Nadat Kurt De Loor als stemmenkampioen met Vooruit als grootste partij daar niet in slaagde – of beter gezegd: nadat hem geen redelijke kans gegund werd om dit te proberen – is in Zottegem het initiatiefrecht voor de vorming van een bestuurscoalitie voor de volgende legislatuur nu in handen van Matthias Diependaele (die zelf 904 naamstemmen minder kreeg dan in 2018, dit in tegenstelling tot de algemene verwachting nadat hij kersvers Vlaams minister-president werd) en van de N-VA (die gehoopt had zelf de grootste partij te worden, zoals burgemeester Evelien De Both achteraf erkende). Nadat zij dus al meer dan een week aan zet zijn, blijft het weliswaar nog steeds wachten op witte rook. Haast hoeft er echter niet meteen bij te zijn want als er eerstdaags nog geen officieel ‘coalitienieuws’ komt, gaat het initiatiefrecht volgende week over naar de CD&V. En aangezien de N-VA die zes jaar geleden gebruikmaakte van het opportunisme van de christendemocraten, nu blijkbaar al opnieuw een verbond met de CD&V sloot…
Waar mensen bij betrokken zijn, ontstaan op de duur lekken en volgens ingewijden is dit bondgenootschap al langer een feit. Alleen, de N-VA werd niet de grootste partij, de CD&V kreeg een stevige dreun (bijna -6 %) en de Zottegemse kiezer legde de kaarten zodanig dat CD&V en N-VA hoe dan ook een derde coalitiepartner nodig hebben. De verwachting is dat dit Positief (de vroegere Open Vld) zal worden, voor wie de verkiezingsuitslag op 13 oktober ll. nochtans negatief uitviel (van 5 naar 2 zetels). Naast het ‘gevaar’ dat dit slechts een minimum-meerderheid van 15 op 29 zitjes in de gemeenteraad zou opleveren, is er bovendien de vraag waarmee – lees: met welke postjes / bevoegdheden – de liberalen zich toch laten ‘motiveren’ om, zoals men de CD&V soms “de dweil van de N-VA” hoort genoemd worden, op hun beurt als vijfde wiel aan de wagen ook nauwelijks gewicht in het bestuur te kunnen leggen.
Of de bewering steek houdt dat bewust gewacht wordt met de bekendmaking van de nieuwe coalitie teneinde de indruk te wekken dat er nog geen “verregaand voorakkoord” was en dat er nog druk moe(s)t onderhandeld worden, laten wij in het midden. Wel is het duidelijk dat de N-VA even sterk (burgemeester + 3 schepenen) vertegenwoordigd wil blijven in het stadsbestuur. De CD&V anderzijds zou een schepenambt moeten inleveren (dat naar Positief zou gaan) en nog slechts twee vertegenwoordigers in het college behouden. Op basis van de individuele verkiezingsuitslag zou Leen Goossens die meer dan 400 stemmen minder achter haar naam kreeg, dan uit de boot vallen. Naar wij vernamen, zou het echter binnen de CD&V de bedoeling zijn – teneinde iedereen tevreden te houden – om, met betrekking tot een van die twee schepenambten, (opnieuw) een regeling uit te werken waarbij twee partijgenoten elk gedurende drie jaar die schepenbevoegdheid zouden hebben, omgekeerd afwisselend met het voorzitterschap van de gemeenteraad dat de N-VA aan de CD&V zou overlaten. Volgens onze informatie zou deze regeling echter niet alle betrokkenen vergenoegen.
De zesde schepenzetel (die de CD&V moet afstaan) zou dus Positief moeten verleiden maar volgens onze bron (die bij de coalitievorming nauw betrokken is) zou dit voor de liberalen niet volstaan en zouden zij zelfs “te veeleisend” zijn. Voorlopig blijft het dus nog wachten op uitsluitsel omtrent de nieuwe bestuurscoalitie voor de volgende legislatuur. Mogelijk voelt Positief zich plots toch niet meer geroepen om het N-VA/CD&V-verbond te ‘depanneren’. Of misschien knipt de CD&V wel zelf de banden met de N-VA door als de partij eventueel toch bij Vooruit betere coalitievoorwaarden (lees: drie schepenen) kan verkrijgen. Binnen het politieke spel van macht en (eigen)belangen kunnen zich immers de meest onverwachte wendingen voordoen.