Schepen van Leefmilieu Leen Goossens (CD&V) laat weten dat de stad Zottegem zal blijven investeren in openbare afvalbakken.
In het voorjaar pakte stad Zottegem uit met de sensibiliseringscampagne JIJ NIET? IK NIET? WIE DAN WEL? De actie kaderde in de jaarlijkse grote lenteschoonmaak POETS die de stad organiseert. Omwille van de coronamaatregelen werd de POETS 2020 jammerlijk genoeg afgelast. “Niettemin kwam er terug heel wat reactie op de oproep om vrijwilligers waardoor er in Zottegem nu 88 meters/peters zijn die op regelmatige basis hun straat zwerfvuilvrij maken”, aldus Goossens. “Jammer genoeg moeten zij vaak vaststellen dat hun werk al na enkele dagen is tenietgedaan. Sinds de aanvang van de coronamaatregelen en lockdown midden maart zien we veel meer wandelaars en fietsers, zeker met het goeie weer van de afgelopen tijd. We stellen helaas ook vast dat de hoeveelheid zwerfvuil op een aantal zwerfvuilgevoelige plaatsen is gestegen. Sommige afvalbakken, die nu al twee keer per week worden geledigd, puilen na het weekend uit.”
Stad Zottegem beklemtoont dat het ook tijdens coronatijden begaan is met de zwerfvuilproblematiek. “Wij blijven onverminderd het zwerfvuil aanpakken”, aldus Goossens. “De meters/peters spelen daarin nog steeds een belangrijke rol. Daarnaast wil ik benadrukken dat we blijvend investeren in voldoende afvalbakken in het straatbeeld. Sinds 2017 zijn er 31 nieuwe afvalbakken geplaatst in alle deelgemeenten. Daarbij komen de vuilbakken die in het centrum werden geplaatst bij de renovatie in 2017, 5 afvalbakken in het in 2018 geopende Beislovenpark en 20 vuilbakken op de stedelijke begraafplaats Knutsegem. Eind februari werden nog eens 10 exemplaren besteld. Deze worden normaal gezien in juni geleverd. Sinds 2017 hebben we dus voor meer dan 30.000 euro hierin geïnvesteerd. Daarnaast zetten we dagelijks personeel in om Zottegem proper te houden. Ook in coronatijden blijven we rekenen op de burgerzin van onze inwoners om zwerfvuil te vermijden — als je afvalbak thuis vol zit, zet je je afval er ook toch niet naast.”