Volksverhaal – 9/1/2019 – Onkerzele – Leonie Van den Dijck, moeder van dertien kinderen, had een normaal leventje te Onkerzele. Toen haar jongste drie jaar was is haar man, na het ontvangen van een riante erfenis, met de noorderzon verdwenen. Ze heeft haar kinderen in haar eentje groot gebracht, door als thuiswerkster sigaren te draaien voor fabrieken uit de streek. De kinderen verdienden een centje bij door met veters en schoensmeer te leuren. Leonie, Nieke in de volksmond, is niet geschoold. Ze kon lezen, maar daar hield haar intellectuele bagage op. Zo wist ze bijvoorbeeld niet dat Vlaanderen in Belgi ë ligt en negen provincies telt. Religieuze bagage had ze des te meer en zelfs in barre weersomstandigheden ging ze bij een kappeltje (Lourdesgrot, Kampstraat) nabij haar woning dagelijks een rozenkrans bidden. Net als op 4 augustus 1933, de dag dat Leonie haar normale leventje veranderde.
“Onder de populier boven de haag komt plots een onbeschrijfelijk mooi gloeiend licht, blauw, zilver en met rood maar nog het meeste blauw. Onder dat licht, voor de helft steunend op de haag en voor de helft naar de kapel, komt daar een grote bol van grijs en blauw. Onmiddellijk daalt daarop Onze Lieve Vrouw neer. Zij komt in dat licht te staan op dienen bol. Haar wezen is als om in aanbidding voor neer te vallen en geeft u zo’n eerbied! Zij heeft blond haar; het blonde haar komt vanonder haar witte voile. Een kroon met “stekers” van de helft van het gezicht langs haar voorhoofd verder omhoog om geheel het hoofd. Een lang sneeuwwit kleed had ze aan tot over haar voeten op de bol waar ze op steunt. Een bleekblauwe gordel met knoop en twee afhangende linten, die langs onder openhangen en nog eens daartussen het wit van het kleed laten zien”. Zo beschreef ze de verschijning die ze die dag aanschouwde aan een verslaggever van de krant De Standaard.
De pers had grote belangstelling voor het gebeuren waardoor er extra treinen werden ingezet om de massale opkomst van bedevaarders naar Onkerzele te brengen. Ook al waren de berichtgevingen in pers niet altijd zo lovend want het gebeuren werd met de nodige spot en hoon in de sommige pers gebracht aangezien deze hemelse verschijningen kort na de verschijningen in Beauraing en Banneux plaatsvonden. Vele mensen konden niet geloven dat Onze Lieve Vrouw nu voor de derde keer op een plaats in Belgi ë verscheen.
Maar na verloop van tijd kreeg Leonie meer volgers dan spotters, dit doordat vele streekgenoten getuige waren van drie zonnewonderen (verschijnen van gekleurde lichtbollen) die er in december 1933 , januari en februari 1934 plaatsvonden. In totaal waren er 36 verschijningen aan de kapel van Maria aan Leonie. Daarenboven waren er nog talloze private verschijningen die gepaard gingen met visioenen. Ze ontving ook de gave op zich in geest over de hele wereld te verplaatsen en zo in contact te staan met mede-zieners, zoals de gestigmatiseerde Th érèse Neumann uit Konnersreuth.. Veel van haar vrienden zullen later getuigen dat ze versteld stonden over hoe exact Leonie toekomstige voorvallen kon voorspellen. Haar goede vriend en biograaf Gustaaf Schellinck noteerde verschillende voorvallen waarvan hij getuige was. In 1942 bijvoorbeeld, tijdens een bezoek van Nieke aan Gustaaf kreeg ze een visioen dat met intens lijden gepaard ging. Daarna barste ze in tranen uit: “Ge moogt mij niet kwalijk nemen maar ik moet onmiddellijk naar huis. Er is iets ernstig gebeurd met onze Henri. Ik heb gezien hoe hij door de Duitsers aangehouden en gebonden werd, ze zullen hem doodschieten”. Aangekomen in huis valt niet veel later haar zoon Henri binnen. Hij draagt een geweer waarvoor hij duidelijk een schuilplaats zocht. Niet veel later viellen de Duitsers binnen en het geweer werd al snel gevonden. Henri werd geboeid weggevoerd en moet een paar dagen in de gevangenis van Geraardsbergen verblijven. Daar werd hij overgeplaatst naar Gent waar men hem ter dood veroordeelde.
Ondanks het feit dat ze door de jaren heen alsmaar meer volgers kreeg, zou ze niet gespaard worden van de nodige achterklap van haar dorpsgenoten. Sommige onder hen verdachten haar ervan af en toe te diep in het glas te kijken. Ook nu nog staat Leonie Van den Dijck in Onkerzele bekend als ‘Zat Nieke’ of ‘Zuipe Nieke’. Volgens Leonie zelf had die bijnaam alles te maken met een lastercampagne en werd ze al dan niet opzettelijk verward met een ander Leonieke, eveneens uit Onkerzele. Een andere minder fraaie karaktertrek van Nieke heeft te maken met haar ronduit racistische idee ën: ‘De zwarte volkeren hebben van in den beginne van hun ontstaan in nauwe betrekkingen gestaan met de duivelen. ’t Zelfde dient gezegd van de volkeren uit Azi ë, waarvan alle volksstammen en rassen die de aarde bewonen, afstammen’, een citaat dat we lezen in het boek van Patrick Bernauw, ‘Het Orakel Ontgraven’.
Volgens Gustaaf Schellinck zou een spotzieke vrouw Nieke ooit een klap in het gezicht gegeven hebben maar aan die euvele daad zou de vrouw in kwestie een lamme arm overgehouden. Ook van de pastoor van Onkerzele zou Leonie overigens heel wat tegenwind gekregen hebben. Toen ze zijn pesterijen zo beu werd dat ze zich tot het bisdom wendde, schijnt de man kort daarop overgeplaatst te zijn.
Door de jaren heen kreeg Nieke meer en meer het uiterlijk van een martelares. “Haar biograaf beschrijft het als: ‘Haar gelaat draagt den stempel van ’n smartvol bestaan. Hoewel haar donkere blik zeer levendig en haar in de nek samengebonden haren zwart zijn gebleven, is ze sterk vermagerd en heeft ze een ‘bleke ivoren kleur’ gekregen, lijkt ze zelfs ‘bloedloos’ te zijn. Verzwakt door boetedoening en vasten, weigeren haar benen haar soms te dragen”.
De massale publieke belangstelling ebde langzaam weg, wanneer de verschijningen niet meer in het openbaar gebeurden en in frequentie afnamen. Leonie leidde dan een zwijgzaam en teruggetrokken bestaan van gebed, boete, lijden, vasten en kastijding.
In de periode 1933-1940 sliep zij niet langer in een bed, maar op de grond, in een deken gewikkeld. Ze hield dit vrijwillig gekozen martelaarschap zorgvuldig voor de buitenwereld verborgen. Die drang naar afzondering is wellicht ook de reden waarom ze uit het kleiner wordende groepje getrouwen een biograaf selecteerde, die pas na haar dood een tweede reeks opzienbarende feiten – vooral visioenen en voorspellingen – bekend mocht maken. Tijdens de oorlog had Leonie nog bijna uitsluitend contact met Gustaaf Schellinck. Dan begonnen ook de stigmata op haar handen en voeten zich duidelijker te manifesteren.
Na de oorlog nam de fysieke aftakeling steeds sneller toe. Schellinck en zijn vrouw waren dan haar enige bezoekers. Ze is in totale eenzaamheid op 23 juni 1949 overleden.
De dood van Koning Albert I
Van al de voorspellingen die Leonie gedaan heeft zijn er drie die haar voor eeuwig bekend maken.
Zo voorzag ze de dood van koning Albert I, die volgens haar niet van die rots in Marche-les-Dames vi él, maar ervan af gedùwd werd. Ook het uitbreken van de tweede wereldoorlog en de dood van Koningin Astrid — ‘De koningin kust de nacht’, zou de zogenaamde zieneres van Onkerzele voorspeld hebben.
In hoeverre deze aangekondigde jobstijdingen met betrekking tot het Belgische Koningshuis mede een rol hebben gespeeld bij de beoordeling van deze aangelegenheid door het kerkelijk gezag is niet geweten. Vast staat wel, dat de toenmalige kardinaal-aartsbisschop van Mechelen, kardinaal van Roey, in 1942 kenbaar zou hebben gemaakt, dat men na onderzoek afwijzend stond tegenover de gebeurtenissen in Onkerzele en het aan de priesters verboden werd zich daarmee bezig te houden, al schijnt geen publicatie van dit negatieve oordeel te hebben plaatsgevonden.
Was het echt, of was het bijgeloof… iedereen kon er het zijn van denken.
Maar de mooiste en ook de grootste voorspelling kwam er een paar dagen voor haar dood in 1949. Leonie voorspelde dat haar lijk ‘niet snel tot ontbinding zou overgaan’. In 1972 (23 jaren na haar dood) besloot men de zaak toch maar eens uit te pluizen, en het lichaam van Leonie werd opgegraven, in aanwezigheid van Jan Van Rompaey en een BRT cameraploeg voor het programma Echo. Groot was de verbijstering : het lichaam was niet vergaan, het was intact gebleven en dit hoewel haar lichaam op geen enkele manier was geprepareerd of gebalsemd. Ook in 1982 bij een tweede opgraving was het lichaam nog opvallend gaaf. Nu hoeven wij dit ‘ongeschonden lijk’ niet per se te interpreteren als een mirakel. Er kan best een natuurlijke verklaring voor zijn, al worden de experts ter zake het niet eens. Wat echter wel eigenaardig is is het feit dat Leonie Van den Dijck vooraf had gezegd dat dit zou gebeuren. E én van haar volgelingen was overigens de wetsdokter die de vaststellingen deed. Zijn uitspraak, dat de wetenschap “geen afdoende verklaring” had voor dit soort fenomenen, is dus niet zo verwonderlijk, maar wel onjuist. Een bepaalde grondsoort, om maar iets te zeggen, kan een lichaam jarenlang conserveren. Zekere geneesmiddelen en/of vergiften, zoals arsenicum, hebben dezelfde bijwerking.
Elke eerste zaterdag van de maand kan men terecht in Onkerzele voor de H. Mis en de Ommegang van O.L.V. van Smarten. De H. Mis is om 15:00h, daarna, om 16:00 kan men zich naar het kapelletje in de Kampstraat begeven, waar de verschijningen plaatsvonden,om de ommegang mee te volgen. Tijdens de ommegang wordt de Rozenkrans gebeden en wordt gemediteerd over de zeven wee ën van Maria. De ommegang eindigt vóór de grot met de Litanie van Onze Lieve Vrouw, daarna volgt de zegen van de priesters. Na de ommegang gaat men gezamenlijk bidden bij het graf van Leonie. Ook het huisje van Leonie kan achteraf bezocht worden.
Lees ook volgende volksverhalen:
Bronnen:
http://bloggen.be/clemantine/archief.php?ID=1115785
Boek: God in Vlaanderen – Marnix Peeters & Rudi Van Beek
Boek: Het Orakel Ontgraven – Patrick Bernauw & Guy Didelez