FBBCE bestaat 30 jaar in Brakel

Het FBBCE ( Fonds voor de Bescherming van het Brakels Cultureel Erfgoed ) bestaat 30 jaar en dit werd gevierd met een ontvangst op het gemeentehuis.

Ludwig De Temmerman: ” In de schoot van de werkgroep Open Monumenten van de culturele raad Brakel werd in 1994 het Fonds voor de Bescherming van het Brakels Cultureel Erfgoed (FBBCE) opgericht met de zorg voor ons cultureel erfgoed als belangrijkste doel. Niet alleen onroerend maar ook roerend erfgoed werd erbij betrokken.

Een fonds was nodig om niet strikt per boekjaar te moeten werken want restauraties die de jaarlijkse dotatie overtreffen zouden dan niet kunnen gerealiseerd worden. Er werd dan ook een bankrekening geopend waarop de culturele raad de jaarlijkse dotatie van de gemeente stortte. De Geschied- en Heemkundige Kring Triverius geeft ook al dertig jaar een jaarlijkse, zij het een eerder bescheiden dotatie en soms zijn er ook giften.

Het is goed dat we bij ons dertig jaar bestaan uitgenodigd werden door de gemeente. Het verplichtte ons om even achterom te kijken en eens op te lijsten wat allemaal werd gerealiseerd in die periode. Vooral volks-religieus erfgoed, met name kapelletjes en wegkruisen, ontsproten uit een gelovige overtuiging met de bedoeling een gunst te bekomen of ter nagedachtenis van een geliefde. Die religieuze context is grotendeels verlaten maar het is toch merkwaardig dat zeer veel buurten hun lokale kapel in het hart dragen. Er worden op verschillende plaatsen nog regelmatig noveenkaarsen gebrand.

Het feit dat het veelal “volkse constructies” zijn mag niet negatief beschouwd worden. Er is, of was, heel wat volkse kunst aanwezig in onze kapellen en op onze wegkruisen en soms ook zeer oude waardevolle beeldhouwwerken. Ook kwamen antieke siervoorwerpen terecht in de kapellen. Jammer genoeg zijn die waardevolle beelden en siervoorwerpen inmiddels geroofd. De restaurateurs hebben daar ook wel wat schuld aan. In een kapel op de Mierenhoek stond een prachtig geschilderd beeld van Moeder Anna en Maria. Bij restauratie moest de verf er af en werd het zichtbaar dat het een beeldhouwwerk in lindenhout was. Het was er veilig want het was een stevige gesloten deur voorzien van een degelijk hangslot, maar dat volstond niet. Had men het niet ontverfd dan stond het er misschien nog. Probeer maar eens om iemand te overtuigen om een houten beeld geverfd te laten…

De werking van het fonds is tweeledig.

1. ondersteuning van restauraties van particulieren met het opleggen van een aantal voorwaarden waaraan de restauratie moet voldoen in ruil voor financiële steun. We stellen vast dat de meesten hun erfgoed willen moderniseren terwijl het oorspronkelijk gekenmerkt was de eenvoud. Als de restauratie volgens de opgelegde voorwaarden gebeurde, dan werd een deel van de kosten betaald tot een maximum van 1250 euro.

2. Restauraties in eigen beheer. Die worden grotendeels uitgevoerd door onze vrijwilligers, maar voor specifieke werken moeten we een beroep

doen op stielmannen, die het dan doorgaans doen voor een gunstige prijs. Er zijn zelfs aannemers die werken uitvoeren tijdens het weekend en dan enkel de gebruikte materialen aanrekenen.

 

In de voorbije dertig jaar werd al 25 keer een toelage uitgekeerd voor een restauratie die de eigenaars zelf uitvoerden of lieten uitvoeren. Daarbij werd meestal vooraf overlegd et onze architect vrijwilliger Marc Carlier. Het is trouwens een voorwaarde dat de aanvraag voor steun moet gebeuren vooraleer de werken worden uitgevoerd. In de meeste gevallen betreft het kapellen of wegkruisen, maar ook de restauratie van de Brakelse reuzen, de oude kiosk, het brandrooster van Walmke Brand en zo meer kregen steun van het fonds.

 

De restauraties in eigen beheer, een twintigtal, waren vroeger en ook nu nog veelal grote restauraties die over een relatief lange periode gespreid werden. Hierbij vermelden we de reconstructie van de Sint-Jozefskapel in de Kremerstraat te Everbeek. Van die kapel bestond een gedetailleerd opmetingsplan zodat ze kon gereconstrueerd worden. Ze stond constant onder water in een brongebied en de grond moest eerst gedraineerd worden vooraleer een nieuwe kapel gebouwd kon worden. Een ander groot project was de pijkskapelsite waarbij de ommuring gereconstrueerd werd. Van de kapel bleef enkel een hoop puin en een taxusboom over. De kapel zelf was niet te reconstrueren omdat er nagenoeg geen afbeeldingen bewaard werden. Enkel het grondplan en de vloer konden bewaard worden.

De eerste restauratie in eigen beheer was het reconstrueren van het metselwerk van een bronnetje op de beekkant in de Sint-Lietbertusdreef. Ook de restauratie van de kapel Vanderlinden in de Smisstraat te Elst was een belangrijke restauratie waarvoor een beroep moest worden gedaan op stielmannen die hun vrije tijd daarvoor opofferden op, onder meer op Tweede Pinksteren.

Het aantal restauraties in eigen beheer was eerder beperkt maar omstreeks 2017-2018 schoot een zekere Frans Roman in gang. Hij had al meegewerkt aan de grote restauraties en had al de wegkruisen boven en beneden de Kleiberg gered en opgeknapt, maar toen schakelde hij meer dan een versnelling hoger. Frans ging zelf op zoek naar kapellen en kruisen die dringend opgeknapt moesten worden. Veelal samen met Jan-Pierre Hoebeke, met zijn aanhangwagen, vlogen ze erin. Onder de deskundige leiding van architect Marc Carlier en met enkele andere leden van de werkgroep voor specifieke taken, zoals Mieke De Prijck, en stielmannen-vrijwilligers, werden vanaf toen heel wat restauraties, kleine en grote, in eigen beheer uitgevoerd. Dat zijn er intussen al een twintigtal en op dit ogenblik lopen er vier verschillende projecten en wachten er nog meer. Wij danken hierbij ook gemeentebediende Gary De Nooze, secretaris van de Werkgroep Open Monumenten waaronder het FBBCE ressorteert en die dus ook het fonds administratief ondersteunt.

Door het FBBCE wordt ook geregeld de jaarlijkse prijs voor de beste restauratie van het afgelopen jaar uitgereikt. Dat is geen geldprijs maar een plaket in keramiek at momenteel door Marc Carlier gebakken wordt.

Het FBBCE zorgde ook al voor twee monumenten die een stukje van onze lokale geschiedenis evoceren. Het monument van de Pijkskapel stelt de tocht van de drie Everbeekse soldaten van Napoleon naar Moskou voor en op een informatiebord wordt de nodige uitleg gegeven. Het is een prachtige rustplaats in het open veld onder de taxusboom.

Het tweede monument is een herinnering aan de emigratie van meer dan 100 Everbeekse families naar Canada. Ook dat is een stukje geschiedenis dat niet verloren mag gaan. Het is tevens een herdenkingspunt voor de Canadese nazaten die op zoek gaan naar hun roots.

Eer werden ook al oude grafmonumenten gerestaureerd en drie gietijzeren kruisen, een zeldzaamheid op onze kerkhoven, werden gemetalliseerd, gepoederlakt en bijgeschilderd. Ze prijken nu op de kerkhoven van Zegelsem en Michelbeke.

Als coördinator en penningmeester van het FBBCE wil ik dan ook onze dank betuigen aan het gemeentebestuur voor de jaarlijkse dotatie. Een bijzonder dankwoord aan onze vrijwilligers die zich inzetten voor het bewaren van ons klein, maar belangrijk erfgoed. We zijn een wandelgemeente en een mooi kapelletje trekt de aandacht van de wandelaar. Veelal stapt men niet zomaar voorbij en is het een kans om even te verpozen als er een bankje staat. We maken met het FBBCE stap voor stap onze gemeente mooier, en dat met een bedrag van 3000 euro per jaar.”