Goeiemorgen geachte lezers,
een vrijwel onbekende gooit vanaf vandaag deuren en vensters wagenwijd open en geeft jullie een inkijk op gebeurtenissen uit haar leven.
Stap voor stap wordt jullie een worteltje aangeboden, elke week een tekstje op NUUS. Voor mij een sprong in het diepe, voor jullie misschien een zware ontgoocheling. Wait and read.
Hoe het begon…
de lente kwam vroeg dit jaar. Veelbelovend en sprankelend. Tot Covid-19 opdook en de wereld op pauze werd gezet. Aanvankelijk ver van mijn bed tot op 22 maart het bericht binnenliep dat die hele wereld op zijn kop zette. Een vriend uit mijn jongvolwassenzijn overleden aan het virus. Het vriendengroepje van toen was in rouw. Zwaar aangeslagen schreef ik een eerbetoon op FB. Het moest, ik had geen keuze, de woorden bleven maar komen. Ik schreef.. en ik bleef schrijven, elke dag van de lockdown. Anekdotes, herinneringen, hilarische toestanden, naar waarheid, uit mijn leven. Positiviteit en afleiding voor mijn gretige lezerspubliek.
Hoe het verder ging…
dachten of hoopten we dat Covid-19 min of meer uit het zicht was, het bleek een illusie. Dacht ik dat met de uitgave van ‘Scharreleieren’, een eerste boekje, aan de drang om te schrijven voldaan was, bleek ook dat een utopie. Besloot ik een pauze in te lassen, bleef ik verweesd en ietwat verloren achter. Komt het sluimerende virus in golven op ons af, ik ging tijdens het doodtij op zoek naar het waarom van mijn rusteloosheid. Het antwoord kwam met ‘Bubbelbabbels’, een tweede boekje.
Nooit gedacht dat mijn eerbetoon aan die vriend zo’n eigen leven zou gaan leiden. Corona doet wat met een mens!
Nooit vermoed dat ik 11 maanden later nog altijd verslaafd zou zijn. Besmet met een hardnekkig schrijversvirus dat af en toe muteert en nu gevaarlijk dichtbij komt, bij jullie, beste lezers van NUUS.
Zie ik jullie thuis, op het werk, waar ook, mijn hersenspinsels lezen.
Kritisch, ontledend, niet tevreden met een dode mus, verschijnt er hier en daar toch een lach op een gezicht…?
Mag ik jullie straks ook ‘beste vrienden’ noemen?
Tot later,
Lut
Eerste verhaal
Zicht op ‘Den Anker’ vanuit de Roosbloemstraat, mijn thuis
Goeiemorgen,
op mijn to do-lijstje voor vandaag, poetsen! De voormiddag is al flink opgeschoten, aan de klus ben ik nog niet begonnen, helaas.
Vorig jaar, zelfde tijd, was ons werkgroepje druk bezig met de uitgave van ons boek. Monique, co-auteur, en ik gingen in afzondering toen onze deadline in zicht kwam. Nu is die afzondering overbodig, ik zit al in quarantaine.
Als de schrijfmicrobe ook een virus is, dan heb ik die flink te pakken.
Mijn gedachten dwalen af, gaan met me op de loop, brengen herinneringen terug. We leven in een boeiende tijd, alles kan en veel mag ( tot voor kort dan)
‘In moeilijke tijden zitten de kerken vol’ zei mijn grootmoeder. Ze moest eens weten… Vandaag hebben we de sociale media, hoera!
Ziektes, plagen zijn van alle tijden.
Toen midden de 20ste eeuw op een hoeve Mond en Klauwzeer vastgesteld werd moest die boerderij in quarantaine. 6 weken, geen contact, niet met de buren, met de familie, met niemand. Een perimeter van 100m, op een eiland. Afgezonderd, geen tv, geen krant, geen sociale media en ‘s avonds een paternoster bidden…
Ik heb die ‘muilplaag ‘ als kind ook gehad… ons mama streek met een zelf gefabriceerd wattenstaafje een vies blauw goedje aan de blaasjes in mijn mond. Nu ik eraan denk, datzelfde flesje stond ook in de buurt van het kippenhok. Of is mijn geheugen nu misleid? Feit is, het resultaat was er Ik genas, de kippen ook, al kwam er later wel een in de vol-au-vent terecht
De kinkhoest heb ik ook gehad. Goed gekomen. Als peuter in de kelder van de buren gevallen, op mijn hoofd. Niet goed gekomen volgens sommigen…
Beste vrienden, we redden het wel, we zien
mekaar in volle zomer, we zullen niet klagen over de hitte, we blijven optimist
Alhoewel, gisteren liep ik op het jaagpad langs de Schelde en
maakte ik mezelf wijs dat de tranen op mijn wangen te wijten waren aan de harde wind…
Tot volgend weekend!