Waar we enkele weken geleden nog “onze helden” eerden, komt VTM nu enkel nog op verzoek en afspraak. In de meeste straten wordt niet meer geklapt. Enkel nog in beeld en met de beste calson tot onder de oksels getrokken, zoals het een klootjesvolk betaamt.
De verzorging vermagert zienderogen nu de eens gestage stroom van Leonidas en aardbeientaart opdroogt. Wat is het nut van geven als er geen foto bij kan of een vermelding in de krant. Verzorging is een recht, behalve voor wie ze toedient.
De held uit de supermarkt draagt al een tijdje geen cape meer. Er werd op gespuwd door mensen die strikte regels eisen, al was het maar om ze te breken en plooien naar eigen gemak, waarheid en arrogantie.
De vuilnisman ruimt opnieuw shit. Ondertussen zonder briefje of tekening. Zonder schouderklop. Voor sommigen opnieuw verworden tot het vuil van de straat, dat dient opgehaald. Vroeg in de ochtend en onzichtbaar.
Golfen mag. En waterski ën. Maar of het speeltuintje opengaat voor kinderen uit een tweekamerflat is nog niet zeker. Of de laptop ooit komt blijft een raadsel.
Barbecues braden copieuze lenden terwijl wat verder schouders hangen aan de voedselbedeling. Schuivend voor een vleesloos pakket. Zonder pasta. Zelfs het voer der armen is de armen niet langer gegund.
Een kat uit Peru heeft vier advocaten. Omdat het diertje onrecht is aangedaan. Nu mag u me eens vertellen wat we de afgelopen maanden geleerd hebben. Niets. We zijn een bende hypocrieten. Nog steeds. Niet meer, niet minder.