Toc toc toc toc
– Entrez !
– Un conseil, Madame, un conseil, Monsieur.
Mangez sain,mangez frais, mangez…des tomates
Refrain :
Mange des tomates, mon amour
Mange des tomates, nuit et jour
Ca donne bonne mine
C’est plein de vitamines
Vitamines A,B,C
C’est bon pour la sant é.
Zo zong filmacteur Jacques of Jack Ary in 1961, jaren geleden nog voor we zouden kennis maken met Covid-19. We aten zijn tomaten dag en nacht en gaven vrije doorgang aan de vitamientjes maar er was ook die Engelse uitdrukking, lang voordat ons hele bestaan zou doorspekt worden met Engelse termen als social distancing, lockdown, Passenger Locator Form, preteaching, flatten the curve. Die luidde : An apple a day keeps the doctor away. We namen als kind een appel mee naar school, geen tomaat. We drongen door een gat in de haag om aan de appels te kunnen van een boer in de buurt. Zijn tomaten lieten we links liggen. Nu nog zorgen velen voor een appeltje tegen de dorst, tenzij ze kozen voor Arco-aandelen of zonnepanelen. Nu nog stellen we vast, soms zonder oprechte fierheid, dat de appel niet ver van de boom valt. Een tomaat doet zoiets niet ! Moet het je dan nog verwonderen dat mensen, dat mánnen door het lint gaan voor een appel. Ik weet het, mannen h ébben een adamsappel maar om nu toch in de supermarkt uit je vel te springen, ik zeg wel vel en niet schil, omdat die welbepaalde appelsoort, de jonagold dan nog wel, uitverkocht is. Discriminatie noem ik dat, fruitdiscriminatie als je weet dat jonagold ook broertjes en zusjes heeft : onze Boscoop, de oudste van het gezin en de meest rebelse, ons Golden Delicious, een knappe verschijning en ooit Miss Haspengouw, ons Renet, de rimpelige bomma, onze Cox, het achterkomertje, onze Kanzi, de blozende deugniet en dan natuurlijk de Elstar, de grommige bompa die ooit luitenant-kolonel was en nog apetrots op zijn sterren.
Gans die familie kon hem geen barst schelen : hij wilde en zou jonagold eten. De jonagoldman trok meteen zijn valies open met opgespaarde scheldwoorden, daar aan de kassa, recht in het klokhuis van de kassière. Hij had kunnen zeggen : jij sloerie ! maar dat klonk hem te Hollands en te menselijk braaf. Op zijn hondjes vond hij het meest geschikt en noemde haar maar meteen “teef”. Omdat hij als appelkenner ook wat afwist van di ëten of was hij zelfs obesitasspecialist, kreeg ze er ook de vakterm “vette” bij. De kassière bewees over een grote dosis diplomatie te beschikken, had misschien een diploma psychologie op zak, want ze bleef kalm ondanks het gehuil en geblaf van de jonagoldman. Ze had kunnen terugroepen : Koest ! In je mand ! maar dat deed ze nu net niet. Ze zei ijzig koel : Meneer, de jonagold is op maar er zijn nog wel 4 andere vari ëteiten appels. De kassière had ook kunnen zeggen : Meneer, de jonagold stond in reclame maar dat doen ook de kniekousjes, de courgetten, de sojascheuten, de rugverbanden, de plamuurmessen, de plooibare ladders. Maar dat deed ze ook niet. Trouwens, geef zoiets aan je kleindochter naar school in de brooddoos mee in plaats van een appel, een knapperige, smakelijke, gezonde jonagold die de dokter weghoudt. Ze had de term vette teef nog kunnen aanvullen met andere hondse woorden maar die vond ze niet op tijd. Ze waren misschien ook wel al vroegtijdig uitverkocht… Ik zou hier 1 minuut stilte willen voorstellen voor de moedige kassière maar dat doe ik niet : de coronatijden hebben al zo veel stiltes ingelast in ons bestaan. We zijn oververzadigd geraakt aan stille theaterzalen, stille straten, stille lijnbussen, stille terrasjes en caf és, gesmoorde geluiden vanachter een mondmasker, stille verjaardagen, stil vuurwerk… E én dergelijk Aldi-incident is dan weer genoeg om de waakzaamheid bij de concurrentie aan te scherpen.
Zo plant Lidl het gebruik van bordjes die ze zullen aanbrengen boven de bakken met appels : Dank u vriendelijk om niet te roepen in de nabijheid van onze appelen. Albert Heyijn daarentegen heeft een analyse gemaakt van het huidige gedrag van de supermarktbezoeker en speelt in op de groeiende agressie in de winkel en op straat, in het verkeer en in de relatie, voor de computer en achter de gesloten voordeur. Daarom voorziet AH binnenkort in zijn filialen bij de fruit-en groenteafdeling, de kaas- en drankenrayon kortom overal in de winkel, een automaat waar de klant met zijn betaalkaart een megafoon kan ontlenen. Aan de kassa wordt hem bij het weggaan €1 aangerekend maar daarvoor heeft hij wel zonder veel stemverheffing en op de juiste plaats van de ergernis zijn grieven kunnen laten galmen over alle aanwezige AH’ers. Nog aan de kassa biedt de ontevreden klant zijn getrouwheidskaart aan en krijgt een stempel, op zijn kaart, niet op zijn voorhoofd zoals vroeger, voor corona, met aswoensdag. Bij een volle kaart mag hij een mooi cadeau verwachten : een boksbal of een proces verbaal. Bij Colruyt test men momenteel een agressiemeter zoals op de luchthavens om metalen voorwerpen op te sporen : bij het binnenkomen stap je onder een detector door. Vergis je niet, het is geen triomfboog en verwacht zeker geen hoerageroep. Heb je op dat moment te hoge agressiewaarden, dan wordt je de toegang tot de fruitafdeling ontzegd. E én jonagoldman volstaat, zegt Jef Colruyt. En daar zijn het de familieleden van de appelman volkomen mee eens. Meer nog, de Aldi-jonagoldmannazaten hebben hun hond, een teef, hun Pink Lady, naar het asiel gebracht en hebben in ruil nu een reu lopen, hun Durondeau, kwestie van “onze pa” die lelijke woorden af te leren.