Ah, de Boekelbaan, een gewestweg! Gewestweg, dat klinkt bijna als een magisch woord. Het is een beetje zoals “ach, dat is de provincie, niemand weet precies wat ze doen, maar het gebeurt ergens in de verte, ver weg van Zwalm.” Provincies hebben nu eenmaal dat mysterie: zijn ze er nog wel? Wie geeft er eigenlijk om? Misschien is het daarom dat alleen CD&V het nog opneemt voor deze administratieve laag die zo ver van ons af lijkt te staan. De rest van de wereld? Ach, die haalt z’n schouders op en laat de dingen op hun beloop.
Een rondpunt aan Den Os: illusie of toekomstmuziek?
Neem nu de voorziene rotonde aan Den Os. Je zou denken dat dit een simpel karweitje is, een handvol keien en wat verkeer dat netjes in rondjes gaat. Maar nee, er zit veel meer achter. Het is alsof men een kathedraal wil bouwen. “Er wordt zeer veel voorafgaand werk, overleg, tijd en studie in gestoken,” horen we. Dit is nu eenmaal zo. Er moeten rioleringen gescheiden worden, nutsvoorzieningen verplaatst, en niet te vergeten, de beruchte grondinnames of onteigeningen! Allemaal in de naam van de vooruitgang, natuurlijk.
Men is al een stuk gevorderd, zo gaat het verhaal, en alles gaat gestaag door. Gestaag, een woord dat hier vermoedelijk betekent: “we zullen het wel zien, binnen een paar legislaturen.” Want ja, “de uitvoering is wel degelijk voorzien in de volgende legislatuur.” Ah, die fameuze volgende legislatuur, het lijkt wel een sprookje dat politici ons graag voorhouden. “We doen ook in stilte ons best,” wordt er nog fijntjes aan toegevoegd, met een vriendelijke glimlach. Stilte, jawel, want wie praat er nu graag over provinciale wegen en rondpunten?
De snelheid in de Boekelbaan: kan het iemand schelen?
En dan is er nog de snelheid op de Boekelbaan. De snelheidslimieten zijn duidelijk aangegeven, maar wie zijn wij, simpele zielen, om ons daar aan te houden? De bestuurders die dagelijks over de Boekelbaan scheuren, lijken zich van geen kwaad bewust. Het idee dat verkeersregels ook voor hen gelden, lijkt hen totaal te ontgaan. Of, zoals een betrokkene het verwoordt: “er zijn altijd mensen die menen dat de opgelegde snelheden en de verkeersregels alleen maar voor de anderen gelden.” Wat een prachtige manier om de algehele anarchie op de weg te beschrijven.
Maar maak je geen zorgen, er worden wel degelijk snelheidscontroles gehouden op de Boekelbaan. Sporadisch, dat wel, en je hebt geluk als je betrapt wordt. De meerderheid van de bestuurders gaat er blijkbaar vanuit dat de flitsers een soort mythologische figuren zijn, die maar zelden opduiken. En als je geflitst wordt, is het vooral een les in nederigheid. “Ik werd geflitst omdat ik 57 reed in plaats van 50,” klinkt het. Eén keer maar, en nooit meer. Weer een slachtoffer van het gewestelijke verkeersregime.
De gewestweg: inspraak, maar niet echt
Maar kan de gemeente Zwalm dan niets doen aan deze situatie? Tja, de Boekelbaan is een gewestweg, en dat betekent automatisch dat de wegbeheerder het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) is. En daar ligt meteen het probleem: bij grote infrastructuurwerken, zoals de heraanleg van de Boekelbaan, is er altijd “overleg met alle betrokken partners.” Wie deze partners precies zijn, blijft vaak vaag, maar wees gerust: er is altijd overleg. En dat betekent automatisch dat iedereen een zekere inbreng heeft. In zekere mate, natuurlijk, want uiteindelijk blijft de eindverantwoordelijkheid bij het AWV.
De gemeente Zwalm mag dus wel suggesties doen, scholen en verkeerscommissies mogen inspraak hebben, maar uiteindelijk is het AWV dat beslist. Dus, of er nu trajectcontroles komen of niet, of de snelheid daadwerkelijk zal worden aangepakt, blijft een kwestie van afwachten. De vlotte doorstroming is belangrijk, wordt er gezegd, en dat is natuurlijk begrijpelijk. Toch zou wat extra ruimte voor fietsende schoolkinderen en een veiligere omgeving rondom de scholen geen overbodige luxe zijn.
Trajectcontrole: oplossing of utopie?
Patrick Moreels wijst er fijntjes op dat een trajectcontrole op de Boekelbaan veel zou schelen. En wie zou dat tegenspreken? Het lijkt een logische oplossing voor het probleem van de snelheid. Maar hier stuiten we opnieuw op de grenzen van wat de gemeente Zwalm kan doen. Op gewestwegen heeft de gemeente geen zeggenschap over trajectcontroles. Het zijn dure investeringen, en er moet rekening worden gehouden met allerlei parameters: gemeten snelheden, aantal zware ongevallen, afstanden, densiteit, prioriteit, enzovoort.
Het is een bureaucratische puzzel die alleen door de ingewijden kan worden opgelost. En dus, terwijl de procedures doorgaan, de studies worden voortgezet, en de openbare onderzoeken plaatsvinden, blijft de Boekelbaan zoals ze is: een snelweg voor sommigen, een nachtmerrie voor anderen. “We werken nog altijd op diverse fronten aan de fiets- en verkeersveiligheid,” klinkt het. En dat is vast waar. Maar voor de inwoners van Zwalm die dagelijks hun leven riskeren op deze gewestelijke rollercoaster, blijft de vraag: kan het iemand schelen?