Geraardsbergen. Stijn De Bock (36) beseft dat er in Geraardsbergen heel wat samenlevingsproblemen zijn: ‘De situatie is soms explosief’. Hij kiest er bewust voor om de problemen samen met de mensen op een positieve manier op te lossen. Stijn De Bock schuift drie prioriteiten naar voor: stadskernhernieuwing en een woonbeleid aangepast aan de noden van deze stad; een opleidingscentrum van de VDAB in Geraardsbergen en het veiligheidsprobleem aanpakken door de wijkagent een prominente plaats te laten innemen.
Stijn De Bock (36) is politiek secretaris van Vooruit Geraardsbergen en staat op de zevende plaats van de lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen. ‘Van nature ben ik een optimistische mens. Ik kijk graag vooruit. Naar de dagdagelijkse gebeurtenissen kijk ik met een erg praktische blik. Mijn motto is: ‘Er zijn geen problemen. Er zijn enkel oplossingen.’
Socialisme met de paplepel
Stijn groeide op in Denderleeuw. ‘Mijn moeder stond er alleen voor en als ambtenaar had ze een zeer bescheiden inkomen. Ik heb dus aan den lijve ondervonden wat het is om spaarzaam door het leven te moeten gaan om rond te komen. Ik zie mezelf als een kind van de sociaaldemocratie. Dankzij de sociale correcties in het systeem heb ik kunnen studeren. Dit vormde een springplank naar een leuke en boeiende job. Dat heb ik van de samenleving gekregen en nu is het mijn beurt om iets terug te doen. Daarom engageer ik mij voor Vooruit. Er is ook een stukje familiegeschiedenis aan verbonden. De grootvader van mijn grootmoeder werd als bode van de mutualiteit de eerste socialistisch burgemeester van Haaltert.’
‘Sinds mijn zestiende jaar ben ik politiek geëngageerd. Eerst was dat als jongsocialist in Denderleeuw, later sinds 2014 in Geraardsbergen. Stijn heeft de partij zien evolueren, al voegt hij eraan toe dat Vooruit nog steeds de arbeiders bereikt. Hij moet wel toegeven dat een deel van de arbeiders voor het Vlaams Belang kiezen omdat ze zich in de steek voelen gelaten. Dat heeft deels te maken met de automatisering en de digitalisering van de diensten waardoor het contact tussen de loketbediende en de arbeiders of de bedienden fel afgezwakt is en er veel minder rechtstreekse dienstverlening is. Mensen die het zwakst in de samenleving staan, zijn daar de eerste slachtoffers van.’
Samenlevingsproblemen
‘De echte problemen worden niet aangepakt, hoor je wel eens regelmatig. De echte problemen zijn dan de samenlevingsproblemen en daar zijn heel veel frustraties over, zeker in de Denderstreek. De situatie in Geraardsbergen is soms explosief. Binnen Vooruit zijn we er ons bewust van. Wij kiezen voor oplossingen en zetten mensen niet tegen elkaar op. Binnen de samenlevingsopbouw moet de stad veel sterker aanwezig zijn. We zijn er ons wel degelijk van bewust dat er ook in Geraardsbergen heel wat samenlevingsproblemen zijn, maar we willen ze wel concreet aanpakken door met mensen rond de tafel te gaan zitten, kort op de bal te spelen en wanneer nodig in te grijpen.’
‘Doorheen onze gesprekken hebben we wel vastgesteld dat er zeker geen onwil is bij de nieuwkomers om zich te integreren. Wij pleiten voor de herwaardering van de wijkagent en voor een buurtwerking met sociaal werkers. Bovendien moeten we inzetten op preventie. Zo gooien sommige mensen hun afval in de tuin tot de buren er last van hebben. We zouden de gegevens van ILvA kunnen gebruiken om na te gaan wie nooit zijn container buitenzet. De wijkagent zou daar kunnen op inspelen. Door kort op de bal te spelen kan de sociaal werker of de wijkagent heel wat ergernissen wegnemen, voor ze eigenlijk gaan escaleren. Het creëren van een veiligheidsgevoel begint daar. Er moet inderdaad ook meer blauw op straat. Dit maakt de politie bereikbaar en aanspreekbaar. Preventie begint namelijk hiermee.’ Stijn De Bock is sociaal inspecteur in Brussel en is dus goed op de hoogte van de grootstedelijke realiteit.
De beste manier om te integreren is via een job. ‘Geraardsbergen zou veel meer geld vanuit het gemeentefonds moeten krijgen, ook omdat we een hoog kansarmoedecijfer, een oud woningenbestand… hebben. Op basis van deze reële noden zouden wij beter moeten worden gefinancierd. Daarnaast moet er van de VDAB een opleidingscentrum in Geraardsbergen komen, om mensen sneller naar een job te laten doorstromen.’
‘Om mensen de optimale kans aan te geven om zich te integreren en op zoek te gaan naar een job, moeten de taalcursussen gratis worden aangeboden. Op dat vlak laat Vlaanderen ons in de steek.’
Luisteren naar de mensen
Een ander probleem dat Vooruit aankaart, is de rol van ILvA. Mensen betalen te veel voor het ophalen van hun huisvuil. Vooruit wil wel eens uitkijken of er geen alternatief voor ILvA is. ‘Het zou ook kunnen dat we door wat druk te zetten de stem van Geraardsbergen in de raad van bestuur van ILvA harder willen laten klinken. Afval ophalen is voor bepaalde gebruikers veel duurder geworden. Jonge gezinnen hebben meer afval en betalen dus meer. Het ophalen van afval moet een stuk goedkoper. Dit gesprek moeten we met ILvA zeker voeren.’
Vooruit wil ook de politiek dichter bij de burger brengen. ‘We hebben heel veel adviesraden, maar we stellen vast dat bijvoorbeeld de adviesraad rond erfgoed sinds 2021 niet meer is samengeroepen. We willen de adviesraden niet alleen versterken maar ook dat ze meer divers worden samengesteld. En er moet worden geluisterd. Zo heeft het stadsbestuur in de boosheid volhard om de open dok te sluiten, terwijl de bevolking van Geraardsbergen het anders wou. Er is bewust niet naar een andere oplossing gezocht. Als je dan vraagt waarom de burger de politiek niet meer vertrouwt, dan komt dat door dit soort fratsen.’
‘Inspraak kan je op verschillende manieren organiseren, maar je moet er wel werk van maken. Belangrijk is om mensen samen te brengen en er naar te luisteren. Mensen begrijpen wel dat niet alles mogelijk is en dat sommige dingen tijd vragen. Wat mij hoopvol stemt, is dat er op alle lijsten heel veel nieuwe jonge gezichten opduiken. Er is een vernieuwd enthousiasme bij jonge mensen aanwezig om Geraardsbergen beter te maken. Maar het is ook wel belangrijk om meer nieuwkomers bij het beleid én het verenigingsleven te betrekken. Dat komt wel, maar dat vraagt tijd en inspanningen.’
Groene energie, mobiliteit en winkelstraten
Vooruit gaat ook in kartel met Groen. ‘Het grootste gedeelte van beide partijprogramma’s is gelijklopend. Het is dan ook wel vanzelfsprekend dat we ons samen aan de kiezer aanbieden. De bekommernissen gaan veel verder dan wat meer groen in de straten. Er wordt ook ingezet op de transitie naar en de uitrol van groene energie. Ook is het belangrijk om ons af te vragen hoe we dit moeten aanpakken. Zo is er veel weerstand omtrent de inplanting van windturbines. Hoe gaan we deze mensen overtuigen om toch in dit verhaal mee te stappen. We stellen voor om de mensen die de lasten ondervinden van de windturbines ook de lusten te laten ondervinden. Zo kunnen ze automatisch aandelen krijgen in het energieagentschap die wij vanuit de stad gaan oprichten. Ze krijgen niet alleen aandelen, maar ook een deel van de winst. De groene transitie moet er komen om de planeet leefbaar na te laten aan de volgende generaties. We zijn dit aan onszelf en ons kinderen verplicht’
Als Vooruit en Groen aan het roer komt, worden er dan ook straten autovrij gemaakt? ‘We zijn niet van plan om de winkelstraten onmiddellijk autovrij te maken. We gaan dat geleidelijk aanpakken door bijvoorbeeld te starten met een gesprek met de handelaars. Maar we zullen het ook moeten hebben over de heraanleg van winkelstraten, die er inderdaad erg desolaat bijliggen. Stadskerenvernieuwing zullen we effectief moeten doorvoeren, waarbij mindervaliden en fietsers een prominente plaats krijgen. We zetten ook in op randparkings. Het opstellen van de parking van de voormalige Fun is natuurlijk een opsteker. Een ander project dat daarmee samenhangt, is de vernieuwing van de stationsbuurt. De parkeertoren aan het station zou een oplossing kunnen bieden.’
Ook de mobiliteit in Geraardsbergen vormt voor heel wat inwoners van deze stad een bron van ergernis. De Astridlaan kent een verkeersindigestie. ‘Om dit op te lossen zullen we in gesprek met de Vlaamse overheid moeten gaan om bijvoorbeeld het doorgaand verkeer te scheiden van het “winkelverkeer”’, stelt Stijn De Bock voor. ‘Maar ook de verkeersdrukte in het stadscentrum spreekt tot de verbeelding, zeker bij het begin of het einde van een schooldag. Ouders willen hun kinderen veilig van en naar de school brengen omdat er te weinig veilige fietsverbindingen zijn. Vooruit en Groen pleiten voor veilige fietsaders, zoals dit bijvoorbeeld bij de aanleg van de Marktweg is gebeurd. De verkeersdrukte in de stad kan je deels oplossen door meer veilige fietsverbindingen te voorzien.’
Julien Borremans