Daar zijn wandelaars en wandelaars. Daar zijn wel 10 verschillende soorten. Ikzelf ken er 11.
Daar zijn vooreerst de wandelaars die na jarenlang bandwerk, na jarenlang bordwerk, na jarenlang buitenwippen, nu na wekenlange kine veel moeten stappen met hun nieuwe knie.
Dan zijn er ook de verwoede, soms lijken ze eerder woedende, clubwandelaars die na lang oefenen van de “haatpas” en het betalen van hun lidgeld, met uitgestreken gezicht de straten doorklieven. Zonder te remmen ronden ze de hoeken met gierende steunzolen en elk ogenblik verwacht je dat ze net om die hoek op hun zij gaan kantelen, als een terreinwagen. Ze praten niet met hun voorligger en evenmin met hun achterban want bij elke dagtocht moeten ze tegen het eind van de week gearriveerd zijn. De meesten slagen daarin.
Een derde soort zijn de cultuurwandelaars die in een zoektocht en gewapend met een map vol informatie op zoek gaan naar die ene datum in die gevel, naar die bewuste steen waarin een afdruk zou te zien zijn van de poot, de linkerachterpoot, van de hond van Lamoraal Graaf van Egmont, naar het speciale geneeskrachtige kruid dat in de Toriabeek groeit en zeer probaat zou zijn tegen coronamoeheid, nog juister coronamaatregelenmoeheid, het CMM.
Nog anderen trekken de wandelschoenen aan omdat ze nooit eerder beseften dat 4 muren van hun habitat zo beangstigend dicht bijeen stonden. Van Dale noemt ze de uitbreekwandelaars. Voor ze bij Ikea een afspraak moeten versieren voor nieuwe witte borden VÄRDERA, ontvluchten ze die beklemmende ruimte voor wat in de boekjes zo mooi wordt omschreven als “om het hoofd eens leeg te maken”. En dat vertaalt zich dan juist door die snelle pas die ze aanhouden want hun hoofd Ãs leeg, zo leeg zelfs dat ze de indruk hebben dat het tocht door alle kanten van dat hoofd. Als spreken voor hen op dat ogenblik therapeutisch zou werken, dan zijn ze in staat als agnost het ganse passieverhaal te citeren in één ruk, zonder eenmaal in te ademen. Maar ademen doen ze wel, ze ademen zelfs heel zwaar.
Wie zijn zij ? Wat drijft hen ? Dacht je onmiddellijk aan mannen ? Dat mag !
Hun partner echter breekt niet uit, zij ontsnapt want dat voelt aan als een ietsje leper, geraffineerder.
Als de vragende vorm van manlief : Wat eten we straks ? Wanneer gaan we eten ? Mo ét die radio wel aanstaan ? Heb je niets tegen de maagpijn ? plots overgaat in een gebiedende wijs : Pak me eens iets tegen de maagpijn ! Als er nu nog iemand aan de deur komt, laat haar staan ! want hij heeft als rekenwonder snel becijferd dat het een zij wordt, dan, ja dan ontsnapt ze, geruisloos, onzichtbaar.
Ze wandelt niet alleen. Ze doet het in een 4-formatie, afgekeken van het dressuurnummer “Willy en Marie-Jeanne” met 4 Friese hengsten. Ze verlaten vrij vlug de beschaving en trekken de velden in, een vrouwelijke serpentine van ontsnapten, met telkens respect voor de 1.50m afstand. Is je man gaan fietsen ? vraagt de laatste in de rij. De kop van de slang vangt trillingen op van een vrouwenstem 6m achter zich. De tweede of de derde neemt de taak van tolk op zich. Nee !!! is al wat de koploopster antwoordt.
Als je eenmaal ontsnapt bent, mag je niet te kwistig omspringen met woorden. Zijn we nu niet geweldig aan het slenteren ? moeten de tolken van achteraan bij Lea naar vooraan doorgeven en om haar overtuiging kracht bij te zetten, geeft ze toe aan haar grote liefde, de yoga, en neemt de slapende sprinkhaanhouding aan, eventjes maar, die van een piepjonge sprinkhaan blijkbaar.
Hoe is ’t met je been, gaat het nog ? vraagt iemand van de tolken aan haar achterligger. Het is Maria, niet die uit de Bijbel, wel “die van economie”. Met de tijd is haar proef-en saldibalans al aardig uit evenwicht geraakt. E én wandeling is daarvoor nog beter dan 6 sessies bij Harry Hendrickx, zegt tolk Linda, tegelijk ook directeur van de Schoolvossen en binnenkort ook Schepen van Vermakelijkheden.
Had ik het al gehad over de wandelaars die …
Maar we hebben al genoeg gestapt en een tochtje in ons kot van waslijn naar strijkplank naar fornuis naar grasmachine naar linnenkast is ook een verzetje nu we de wereld nog maar vanuit een kier kunnen zien.
En ook zo geraken we aan onze 10.000 stappen.