Zeven levens
Goeiemorgen beste lezers,
denk nu niet dat ik vandaag werkeloos zit toe te zien na een wel erg drukke week. Druk die ik mezelf opleg en niet alleen thuis. Ik voelde mij al de hele week alsof ik nog altijd actief aan het beroepsleven deelnam. Nu bijna iedereen thuis achter de pc zit trok ik er elke dag op uit. Dat tikkeltje dwarsliggen verdwijnt niet uit mijn karakter. Maar morgen…
Morgen plooi ik mij naar de algemene norm. Kreeg ik een week geleden de uitnodiging om naar het vaccinatiecentrum te gaan, bevestigde ik de afspraak, ik werd al proficiat gewenst. Ze hebben me nog niet eens gezien. Of gehoord. Niet dat ik een moeilijke pati ënte ben, ik heb geen angst voor een prikje. Al is dat jaren geleden. Behalve af en toe een bloedafname moet ik heel hard in mijn geheugen spitten. Heb ik voor een reis naar Sri Lanka een prik gehad? Pilletjes tegen malaria, die wel. En vitamine B want ik vertrok met de nawee ën van gordelroos. Wat mij toen onvermoeibaar maakte maar dat is een ander verhaal…
Griepspuit? Nooit gehad. Griep wel, een tweetal keer zeer zwaar. Toen ik als schacht mijn doop bij de studentenclub mankeerde. Ik lag bijna buiten westen te bed. Mijn boezemvriendin verzette hemel en aarde om mij op de been te krijgen. Deels uit schrik dat ze er alleen voorstond. Was ik mooi de dans ontsprongen, dacht ik achteraf.
Een tweede keer, begin jaren 80, plande ik een trip naar Londen. In de paasvakantie, beperkt aantal leerlingen. Geveld door griep kwam ik toch opdagen. Op de nachtboot kroop ik in het ruim in een kooi. Wat slapen, wat uitrusten. Dat was toch de bedoeling. Lag ik naast de machinekamer, van rusten kwam niets terecht. Mijn hoofdpijn werd erger met de minuut. Totaal van de kaart kwam ik in Londen een etmaal lang mijn bed niet uit. Waren mijn leerlingen eveningsongs gaan bijwonen voor mijn herstel? Ik heb het nooit geweten, fris als een hoentje stond ik er weer.
Morgen dus… vrij vroeg word ik in Wetteren verwacht. In de Warande. Waar ik niet meer geweest ben sinds we in volle zomervakantie op de ligweide lagen en de Wetterse macho’s in spe voor ons lieten paraderen. Een leven geleden.
Een kat heeft zeven levens… morgen sla ik over, zondag horen jullie mij!
Tot dan,
Lut