In een nieuws reeks neemt historicus Danny Lamarcq voor NUUS de Zottegemse straatnamen onder de loep. Deze maand is het de beurt aan de August De Rouckstraat.
Voor wie de vorige stukken in de rubriek heeft gemist, klik op link: Intro rubriek, De Colfmaekerstraat, Duivelsvoetstap, Pijperzele, De Munkbosstraat Wurmendries, Steenakkerweg, Brouwerijstraat en Alsbroeken (De Beukelaar), De Munkbosstraat, Schoofland, Stopweide, Het Politieke Gevangenenplein, Het Kruiswaterplein en de Nieuwpoortmolen.
Bij de ‘grote straatnaamgeving’ van maart 1993 kregen een aantal belangrijke Zottegemnaren een straatnaam. Omdat, zoals altijd in de stad, de toponiemen voorrang hadden én omdat een straatnaam sowieso enig verband moest houden met de ligging van de straat, kregen een aantal prominenten een wel erg klein straatje.
Dat geldt zeker voor August De Rouck, die in de 19de eeuw ongemeen veel initiatieven nam en zelf heel wat projecten financierde. Hij moest het stellen met een smal straatje in de onmiddellijk omgeving van zijn vroegere lusthof, nu het Domein Breivelde, ‘zijn’ klooster en de kerk van Grotenberge, die hij mee financierde.
Puissant rijk
August De Rouck werd geboren in Zottegem op 15 januari 1805. Vreemd genoeg vinden we zijn geboorteakte niet terug in de Zottegemse registers. Hij overleed in Gent op 4 oktober 1881. Hij was een telg uit een van de meest aanzienlijke families en erfde een fortuin. Onder meer van zijn moeder verwierf hij het schitterende pand aan de Markt, vandaag gekend als ‘De Kring’ en in de 18de eeuw gebouwd door de puissant rijke griffiersfamilie Volcquaert, waarvan moeder De Rouck de laatste telg was.
De Rouck studeerde rechten aan de Gentse universiteit. Als student en jonge advocaat hing hij de liberale gedachte aan en was eerder antikatholiek. Vrij snel keerde hij 180° en zo werd hij in de tweede helft van de 19de eeuw de voorman van de katholieke burgerlijke partij in Zottegem. Zijn fortuin liet hem toe in Zottegem, het bisdom Gent en zelf tot in Frankrijk tal van katholieke werken te financieren.
Het Gestichte
August De Rouck was een van de initiatiefnemers van het ‘Gesticht Onze-Lieve-Vrouw van Deinsbeke’. Hij bezat op de hoek van de Kasteelstraat en de Neerhofstraat huisjes en een lap grond. Hier richtte hij in 1851 een weefschool voor arme jongens op. We zitten dan midden in Arm Vlaanderen!
Tien jaar later, in 1862, vindt hier het ‘Gestichte’ onderdak. Het was de start van de bloeiende school die hier meer dan honderd jaar een referentiepunt werd. Nadat de middelbare school in 1962 naar de Ooststraat verhuisde, verliet 40 jaar later, in 2003 de basisschool de Kasteelstraat. Het “Gestichte” stond jaren leeg. Momenteel wordt er de laatste hand gelegd aan de realisatie van het Collegium-project.
De Katholieke Kring
Op 11 augustus 1872 nodigt August De Rouck in zijn woning aan de Markt 46 ‘der voornaamste ingezetenen’ van Zottegem uit. Hij licht meteen toe: “(…) ik heb u hier vergaderd ten einde eenen katholieken kring te stichten waartoe ik U afstand doe van het huis waar wij ons thans bevinden, huis waar ik geboren ben en bewoond werd door mij en mijne ouders”. De Katholieke Kring werd plechtig ingehuldigd op 27 september 1872 “met klokkengeluid, beiaardspel en solemnele mis.
De Katholieke Kring zal tot diep in de jaren 1990 mee het politieke en sociaal-culturele leven van Zottegem bepalen. Het was uiteraard de vast stek van tal van katholieke verenigingen én lange tijd van de katholieke, later de christelijke partij, maar ook decennialang de vaste toneelzaal van ’t Meibloempje. Het was ook als horecazaak een referentiepunt. In 1948 wordt Cyriel Van Wijnendaele huurder. Met na hem zijn zoon Willy, zal de familie het gezicht blijven van de Katholieke Kring tot in de jaren 1990. Tot op vandaag is ‘De Kring’ een bekende brasserie. Sinds de jaren 1980 wordt dit pand aangeduid als ‘voormalige’ dekenij. We vlooiden de geschiedenis van het pand en van de Zottegemse pastoor-dekens uit en we zijn we formeel: dat hier ooit een dekenij was gevestigd is een broodje-aapverhaal.
Klooster
In 1875 financiert De Rouck de bouw van het klooster in Grotenberge. Hij richtte er ook een meisjesschool op (1875-1877) en in 1880 volgde een jongensschool. August De Rouck had de ambitie om in Grotenberge een vrouwelijke kloostergemeenschap te stichten en richtte zich daarbij tot de zusters van H. Vincentius a Paulo van Deftinge. Hun opdracht bestond erin onderwijs te verstrekken aan meisjes en een toevluchtsoord te zijn voor mannelijke en vrouwelijke bejaarden, zieken en weesmeisjes. De zusters zouden in 1883 het bestuur in eigen handen nemen en het onderwijs verder uitbreiden. Samen met de bouw van het klooster werd ook de aanpalende Mariagrot gebouwd die op 10 oktober 1875 plechtig werd ingehuldigd. Die grot gaf haar naam aan de Grotstraat. Stof voor een apart stukje.
Domein Breivelde
August De Rouck verbleef meestal in Gent, maar hij had in Grotenberge een buitenverblijf, vandaag gekend als ‘Domein Breivelde’. Hij erfde in 1852 een lustbos (bois d”agrément) en een lustvijver (eau d”agrément), beiden van elkaar gescheiden door een dreef. Stukje bij beetje koopt hij aanpalende gronden, tot het complex omstreeks 1879 ongeveer zijn huidige contouren kreeg. In 1871 laat August De Rouck op een van de hoogste punten van zijn goed een landhuis bouwen. Van hieruit had hij een uniek zicht op het park. De Rouck, die in 1881 sterft, kan niet lang genieten van zijn lusthof en na de dood van zijn dochter wordt het in 1887 eigendom van Gentenaar Georges Henry, die een landschapstuin laat aanleggen. Dit schitterend park werd in 1970 aangekocht door de gemeente Zottegem. Naar dat park werd de aanpalende Parkstraat genoemd.
Grafkelder
August De Rouck liet op het kerkhof van Grotenberge een imposante neogotische grafkapel, met een ruime grafkelder bouwen voor zijn familie en de bestuurders van het door hem opgerichte klooster. Tegen de afspraken in, werden ook de pastoors Henri Mortier (+ 1888) en Ludovic Carlier (+ 1923) er begraven.
De kapel werd in de tweede helft van de 20ste eeuw verwaarloosd en diende in 2007 om veiligheidsredenen, te worden gesloopt. De stad Zottegem besliste om de kapel te vervangen door een rustpunt boven de grafkelder. Bij die gelegenheid werd de kelder geopend en gefotografeerd.
Kunstenaar Thijs van der Linden werd onder de arm genomen en in een eerste ontwerp trachtte hij de bewaard gebleven beeldengroep uit de grafkapel, bestaande uit een monumentale gipsen gekruisigde Christus en een treurende Maria en Maria-Magdalena, te herbestemmen, maar dat bleek praktisch niet haalbaar.
Uiteindelijk koos de stad voor een eenvoudig, strak en onderhoudsvriendelijk concept. Het is opgebouwd in drie delen. Op de centraal opgaande wand staat het portret van August De Rouck. De grafkelder werd bedekt met een bakstenen vloer met zes zitbanken die refereren aan de onderliggende nissen. In de linker muur werd een grafplaat ingewerkt met de namen van de in de grafkelder bijgezette personen.
August De Rouck schonk Zottegem dus bijzonder veel en een aantal beeldbepalende sites bleven tot op vandaag bewaard. De naar hem genoemd straat valt hierbij wel erg minnetjes uit..