Naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog werd in Merelbeke een delegatie uit Kampenhout ontvangen. Samen herdachten beide gemeentes de vluchtelingenstroom bij aanvang van de Groote Oorlog. Merelbekenaren boden toen onderdak en voedsel aan vluchtelingen uit Kampenhout.
Al eeuwenlang bestaat de traditie om op een centrale plaats in een gemeenschap een boom aan te planten om één of ander historisch scharniermoment te herdenken: Merelbeke en Kampenhout herdenken met de vredesboom de vluchtelingenstroom van 181 Kampenhoutenaren die gestrand waren in station van Merelbeke 100 jaar geleden.
Het Agentschap Natuur en Bos in samenwerking met het Agentschap Onroerend Erfgoed en het Projectsecretariaat 100 jaar Groote Oorlog, grepen het jubileumjaar ter nagedachtenis van het eind van WO I aan om een oproep te lanceren naar alle Vlaamse steden en gemeenten om deel te nemen aan een massale boomplantactie. Daartoe werden gratis zomer- en winterlinden ter beschikking gesteld. 231 steden en gemeenten, waaronder ook Merelbeke, gingen hierop in. Ter hoogte van de Plataan komt begin november een winterlinde te staan. Deze locatie werd gekozen omdat op 30 augustus 1914 daar 181 Kampenhoutenaren vluchtend voor het oorlogsgeweld, passeerden om onderdak te vinden in Merelbeke. Dit leidde tot een blijvende band tussen beide gemeenten.
Er werd gesproken door de beide burgemeesters, Filip Thienpont en Kris Leaerts als ook cultuur schepen Bertrand Vrijens, als aandenken werd er een bloemenkrans neer gelegd.
Gedicht door Michiel
De Vredesboom van ’14