Geraardsbergen heeft een koloniaal monument. Behouden we het of breken we het af? Ilse Roggeman (N-VA) geeft antwoord.

 


Geraardsbergen. Een aantal weken geleden riep N-VA-voorzitter Bart De Wever op tot een historisch pardon voor de wreedheden die ooit in Congo werden begaan. De Wever kijkt daarvoor in de richting van het staatshoofd, de koning dus, want Congo behoorde toen tot het priv édomein van Leopold II. We zouden het haast vergeten, maar ook in Geraardsbergen hebben we een koloniaal monument. Wat doen we daarmee? We vragen het aan Ilse Roggeman (N-VA).

Koloniaal monument in het Grupellopark
Aan de voet van het steile Grupellopark op de Oudenberg in Geraardsbergen staat een standbeeld van een trompettende olifant. Het is een eerbetoon aan de overleden Congopioniers. Na de oorlog stemde de gemeenteraad in met de oprichting van een koloniaal monument. Het gedenkteken zou in het stadspark opgericht worden als aandenken aan de Geraardsbergenaars, gevallen in dienst van de beschaving.

Het beeld refereert naar de pioniers die tussen 1885 en 1908 het leven lieten in Congo. Tijdens deze periode gingen de acolieten van Leopold II stevig te keer in Congo-Vrijstaat. Er vielen miljoenen doden.

Ilse Roggemans (N-VA) meent dat het standbeeld in het Grupellopark moet blijven. ‘Het monument van de Olifant in Geraardsbergen heeft zijn plaats. Dit monument heeft niets te maken met de gruwelijkheden die destijds plaatsvonden in Belgisch Congo. Het is een kunstwerk van Theophile l’Haire, ter nagedachtenis van de overleden Geraardsbergse kolonialen. Het verwijst niet naar Leopold II.’

Verheerlijking van moordenaars is uit den boze.
De Beiaard:
‘Is een historisch pardon aan het Congolese volk omwille van de gepleegde feiten momenteel aan de orde?’

Ilse Roggeman: ‘Vanuit verschillende middens wordt er op aangedrongen dat Belgi ë zich verontschuldigd aan Congo voor de fouten uit haar koloniaal verleden. Een historische pardon is zeker aan de orde. Ik sta volledig achter de uitspraak van Bart De Wever. Het is aan de huidige koning Filip om deze   pardon uit te spreken. Niet aan de politici.’

D.B.: ‘Moeten we alle monumenten die verwijzen naar een ‘fout’ verleden niet uit het straatbeeld verwijderen?’

I.R.: ‘Het verwijderen van alle monumenten en straatnamen — die wijzen naar de koloniale periode — lijkt me niet aangewezen. We mogen deze periode zeker niet vergeten. Het behoort tot ons historisch verleden. Monumenten en straatnamen dienen wel een verduidelijking te krijgen en geplaatst te worden in de historische context. Daarom is het misschien wel belangrijk om een bord bij koloniale monumenten te plaatsen die de historische context omschrijft.’

D.B.: ‘In welke zin moet die tekst dan worden opgesteld?’

I.R.: ‘We moeten kritisch zijn voor ons historisch verleden. Hoe hebben we onszelf als gemeenschap gedragen? Verheerlijking van moordenaars, dictators is uit den boze. We mogen nooit vergeten welk ontiegelijk leed ze hebben aangericht, in de hoop dat het zich nooit meer herhaalt.’

D.B.: ‘Hartelijk dank voor dit interview.’

Julien Borremans