoonlijke strijd voert tegen de uitbater van het rusthuis”.

De raadsleden volgen de schepen niet meer bij stemmingen.

Bij een recent advies over de jaarrekening weigerde een lid van de meerderheid deel te nemen aan de stemming omdat hij dit als pestgedrag zag.

Er zullen ook geen extra bejaardenwoningen meer worden gebouwd op de OCMW-site. Uit de notulen van de raad van beheer van Najaarszon blijkt dat de firma Schollaert Invest afziet van de bouw van extra bejaardenwoningen op de terreinen van Najaarszon. Dit is te wijten aan de verzuurde relatie met de gemeente en de aanhoudende procedures die de gemeente voert, wat ik bijzonder betreur.

Ik hoop dat er na de verkiezingen constructief kan worden samengewerkt met een ploeg (zonder Vanderstuyf), om te investeren ten behoeve van het welzijn van onze Brakelse ouderen”.

Het hele verhaal heeft voormalig schepen en voorzitter van het OCMW Andre Flamand duidelijk getekend en hij staat erop zijn verhaal te vertellen.

André Flamand

“Ruim 20 jaar geleden was ik Voorzitter van het OCMW en werd geconfronteerd met een intrekking van de erkenning van Najaarszon. De hoofdreden was de onaangepaste infrastructuur, hierdoor zou de volledige overheidsfinanciering wegvallen en zou de gemeente het moeten doen zonder overheidsfinanciering.

Op korte termijn een nieuw rusthuis bouwen zonder toelagen was voor Brakel niet haalbaar, daarom werd beroep gedaan op een private partner teneinde de investering van meer dan 12 miljoen euro te financieren. Na het in gebruik nemen van de gebouwen zou de projectontwikkelaar huur kunnen aanrekenen aan de vereniging die het rusthuis zou uitbaten teneinde de gebouwen af te schrijven. De private uitbater zou het rustoord moeten uitbaten met gemeentepersoneel, doch onder dezelfde voorwaarden als in de privé, daarom zou Brakel de meerkost voor het personeel ten laste nemen.

De private uitbater zijnde Najaarszon zou het rustoord uitbaten met personeel die dezelfde financiële arbeidsvoorwaarden heeft als het gemeente personeel en dus zou de Gemeente Brakel het verschil openbaar privé bijpassen.

Deze regeling verliep zonder problemen, en in 2013 sloot het nieuw bestuur een overeenkomst met de uitbater voor een jaarlijkse tussenkomst van 340.000€ en dit voor de hele legislatuur.

Eind 2018 liep de regeling af en werd Marijn De Valck als vertegenwoordiger van het college vervangen door Peter Vanderstuyf, die al onmiddellijk in de clinch lag met de uitbater.

De overeenkomst voorzag dat prestaties moesten betaald worden, dus ook de prestaties van De Heer Schollaert, de schepen vond dat de man daar gratis zijn tijd moest insteken.  Het College legde onder impuls van de Schepen klacht neer bij de Gouverneur maar kreeg geen gelijk, zo werden alle stukken die de gemeente moest adviseren zoals  rekeningen budgetten enz…steevast ongunstig geadviseerd doch telkens door de hogere overheid goedgekeurd. Bij de berekeningen van het verschil openbaar privé haalde de schepen alles uit de kast om geen akkoord te bereiken, vb.  interim personeel was voor de schepen geen personeelskost, betaalde pauzes  waren geen meerkost, toelagen van de overheid voor GESCO personeel dienden volgens de Schepen naar de gemeente kas te gaan. enz……..

De overeenkomst voorzag dat als er nog tekorten waren nadat de gemeente haar deel  had betaald de uitbater uit eigen zak moest bijleggen.

De Schepen die dan al duidelijk overhoop lag met de uitbater zag zijn kans en draaide de geldkraan dicht, om zo de uitbater te laten opdraaien voor de tekorten.

Najaarszon ging daarop in kortgeding en de rechter veroordeelde de gemeente tot het betalen van 400.000 €  per jaar tot einde uitspraak. Ondertussen raakte  de sfeer nog meer verhit en verweet de schepen de uitbater dat deze aan mij zelf voldoende geld zou gegeven hebben.

Dit werd allemaal netjes genotuleerd, en er volgde een strafklacht tegen de schepen nadat dit viraal was gegaan tijdens de enige digitale gemeenteraad met meer dan 300 volgers.

De schepen werd door het gerecht schuldig bevonden aan laster en hij bekende ook schuld.

Hij kon genieten van opschorting van straf, maar de procedure voor schadeloosstelling is nog lopende.

Daarna kwam ook het vonnis over het geschil Najaarszon, en de gemeente kreeg daar bijna overal ongelijk. De uitspraak voor het verschil openbaar privé voor het jaar 2020 werd vastgesteld op  ongeveer 340.000 €, hetzelfde bedrag dat afgesproken was in de vorige overeenkomst.

Nu er een derde partij (de rechter) de berekeningen had gemaakt dacht iedereen dat het nu zou stoppen, doch de schepen  besloot in beroep te gaan, iets wat door velen ervaren wordt als een afrekening van de schepen tegen de uitbater en dit op kosten van de Brakelse belastingbetaler.

Het vonnis over het verschil in loonlast bedraagt meer dan 40 pagina’s.

Belangrijk is te vermelden dat de Gemeente in 2006 voor het laatst zelf het rusthuis heeft uitgebaat en er een verlies opgetekend werd van meer dan 500.000 € terwijl de gemeente sedert de privatisering nog geen enkel jaar een dergelijk bedrag heeft betaald terwijl we over een nieuw modern rusthuis beschikken met nog 45 assistentiewoningen en sedert de laatste 20 jaar een grote inflatie, en prijsstijgingen gekend hebben.

Het project voorzag ook nog de bouw van een 40 tal bejaarden woningen, doch door de slechte en verzuurde relatie met het bestuur dank zij de Schepen heeft de Heer Schollaert beslist het project niet meer uit te voeren”.

Ik vroeg aan beide protagonisten om een reactie maar geen van beiden wenste te reageren.

Wordt ongetwijfeld vervolgd.