Stad Oudenaarde breidt haar vijfde deelname aan ‘Maai Mei Niet’ uit naar een aangepast maaibeheer het hele jaar door. Alleen grote geschikte bloemrijke graslanden blijven ongemaaid, andere zones worden opnieuw kort gehouden. “We kiezen voor een doordachte aanpak die de natuur en de leefbaarheid ten goede komt”, zegt schepen Maarten Blondeel (Meer dan Groen), bevoegd voor Openbare Werken en Klimaat.
“Vorig jaar lieten we in mei meerdere bloemrijke graslanden in het stadscentrum ongemaaid, maar op veel plekken groeide vooral het gras en niet de bloemen”, gaat schepen Maarten Blondeel verder. “Daarom passen we onze aanpak aan: enkel grote, bloemrijke graslanden worden nog ongemaaid gelaten. Smalle stroken en kleinere zones maaien we opnieuw kort. Zo verhogen we de biodiversiteit waar het effectief werkt, zonder dat de leefbaarheid in het gedrang komt. Door het verarmen van de bodem krijgen inheemse veldbloemen meer kans om te groeien. In die graslanden zal onze groendienst sinusmaaien, dat betekent dat er telkens een zone langer wordt gehouden en de rest korter, zodat insecten zoals bijen en vlinders altijd beschutting vinden. De zone die langer wordt gehouden schuift telkens op, waardoor er permanent voedsel en een schuilplek is.”
Het stadsbestuur rekent opnieuw op haar inwoners om locaties door te geven die ze graag nog even ongemaaid zien.
“Niet alle bloemen zijn uitgebloeid eind mei. Wie een geschikte plek kent, mag die doorgeven via biodiversiteit@oudenaarde.be “, besluit Maarten Blondeel.
Ook voormalig initiatiefnemer en huidig burgemeester John Adam (Open VLD) reageert tevreden: “Wat ooit begon als een symbolische actie in mei, groeit in Oudenaarde uit tot een structureel beleid. Dat is een grote stap vooruit voor de biodiversiteit en het bewustzijn rond natuurbeheer.”