Plots doken ze uit alle stegen, krochten en verdoken plaatsen van onze samenleving op. In grote getale en met fluorescerend hesjes belemmerden ze de toegang tot brandstofdepots uit onvrede met de hoge brandstofprijzen. Vooreerst zagen we hen in Frankrijk waar ze ‘les gillets jaunes’ werden gedoopt. Deze benaming dekt voorlopig de lading. Het is immers een burgerbeweging zonder een uitdrukkelijk programma of een leiderfiguur die naar voren treedt. Daarnaast is het gemakkelijk uitspreekbaar voor zowel de Francofonen als de West-Vlamingen. De snelle navolging van de letter ‘G’ en ‘H’ in ‘Gele Hesjes’ zorgt immers voor enige Babylonische spraakverwarring bij onze West-Vlaamse landgenoten.
Het politieke landschap bleef de eerste dagen stil bij het betoog van de Gele Hesjes. We zien een gelijkaardige tendens bij soortgelijke betogingen in het verleden. Onze politieke leiders wachten de evolutie van het protest af, alvorens ze ingrijpen. Het fluorescerende licht van de gele hesjes doofde echter niet uit. het aantal sympathisanten van de burgerbeweging nam progressief toe. Zo beperken ze zich niet langer tot het belemmeren van de toegang tot brandstofdepots. Er ontstaan hallucinant grote protesten die ons doen terugblikken naar de witte mars in 1996. Dergelijke toename zorgt ervoor dat er meer focus op een dergelijk fenomeen is binnen zowel het politieke- als medialandschap. Doordat het probleem vergroot wordt, kunnen we het gemakkelijker analyseren dan voorheen. Zo komen we tot de hamvraag: Wie zijn de gele hesjes?
Aanvankelijk werd de “gele hesjes” gedefinieerd als een burgerbeweging die uit onvrede protesteert tegen de hoge (diesel)prijzen. Het is geen vakbond, ze hebben evenmin een politieke lidkaart. Het zijn mensen die zich via sociale media hebben gegroepeerd. Ondertussen is het wel duidelijk dat de échte gele hesjes niet louter protesteren tegen de hoge benzineprijzen. Het protest is ge ëvolueerd naar een klaaglied ten aanzien van de algemene verhoging van allerlei producten. Het zijn niet de armste personen binnen onze samenleving die in opstand komen, het is de lagere middenklasse die het beleid niet langer duldt. Uit een studie van Branko Milanovic, een Servisch-Amerikaanse economist, werd reeds duidelijk dat een dergelijke protest vroeg of laat zou aantreden. Hij analyseerde de globale toename van het inkomen tussen 1988 en 2008. Meteen werd duidelijk dat elke bevolkingsgroep (zelfs het armere deel van de bevolking) erop vooruit ging, behalve de lager middenklasse. De combinatie van het lage inkomen en de denigrerende blik die ten aanzien van deze bevolkingsgroep wordt gepercipieerd, zorgt voor een constante spanning. De Brexit en het presidentschap van Donald Trump waren een waarschuwingsschot voor dergelijke protesten die we nu in Brussel en Parijs aanschouwen.
In de voorgaande paragrafen ging het voornamelijk over het globale fenomeen dat het ontstaan van de gele hesjes kan verklaren. Wie zijn de Belgische Gillets Jaunes? Het zijn voornamelijk onze Waalse landgenoten die protesteren. We kunnen dit economisch, geografisch en cultureel verklaren. Allereerst ligt het loon in Vlaanderen hoger dan in Walloni ë. Dit zorgt ervoor dat de Waalse bevolking veel gevoeliger is voor een prijswijziging van onder andere diesel. Daarnaast is het voor Waalse werknemers moeilijk om een auto te leasen of een daaraan gekoppelde tankkaart te verkrijgen. Wanneer we het geografische aspect van Walloni ë onder de loep nemen, valt het op dat men grotere afstanden moet afleggen om het werk te bereiken. Daarnaast heeft Walloni ë een zwak uitgebouwd openbaar vervoerssysteem. Bijgevolg is men sterker afhankelijk van de wagen dan in Vlaanderen. Ten slotte rijst de communautaire kwestie. Walen spreken letterlijk en figuurlijk een andere taal dan Vlamingen. Zo kijken veel Waalse bevolkingsgroepen naar de Franse staatsomroep. Op de Franse televisie wordt het ongenoegen ten aanzien van het beleid duidelijker afgebeeld dan op de Belgische televisie. Denk maar aan de onlangs grote media-aandacht voor het Marrakech-pact. De Walen vonden deze discussie sterk overroepen en smeekten de politici om aandacht te hebben voor de problemen die er voor hen echt toe doen.
De plotse protesten kunnen we enerzijds wijten aan de verhoogde aandacht in Frankrijk, anderzijds ligt een dergelijk protest in het verlengde van de taks shift. In de taks shift trachtte de overheid om de belastingen op arbeid te verlagen. Uiteraard diende men deze opbrengsten ergens anders te compenseren. Bijgevolg verhoogde de overheid de BTW (Bruto Toegevoegde Waarde). De taks shift heeft er daadwerkelijk voor gezorgd dat onze koopkracht en competitiviteit is gestegen. De leuze ‘jobs, jobs, jobs’ van onze eerste minister Charles Michel is zeker niet onterecht. Desondanks was het vooral de hogere middenklasse die kon rekenen op een positieve evolutie. De lagere middenklasse voelde zich opnieuw uitgesloten.
Hoe het protest verder zal evolueren is vooralsnog onduidelijk. Doordat er geen duidelijk programma of leiderfiguur is, dreigt het protest na verloop van tijd uit te doven. Indien het protest dermate groot blijft, zal de politiek genoodzaakt zijn om het te integreren binnen het beleid. Denk maar aan de politiehervormingen naar aanleiding van de witte mars in de casus Marc Dutroux. De kans is groot dat de gele hesjes zullen terugkeren binnen een politieke campagne. Het probleem hierbij is dat we het thema eigenlijk binnen elke politieke partij kunnen kaderen. Denk maar aan zowel PVDA als Vlaams Belang die de situatie aankaarten. Enkel de positie van Groen is hierin moeilijk. Als ‘linkse’ partij kunnen zij het opnemen voor deze lagere middenklasse. Als ecologisten staan zij echter mede aan de grondslag van dit probleem.
E én ding is zeker: het worden spannende tijden. Een verdere evolutie dienen we af te wachten.