Margaretha van Parma: een complexe erfgoedtentoonstelling met een verdrongen schaduwkant in MOU Oudenaarde

Het MOU (Museum van Oudenaarde en de Vlaamse Ardennen) pakt uit met een primeur: voor het eerst wordt een internationale tentoonstelling gewijd aan Margaretha van Parma, dochter van Keizer Karel V en de Vlaamse dienstmeid Johanna Van der Gheynst. Dit evenement trekt veel aandacht, niet in het minst omdat Margaretha’s geboortestad Oudenaarde centraal staat in deze unieke expositie. Met portretten, objecten en een reconstructie van de beroemde feestdis, biedt de tentoonstelling een zeldzame inkijk in het leven van een vrouw die een cruciale rol speelde in de turbulente 16e eeuw.

De tentoonstelling toont Margaretha niet alleen als een machtige politieke figuur en kunstliefhebber, maar ook als een mecenas met een verfijnde smaak. Ze had invloedrijke contacten in zowel de Nederlanden als Italië en gaf opdrachten voor kunstwerken die nog steeds bewondering oproepen. Toch roept de keuze om Margaretha van Parma zo prominent te eren, vragen op over de historische context waarin zij handelde.

Want hoewel de tentoonstelling in het MOU haar nadrukkelijk neerzet als een verzoenende, vooruitstrevende figuur, zwijgt het vrijwel volledig over haar rol in de bloedige repressie van religieuze dissidenten en haar betrokkenheid bij de onderdrukking van de protestantse beweging. Dit was een periode waarin de Nederlanden werden verscheurd door religieuze oorlogen, met Margaretha in een spilfunctie tussen Keizer Karel V, Filips II en de hertog van Alva.

Margaretha van Parma: verzoener of onderdrukker?

Margaretha van Parma (1522-1586) was inderdaad een indrukwekkende vrouw, die door haar politieke positie een belangrijke rol speelde in het bewind over de Nederlanden aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog. Ze werd in 1559 door haar halfbroer Filips II aangesteld als landvoogdes van de Nederlanden. In een tijd van religieuze conflicten tussen katholieken en protestanten probeerde Margaretha aanvankelijk een gematigd beleid te voeren, wat haar reputatie als diplomate en verzoenende figuur heeft versterkt.

Echter, de tentoonstelling lijkt een te eenzijdig beeld te schetsen van Margaretha’s politieke loopbaan. Ondanks haar pogingen tot verzoening stond Margaretha aan het hoofd van een streng katholiek regime dat onder druk van Filips II meedogenloos optrad tegen de opkomende protestantse beweging. Onder haar bewind werden de strenge plakkaten tegen ketterij van kracht, waarvan de grondslagen al door haar vader, Keizer Karel V, waren gelegd. Deze wetten maakten elke vorm van protestantse eredienst illegaal en leidde tot de vervolging van duizenden ‘ketters’, wat Margaretha medeverantwoordelijk maakt voor de bloedige repressie die volgde.

De Beeldenstorm en Margaretha’s reactie

De Beeldenstorm van 1566, waarin protestantse rebellen katholieke kerken plunderden en religieuze beelden vernietigden, wordt in de tentoonstelling wel genoemd, maar zonder voldoende aandacht voor de gewelddadige nasleep. De vernielingen waren niet zomaar het gevolg van religieus fanatisme; ze symboliseerden de groeiende onvrede van de bevolking over de strenge katholieke regels en de voortdurende economische onderdrukking door Spanje. Het optreden van Margaretha in deze cruciale periode verdient een genuanceerder beeld dan de tentoonstelling biedt.

Hoewel Margaretha aanvankelijk terughoudend reageerde en zelfs bereid leek te onderhandelen met protestantse leiders, kwam er al snel een harde reactie. Ze vroeg om militaire versterkingen en keurde repressieve maatregelen goed om de orde te herstellen. Deze brute reactie leidde direct tot het verhevigen van de spanningen en effende het pad voor de komst van de hertog van Alva, een generaal die berucht werd door zijn bloedige campagne tegen protestanten. De tentoonstelling zwijgt grotendeels over Margaretha’s rol in deze escalatie. De keuze om haar vooral als verzoenende landvoogdes te portretteren, gaat voorbij aan de medeplichtigheid die zij droeg in de vervolgingen die volgden.

De Hertog van Alva: Margaretha’s schaduw

Na de Beeldenstorm stuurde Filips II zijn trouwe generaal, de hertog van Alva, naar de Nederlanden om de opstanden met harde hand neer te slaan. Alva’s terreurcampagne werd gekenmerkt door de oprichting van de beruchte Bloedraad, een rechtbank die duizenden protestanten ter dood veroordeelde. De tentoonstelling lijkt Alva’s komst en beleid als een breuk met Margaretha’s bestuur voor te stellen, waarbij haar ontslag in 1567 wordt gepresenteerd als een teken van haar onvrede over het brute geweld dat Alva introduceerde.

Deze voorstelling doet echter geen recht aan de complexiteit van de situatie. Alva’s harde beleid bouwde voort op de onderdrukking die al onder Margaretha’s bewind was begonnen. Haar terugtreden kan wellicht worden gezien als een daad van frustratie, maar het ontslaat haar niet van verantwoordelijkheid voor de repressieve maatregelen die zij eerder goedkeurde. Bovendien was Margaretha’s bestuur, ondanks haar zogenaamd pragmatische aanpak, geen succes: de onrust in de Nederlanden groeide onder haar beleid, wat uiteindelijk de weg vrijmaakte voor Alva’s komst.

Kunst en Verdrukking: Een moreel conflict

Een interessant aspect van de tentoonstelling in het MOU is de nadruk op Margaretha’s liefde voor kunst en cultuur. Met portretten en objecten die zij koesterde of waarvoor zij opdracht gaf, probeert de tentoonstelling haar neer te zetten als een verfijnde, cultureel bewuste vrouw. Dit aspect van haar leven wordt verder versterkt door hedendaagse interventies van fotograaf Lieve Blancquaert en luitist Floris De Rycker, die een verbinding proberen te leggen tussen Margaretha’s tijd en de moderne kijk op haar erfenis.

Maar deze nadruk op Margaretha’s culturele mecenaat roept een belangrijke ethische vraag op. Kunnen we de esthetische waardering van kunst en cultuur scheiden van het morele vraagstuk van onderdrukking en vervolging? Terwijl Margaretha opdracht gaf voor prachtige kunstwerken, speelde ze ook een centrale rol in een van de meest bloedige periodes in de geschiedenis van de Nederlanden. De tentoonstelling in Oudenaarde lijkt deze spanning te negeren en schuift een positief, bijna romantisch beeld naar voren van een vrouw die zich liet omringen door schoonheid, terwijl ze betrokken was bij de repressie van duizenden mensen op religieuze gronden.

Conclusie: een genuanceerde geschiedenis

Hoewel de tentoonstelling in het MOU een eerbetoon is aan Margaretha van Parma en haar leven belicht vanuit een cultureel en diplomatiek perspectief, slaagt het er niet in om haar complexe historische rol volledig recht te doen. Margaretha was onmiskenbaar een vrouw van macht, verfijning en kunstliefde, maar ook iemand die actief betrokken was bij de religieuze en politieke onderdrukking van haar tijd.

De tentoonstelling geeft bezoekers de kans om de pracht van haar tijdperk te aanschouwen, maar het is jammer dat de minder fraaie kanten van haar bewind, zoals haar betrokkenheid bij de bloedige kettervervolgingen en de onderdrukking van de protestantse beweging, onderbelicht blijven. Margaretha van Parma verdient inderdaad een plaats in de geschiedenis, maar die plaats moet niet alleen worden bepaald door haar artistieke patronage, maar ook door de complexiteit en duistere kanten van haar politieke nalatenschap.