De gemeenteraad van Oosterzele heeft op voorstel van Open Vld plus unaniem de titel van ereburger postuum toegekend aan Prof. Johan Taeldeman. Binnenkort wordt zijn 3e overlijdensverjaardag herdacht. Johan Taeldeman (Maldegem-Kleit, 23 december 1943 — Balegem, 31 oktober 2017) was een Belgische taalkundige, die woonachtig was in Oosterzele en ook actief meewerkte om het Oosterzeels erfgoed mee in beeld te houden. Hij publiceerde veel over de Nederlandse fonologie en de Vlaamse dialecten. (R17, foto’s DDL)
Taeldeman studeerde aan de Universiteit van Gent Germaanse filologie tot 1966. In 1976 werd hij er doctor in de letteren en de wijsbegeerte. Hij bleef lesgeven aan de UGent, waar hij Nederlandse taalkunde gaf. In 1995 werd hij lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) in Gent. Van 1996 tot 1999 was hij voorzitter van de Koninklijke Zuid-Nederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis. In 2001 werd hij doctor honoris causa aan de Universit é de Liège. Aan de UGent ging hij op 1 oktober 2004 met emeritaat. Als waardering voor zijn werk brachten tientallen bevriende taalkundigen het boek Schatbewaarder van de taal: Johan Taeldeman uit. Hij was ondervoorzitter van de KANTL in 2006 en voorzitter in 2007. Naast talloze wetenschappelijk artikelen, schreef hij ook verschillende tijdschriftartikelen en boeken over fonologie en dialecten. Hij gaf ook meermaals kritiek op de achteruitgang van het taalgebruik op televisie in Vlaanderen. In 2007 verzette hij zich in een opiniestuk “Het Vlaamse taallandschap verschraalt” in De Standaard tegen de oprukkende tussentaal en pleitte hij voor de groei en bloei van een ‘Belgische’ vari ëteit van de Nederlandse standaardtaal. Tijdens zijn emeritaat bracht Professor Taeldeman het Oosterzeels Dialect in beeld. I.s.m. Erfgoedcel Viersprong Land Van Rode en de Oosterzeelse seniorenraad bracht hij in 2011 het “Woordenboek van de Oosterzeelse dialecten” uit.
Johan Taeldeman:
‘Als ik rustig aan het wandelen ben door Balegem, leg ik mijn oor te luisteren. En dan hoor ik eigenlijk iets heel eigenaardigs. Er wordt bijna geen dialect meer gesproken, en dat is een verschijnsel in heel in Oost-Vlaanderen. En dus ook in Oosterzele wordt het dialect niet meer doorgegeven. Er is blijkbaar een soort schaamte ontstaan, en dus gaan de mensen maar een soort tussentaaltje spreken. Ouders geven het dialect niet meer door aan hun kinderen. Als je hen dan vraagt waarom ze geen Balegems, of Oosterzeels praten, dan hoor je vaak de opmerking we mogen niet van onze kinderen. Het dialect wordt een slaapkamertaal voor de ouders, voor ’s avonds als de kinderen het niet horen Dat is een veeg teken, want als een taal een marginale stempel krijgt, is het vijf voor twaalf. Het is dringend. Iedere (oudere) Oosterzelenaar die sterft, neemt een stukje taalkundig erfgoed met zich mee’.
Zijn werk, waarmee hij de Oosterzeelse woordenschat verzamelde resulteerde in een boek van 260 pagina’s waarin alle domeinen van het leven komen aan bod, van sport en spel tot fauna en flora, van verkeer tot voeding, van het weer tot het openbare leven. Eerder maakte hij in 2005-2006 in het kader van een erfgoedproject met de vzw Erfgoedhuis, de Landelijke Gilde Balegem, de Stichting Levend Erfgoed en de gemeente Oosterzele werk van een inventaris van de duiventaal. Eind deze maand herdenken we de 3e overlijdensverjaardag van Johan Taeldeman. Het werk van Professor Taeldeman rond het Oosterzeelse dialect mag dus niet onderschat worden. Hij was ook sociaal bekommerd en genoot ten volle van het onder de mensen zijn in Oosterzele, en in het bijzonder in Balegem.
Ronduit een mooi initiatief om aan Johan Taeldeman postuum de titel van ereburger van Oosterzele toe te kennen. Dit voorstel werd vooraf afgetoest bij de nabestaanden van Prof. Taeldeman, die dit voorstel als een mooie erkenning zien voor zijn werk.