Stephan De Prez (Open Vld): ‘Geraardsbergen moet een leefbare, nette, duurzame en veilige stad worden.’

Geraardsbergen. Stephan De Prez groeide op aan de Geuzenhoek en droomde van kindsbeen af van een job in het onderwijs. ‘Daar kiemde mijn sociaal engagement en kwam met politieke interesse tot volle ontwikkeling.’ Stephan De Prez schuift drie prioriteiten naar voor: ‘Geraardsbergen moet een leefbare stad worden. We moeten blijven inzetten op duurzaamheid en investeren in netheid, veiligheid en geborgenheid.’

Stephan De Prez (62) groeide op aan de Geuzenhoek te Overboelare. ‘Mijn ouders hadden een slagerij en waren commerçanten, zoals we dit in Geraardsbergen zeggen. Een winkel was toen een heel sociaal gebeuren. Mensen uit de buurt kwamen niet alleen om vleeswaren te kopen, maar ook om een praatje te maken. De winkel stond steeds bomvol. Het sociaal contact is heel mijn leven belangrijk geweest. Ik wist al vrij vroeg in mijn leven dat ik in het onderwijs wou, net om het sociaal contact.’

Stephan De Prez studeerde regentaat handel, maar koos niet onmiddellijk voor het onderwijs. ‘Ik heb eerst zeventien jaar in de privé gewerkt, meer bepaald bij de NV Verhaegen, wat in de volksmond ‘den Epeda’ werd genoemd. Ik ben daar begonnen als vrachtwagenchauffeur. Dat kwam goed uit, want ik ben altijd wel verzot geweest op techniek met een motor in. Na een aantal jaren kreeg ik promotie en deed ik de aankopen voor de matrassenafdeling en productontwikkeling. Ik had een heel boeiende job met heel veel uitdagingen. Matrassen ontwikkelen lijkt misschien iets banaal, maar daar komt heel veel bij kijken. Ik heb daar heel veel geleerd, wat me later in het onderwijs goed van pas kwam.

Onderwijs
Maar de roeping voor het onderwijs bleef knagen. ‘Op een gegeven moment ben ik thuisgekomen en heb tegen mijn vrouw gezegd: ‘Morgen dien ik mijn ontslag in en ga ik in het onderwijs.’ Maar de zoektocht naar een job als leerkracht liep niet van een leien dakje. Uiteindelijk kreeg Stephan De Prez de kans om zich in de Middenschool aan de Begijnhofkaai in Geraardsbergen te bewijzen.

‘De eerste dag dat ik de klas binnenkwam, had ik het gevoel: ‘Nu ben ik waar ik moet zijn.’ Ik ben 23 jaar met heel veel plezier, passie, overgave en inzet leerkracht geweest. Ik kreeg ook heel veel dankbaarheid van mijn leerlingen. De job als leerkracht was voor mij een openbaring. Ik gaf economie en kon terugvallen op heel wat bedrijfservaring. Ook het sociaal aspect was heel belangrijk. Bovendien voedde het vak economie mijn belangstelling voor de maatschappij. Op een gegeven moment heb ik dan ook de stap naar de politiek gezet.’

‘Toen ik voor het eerst voor de klas stond, had ik al heel wat levenswijsheid en maturiteit opgebouwd. Bovendien was ik heel actief in het verenigingsleven, van de scouts tot voetbal- en wielerclubs. Door de jaren heen kreeg ik een goed zicht op de sociale achtergrond van de leerlingen. Heel wat leerlingen werden geconfronteerd met armoede en werden van thuis uit onvoldoende opgevolgd. Dat heeft met toch wakker geschud. Ik ben steeds de leerlingen blijven motiveren om het steeds beter te doen en iets van hun leven te maken. Weerbaarheid stond daarbij centraal.

Dat was niet makkelijk, want op het einde van mijn onderwijscarrière zag ik de kinderen van mijn oud-leerlingen met dezelfde problemen in mijn klas zitten. Dat was pijnlijk. Het is toch moeilijk om die spiraal te doorbreken, om dat steentje in de rivier te verleggen. Je botst op de limieten in onze maatschappij en het is bijzonder moeilijk om daar verandering in te brengen. Ik vroeg me dan ook steeds meer af wat ik kon bijdragen om de maatschappij beter te maken. Zo kreeg mijn politiek engagement steeds meer vorm. Ik omschrijf me daarom ook eerder als een sociaalliberaal.’

Duurzaamheid
Bovendien is onze samenleving in een rotvaart aan het veranderen. Duurzaamheid en milieu komen steeds meer op de voorgrond. ‘Windenergie, energiezuinige maatregelen zijn complexe ontwikkelingen die veel investeringen en veranderingen met zich meebrengen. Heel wat mensen hebben het met deze ingrijpende veranderingen niet makkelijk. Dat komt dan naast alle problemen die de kop opsteken, zoals veiligheid en zwerfvuil. We focussen ons daarbij op Geraardsbergen, maar dezelfde problemen komen in andere steden ook voor.’

De beste manier om op energieverbruik te besparen is investeren in duurzame woningen. ‘De renovatie van het oude woningenbestand in Geraardsbergen zou een prioriteit moeten zijn, ook voor degenen met een matig tot laag inkomen.’

Heeft het stadsbestuur niet te lang gedraald om te investeren in deze prioriteit?
‘Het merendeel van die verwaarloosde woningen zijn huurwoningen. Een eigenaar is niet steeds overtuigd van de noodzaak van het energiezuiniger maken van een huurwoning omdat dit niet onmiddellijk financieel voordeel opbrengt. Als stedelijk bestuur zijn de mogelijkheden beperkt. Vlaanderen zou daar een voorstrekkersrol in moeten nemen.’

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je als schepen machteloos bent. ‘Ik ben drie jaar schepen en heb toch al wat gerealiseerd. Wat dierenwelzijn betreft heb ik toch enkele maatregelen kunnen nemen: er is o.a. een dierenwelzijnsplan uitgewerkt, een subsidiereglement voor dierenverenigingen op poten gezet en nog vele andere zaken. Er zijn ook stappen vooruit gezet op vlak van de windenergie en het warmtebeleidsplan. Ook het Strategisch Plan Ruimte voor Water Dendervallei komt stilaan op gang, waarvan de stedelijke doortocht van de Dender in Geraardsbergen een heel belangrijk onderdeel uitmaakt’.

Stadskernvernieuwing
Intussen wordt er wel duchtig bouwvergunningen afgeleverd in overstromingsgebied, niet?
‘Zolang er geen wettelijk kader is waarin je dit kan verbieden, kan je niet anders dan bouwvergunningen afleveren. Als de huidige wetgeving zegt dat dit een bouwgrond is waarin onder bepaalde voorwaarden kan worden gebouwd, dan moet dit worden gerespecteerd, ander zal de stad Geraardsbergen planschade moeten betalen. De discussie over de betonstop tegen 2040 zit in hetzelfde straatje.’

Heb je ook een steentje in de rivier kunnen verleggen als schepen van Sport?
‘We investeren in sportpromotie en -aanbod. We organiseren o.a. een teamdag voor de sportleerkrachten. De stad Geraardsbergen ondersteunt de sportclubs financieel en infrastructureel. De komende jaren willen wij in buitensportinfrastructuur investeren.’

Is Geraardsbergen de laatste jaren een vriendelijke winkelstad geworden?
Er is ook wel heibel rond de kmo-zone die er maar niet komt. ‘Handelszaken zijn zeer belangrijk voor de uitstraling en de leefbaarheid van de stad. We moeten daar blijven in investeren, maar we zullen ook moeten investeren in de aantrekkelijkheid van de stad en de omgeving van de winkels. De stadskernhernieuwing is heel belangrijk om onze stad in de etalage te zetten. De vernieuwing van de stedelijke doortocht van de Dender zal daar ook wel een belangrijke rol in spelen waarbij de Denderkaaien worden heraangelegd. Geraardsbergen heeft als stad troeven en die troeven moeten we echt wel in de kijker zetten.’

Moeten we dan ook niet investeren in de instroom van nieuwkomers om onze taal te leren?
‘Om echt aansluiting te vinden bij wat er in Geraardsbergen leeft, is het belangrijk dat nieuwkomers zo snel mogelijk Nederlands leren. De scholen en het OCMW spelen daar een belangrijke rol in. Taal is een belangrijke hefboom naar een leefbare samenleving. Racisme begint waar mensen door een taalbarrière niet met elkaar kunnen communiceren. Als buren niet met elkaar kunnen praten omdat ze niet dezelfde taal spreken dan groeit de achterdocht.’

Stephan De Prez schuift drie prioriteiten naar voor: Geraardsbergen moet een leefbare stad worden. We moeten blijven inzetten op duurzaamheid en investeren in netheid, veiligheid en geborgenheid.

Julien Borremans