Geraardsbergen. Uit goed ingelichte bronnen hebben we vernomen dat de klacht van Stéphan Bourlau bij de Raad van Verkiezingsbetwistingen ernstig wordt genomen. De klacht beslaat enkele pagina’s vol overtredingen, onregelmatigheden, slordigheden en onnauwkeurigheden bij verschillende kies- en telbureaus. De vraag is of de installatievergadering van de nieuwe gemeenteraad van maandag 3 december 2024 niet moet worden uitgesteld.
Op zondag 13 oktober stelde uittredend gemeenteraadslid Stéphan Bourlau verschillende onregelmatigheden vast in zijn en andere telbureaus. Verschillende zakken met kiesbrieven kwamen pas na 15.00 uur in de telbureaus toe. ‘De voorzitter van het telbureau in de Middenschool kwam pas om 15.15 uur aan… Pijnlijk is dat de zoon van de man op een lijst kandideerde en tot ieders verbazing verkozen raakte. Dan breekt mijn klomp. Is er dan niemand bij de stad Geraardsbergen die inzag dat dit meer dan één brug te ver was’, getuigde stéphan Bourlau.
Duivenkot
Blanco stembiljetten zaten tussen de andere stembiljetten. Omslagen en zakken met stembiljetten waren niet afgesloten. Ook vergat men in sommige telbureaus de eed af te leggen en liepen er mensen rond die er helemaal niets te zoeken hadden. ‘Op een gegeven moment was het er een duivenkot en er hing een informeel sfeertje. De stad Geraardsbergen – die verantwoordelijk was voor de organisatie van de verkiezingen op haar grondgebied – leek de controle kwijt.’
Maar het zou nog veel verder gaan. Stéphan Bourlau verzamelde verschillende pagina’s met klachten, overtredingen, onregelmatigheden, slordigheden en onnauwkeurigheden. ‘De kameraadschappelijke en nonchalante sfeer in zowel de stem- als de telbureaus verraadde een schrijnend gebrek aan professionalisme.’
‘Deze ontwikkelingen kunnen daadwerkelijk een invloed hebben gehad op de zetelverdeling. Bij verschillende zetels kwam het op enkele stemmen aan om te kantelen naar een andere partij.’
Installatievergadering
Uit goed ingelichte bronnen hebben we vernomen dat Stéphan Bourlau een uitgebreid en diepgravend onderzoek heeft verricht en dat hij daardoor pas vorige week zijn klacht bij de Raad van Verkiezingsbetwistingen heeft ingediend. De klacht zou ernstig worden genomen en de eerste onderzoeksdaden zouden reeds ondernomen zijn.
Als het bezwaar gegrond verklaard wordt, kan de Raad voor Verkiezingsbetwistingen een hertelling, nieuwe verkiezingen of de schorsing van gemeenteraadsleden opleggen. Als er fraude werd gepleegd dan is dat een zaak voor het gerecht.
Daarom dringt zich de vraag op of het niet raadzamer is om de installatievergadering van de nieuwe gemeenteraad niet naar een latere datum uit te stellen tot wanneer de Raad van Verkiezingsbetwistingen een uitspraak heeft gedaan. Uiteraard zijn er de wettelijke bepalingen die voorschrijven wanneer deze installatie moet plaatsvinden, maar het idee dat mogelijks op enkele maanden tijd deze uitgebreide procedure opnieuw moet worden overgedaan, doet toch vragen rijzen.
Julien Borremans